zondag 21 oktober 2018

GFP (21) Bellingwolde - Diele

Afstand: 16 kilometer
Terrein: Wederom veelal over onverharde paden en wegen. 
Weer: Heerlijk wandelweer. Een aangenaam windje in de rug en temperaturen rond 16 graden. 

Het is vroeg dag. Jan zet koffie en Foekje laat Famke uit die bij terugkeer haar brokken krijgt. Ze heeft de hele nacht geen kik gegeven. Wat een prachthond is het!
De Brouwers breken hun kampementen op en rennen naar beneden voor het ontbijt.

Het ontbreekt ons nergens aan. Hotze vult de gaatjes in zijn maag met kleine chocoladepuddinkjes, opgediend in roemers. We sjouwen de spullen in de auto’s en ook Famke haar bench wordt weer in de auto vastgezet. Check-out! 

Na het heerlijke ontbijt bij Hotel Landhaus Riedel rijden we in een kwartiertje naar de finishplaats van vandaag. De Ford C-max wordt aan de Eemsdijk, onderaan een talud, geparkeerd. Vanochtend hebben we geen koffie bij de auto omdat er tijdens het ontbijt al voldoende van het bruine vocht is opgeslurpt. Weer een kwartier later parkeert Hotze op het, alweer bijna verlaten, parkeerterrein in Bellingwolde. 
Een van de vele grote boerderijen langs de route
Bellingwolde is in de Middeleeuwen ontstaan als een hoogveenontginning vanaf de rivier de Westerwoldsche Aa. Maar door het oprukkende water van de Dollard ging veel land verloren en werd de dorpskern verplaatst naar een naast het veen gelegen hoge zandrug. Het dorpslint scheidde de Dollardklei van het achterliggende veen. Sinds de negentiende eeuw rekende men Bellingwolde ook wel tot het Oldambt vanwege de grote kleiboerderijen en de scherpe tegenstellingen tussen herenboeren en arbeiders. De vruchtbare kleigronden vormden de basis van de groei van de welvaart van de boerenstand. Van de vroegere welvaart getuigen een aantal grote, veelal vervallen, herenboerderijen. 
De spanningen tussen de herenboeren en arbeiders leidde onder andere in 1892 tot een oproer, welke door politietroepen werd onderdrukt. Het is dan ook niet verwonderlijk te noemen dat in dit gebied rond 1900 het “vrije socialisme” de kop op stak. Na de Tweede Wereldoorlog kregen de Communistische Partij en de hiermee verbonden “Eenheidsvakcentrale” veel aanhang in de oude bolwerken van het vrije socialisme. De koude oorlog zorgde er echter voor dat de aanvankelijke sympathie voor het communisme en de Sovjet-Unie snel verdampte.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Het begin van de route wordt geflankeerd door veel statige boerderijen en landhuizen.  Het is duidelijk dat de boeren hun rijkdom hier vroeger graag wilden laten doen blijken. Van een van de grote boerderijen die te koop staat aangeboden zoekt Hein via Funda op wat de verkoopprijs is. € 795.000, maar het is duidelijk een opknapper. 
Als deze "opknapper" achteraf maar niet een afknapper blijkt te zijn
We wandelen achter de Protestantse “Magnus Kerk” langs. Deze kerk is vermoedelijk in de veertiende eeuw gesticht. Het oorspronkelijke gebouw is door het water van de Dollard verwoest. Aanvankelijk was het een katholieke kerk, geweid aan de heilige Magnus (Magnus van Trani is medepatroon van de Kerk der Friezen in Rome) maar in 1593 overgegaan in protestantse handen. De kerk heeft een vrijstaande toren waarvan de onderbouw dateert uit 1720 en de bovenbouw uit 1909. 

We wandelen het dorp uit. De rondgang langs de vele boerderijen heeft inmiddels het nodige fotomateriaal opgeleverd. Aan het einde van een bos moeten we over een smalle betonnen dam over een sloot naar de andere kant. We vervolgen onze weg langs de sloot om na een flinke periode weer op de verharde weg uit te komen. 

We steken het W.L. Tijdenskanaal over en slaan linksaf. Langs de weg staan een paar mooie paddenstoelen die er om smeken om op de gevoelige plaat te worden vereeuwigd. Hein en Hotze lopen door en zijn plotseling van de radar verdwenen. Ze zijn linksaf geslagen….
Dit is dus een paddenstoel............
Langs een pad met aan een zijde een bosschage kan er door deze of gene nog snel even een plasje worden gepleegd. Zo dadelijk, als we in Duitsland zijn, mag dat niet meer J.

De grens
Op een gegeven moment slaan we, vanaf een smalle verharde weg, een pieterpeuterig paadje in. Famke gaat aan de troepen vooruit. We zouden hier de grens over moeten steken, maar er zijn geen uiterlijke kenmerken van de overgang van Nederland naar Duitsland. Behalve de beide gps-wandelaars Tineke en Jan, heeft niemand in de gaten dat we in ons buurland wandelen. En als Hotze na een kilometer vraagt wanneer we in Duitsland aankomen kan hem worden verteld dat we dat al eventjes aan het doen zijn. Hotze is meteen flauw; waarom geven ze dat niet even aan, dan hadden we er even bij stil kunnen staan. We vinden met zijn allen dat hij gelijk heeft. 
Even tijd voor een "bakkie troost"
Gelukkig staat er iets verderop een bankje; daar kunnen we wel even een bakje koffie drinken om de grensovergang, zij het iets verlaat, te vieren. Het is een “laag-bij-de-grond-bankje”, maar het is een bankje. We drinken koffie, eten broodjes en Foekje trakteert, om het bereiken van de Duitse grens alsnog een feestelijk cachet te geven, op kokosmakronen. 

Na dit korte intermezzo wandelen we verder. Het parcours loopt kilometerslang langs een kaarsrechte sloot. Bij het gehucht “Wymeer” is pas weer een bocht in de route. Hier staan een paar paddenstoelen die gekiekt moeten worden en ook de paarden in de wei worden op digitaal negatief vastgelegd. Langs de kant van het pad staat een bord met waarschijnlijk een belangrijke waarschuwing, maar omdat het geheel totaal onleesbaar is wandelen we door. 

Op een gegeven moment slaan we linksaf en stappen een bospaadje op. De berk is hier een veel voorkomende boom en laat dat nou net de boom te zijn waarvan de blaadjes stevig verkleuren. Het paadje kronkelt door de kleurige omgeving. Nadeel van berken is dat ze heel ondiep wortelen, zodat het pad soms is vergeven van boomwortels. Uitkijken dus!
Levensverz. Mij R.V.S., opgericht 1838
BOEM!!! 
Er klinkt een doffe dreun gevolgd door een pijnlijk gekreun. Foekje is over een boomwortel gestruikeld en voorovergevallen met haar hoofd op een andere boomwortel. Ze blijft roerloos liggen. Langzaam komt ze overeind. Haar gezicht heeft een lelijke kwetsuur opgelopen. Een schaafwond, maar erger nog, ook een dikke wang. Er is duidelijk sprake van een ontsteking bij het rechter jukbeen. Met de rode zakdoek van Jan zijn rugzak en wat water probeert ze de wond wat te koelen. Dat lukt redelijk. Na een tijdje staat ze op en wandelen we langzaam verder. 
We moeten na dit plotselinge ongeval weer proberen ons ritme terug te vinden.

Ondanks het “akkefietje” moeten we vaststellen dat het een prachtige route is vandaag. We zijn nog maar heel weinig wandelaars of andere weggebruikers tegengekomen. Heerlijk rustig dus. 
Rare capriolen in het bos
We passeren een aantal velden met geel koolzaad. “Zo laat nog in het seizoen?”. Het verbaast ons. En ook al staat het zaad wat dun, het is een prachtig gezicht. Het pad slingert nog wat door. Op dit moment bevinden we ons in het “Naturschützgebiet Brualer Moor”, een hoogveengebied dat in de jaren 30 van de vorige week op grote schaal is ontgonnen.

Brualer Schloot
Op het talud van een bruggetje over een kanaaltje nemen we nog even tijd voor een kopje thee. Bij nader inzien is dit hetzelfde “slootje” waarlangs we vele kilometers hebben gewandeld. Het slootje heet “Brualer Schloot” enis een afwateringskanaal in het gebied tussen de Landkreis Emsland en Landkreis LeerDe sloot loopt langs de Duits/Nederlandse grens in noordelijke richting tot in de omgeving van Bellingwolde en buigt dan in oostelijke richting naar de Eems. In de omgeving van Bellingwolde wordt de Brualer Schloot ook wel het Pruus Daipke genoemd.  Via de Brualer Schloot kon de turf worden afgevoerd en het gebied ontwaterd worden.
De sloot werd in de jaren dertig van de vorige eeuw gegraven ten behoeve van de ontginning van het uitgestrekte veengebied het Brualer Moor. Bij de aanleg van de Brualer Schloot werden gevangenen van het concentratiekamp Rhede-Brual als dwangarbeiders (politieke gevangenen) ingezet. Vandaar dat het afwateringskanaal ook wel het KZ-Kanal genoemd werd. 
Koolzaad, nog zo laat in het jaar
En verder gaat het langs de sloot. We passeren een aspergeveld waarop de aspergeplanten metershoog opgeschoten zijn. Plotseling slaan we rechtsaf een prachtig karrenpad in. 

De laatste kilometers van de tocht gaan over een verharde kaarsrechte weg. Omdat er geen verkeer is besluit Jan om Famke nog even vrij te laten zodat ze nog even kan rennen. Famke bedenkt zich niet en rent meteen het veld in, recht op een weiland met vee af. Maar nog voordat ze daar is keert ze in highspeed op haar schreden terug en kan Jan haar weer aan de “ketting” leggen. De C-max staat daar waar we hem vanochtend hebben achtergelaten. Dat is maar goed ook trouwens.

Oudeschans
Nadat Famke voer en drinken heeft gehad stappen we in en rijden spoorslags naar de startauto terug. We zijn weer terug op “native soil”. De spulletjes worden overgepakt en we aanvaarden de terugreis naar Fryslân. Maar voordat we de terugspurt definitief inzetten gaan we nog even langs de oude vesting “Oudeschans”. We wandelen over een deel van de oude vestingwal en door het centrum van het kleine dorpje. Gelukkig is de VVV nog open en kunnen we er gebruik maken van de toilettaire voorzieningen. Oudeschans is als vesting minder indrukwekkend dan Bourtange, maar omdat je toch in de buurt bent is een bezoek zeker te rechtvaardigen.
Oude Schans

Heb je zin om alle foto’s te bekijken? Klik dan op deze LINK

Vertrek Grou: 08:00 uur
Start wandeltocht: 10:00uur
Finish wandeltocht: 16:00 uur



zaterdag 20 oktober 2018

GFP (20) Wedde - Bellingwolde

Afstand: 16 kilometer
Terrein: Veel onverharde paden en wegen. 
Weer: Mooi herfstweer. In de ochtend nog wat frisjes, maar overdag ligt de temperatuur rond de 18 graden en is er nauwelijks wind. Zo nu en dan glimt een ietwat waterig zonnetje door de bewolking. Kortom; het is bijzonder aangenaam wandelweer.

Tijdens onze laatste wandeling, die alweer van 9 juni dateert, hebben we besloten dat we de laatste vier etappes in twee weekenden gaan doen. Dat houdt in dat er onderkomen moet worden geregeld. Aanvankelijk plannen we het weekend van 15 en 16 september, maar door het overlijden van opa Cnossen wordt dat uitgesteld. Omdat de huurpenningen van het gereserveerde chalet niet restitueerbaar zijn gaan Jan, Foekje en Famke dat weekend wel naar Wedde, maar de voortzetting van het GFP moet nog even op zich laten wachten. 
Famke gaat vandaag voor het eerst mee. Ze is best fotogeniek
Voor dit weekend worden drie kamers gereserveerd bij Hotel Landhaus Riedel in Aschendorf, net ten zuiden van Papenburg (D). Het is altijd weer een verrassing waar we terechtkomen.

Het is vandaag de eerste keer dat Famke mee gaat wandelen met de “Wandelburen”. De hond van Foekje en Jan is een kruising tussen een Labrador Retriever en een Friesche Stabij. Famke is inmiddels negen maanden oud en het moet voor haar mogelijk zijn de zestien geplande wandelkilometers te volbrengen. 
Logistiek vraagt haar aanwezigheid extra inspanningen omdat er, doordat de bench achter in de auto staat, minder plaats is voor tassen, stokken en andere tijdens de wandeling gebruikte attributen. Bovendien moet in de auto van Hotze en Tineke ruimte voor haar worden vrijgemaakt om naar de startplaats te worden vervoerd. Maar de relatief grote auto’s bieden die mogelijkheid met gemak.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Om acht uur vertrekken we uit Grou en rijden naar de finishplaats Bellingwolde. Op het overvolle parkeerterrein (maar niet heus) bij de sporthal wordt de Ford C-max geparkeerd. Omdat we met de auto van de buren van nummer 7 naar de start rijden wordt er ruimte gemaakt voor Famke door alvast wat bagage van de ene in de andere auto over te pakken. Na deze “pakkelage” rijden we naar Wedde. 
Een kwartiertje later zijn we weer daar, waar we de vorige keer zijn geëindigd. Het verhaal van de “vergeten wandelstok” komt andermaal te berde. 
We drinken er onze koffie en worden getrakteerd op zelfgebakken koek van Tineke. Omdat we al een poosje onderweg zijn moet er door “deze en gene” getoiletteerd worden. Gelukkig staan er rondom het parkeerterrein bij Bungalowpark Weddermeer voldoende bomen om je hierachter te verschuilen. Je ziet letterlijk door de bomen het bos niet meer.
Na de koffie; klaar voor de start
Bepakt en bezakt stappen we op. We lopen om de gebouwen van de receptie van het vakantiepark heen en laten de tennisbaan (voor de verandering) rechts liggen. Daarna slaan we linksaf, een zandpad op. Ons passeert een wandelaar met een hond. Famke heeft wel even zin om met die andere hond te spelen en de andere hond denkt daar, richting Famke, net zo over. Bij het stoeien knalt Famke met haar kop tegen Foekje op, die er een zere knie aan over houdt. Het blijkt maar weer eens hoe hardhoofdig sommige dieren kunnen zijn. 
Na wat rek- en strekoefeningen zetten we onze tocht voort. We zijn nog geen vierhonderd meter ver als we erachter komen dat we verkeerd zijn gewandeld. Gefixeerd door een waterplas met karpervissers in tentjes zijn we in plaats van naar rechts af te slaan, rechtdoor gelopen. Er worden wat foto’s gemaakt waarna we de route weer oppakken. 
Het wandelpad langs de Westerwoldsche Aa
Eerst wandelen we over een smal pad langs de Westerwoldsche Aa. Vervolgens gaat het over zandpaden door bossen en langs velden. Het is een heerlijke ochtend en de route is bijzonder mooi. 
Langs een lang en recht zandpad staan mooie paddenstoelen. Altijd goed voor een fotootje. Jan laat Famke los die daarop met grote snelheid over het pad dendert. Als er even stil wordt gehouden om foto’s van paddenstoelen te maken schiet Famke een sloot in om te drinken. Het water is ijzerhoudend zodat, zodra ze uit de sloot komt, haar witte bef oranje kleurt. Bovendien stinkt ze als een “mud”. Dat wordt straks, als we in het hotel zijn, poetsen geblazen. 

In dit rustige deel van Nederland kom je bijna niemand tegen. Tenminste, dat denken we. Net voorbij Vriescheloo, waar Foekje in de winkel van de plaatselijke korenmolen, een paar zakjes meel koopt, treffen we meer wandelaars. Er schijnt in de buurt een wandeltocht te zijn uitgezet. Ze lopen niet met ons mee; we komen ze tegen. 

Op een bankje, in de zon en uit de wind, drinken we koffie en nuttigen we broodjes. Het zit er heerlijk comfortabel. Vanaf deze positie zien we wandelaars voorbijkomen die een routepapier in handen hebben en druk zoekende zijn hun weg te vinden. Famke krijgt haar middagbrokjes en drinkt gulzig van het aan haar aangeboden water. Tot nu toe doet ze het voortreffelijk.

Na een “stief halfuurtje” stappen we op en vervolgen onze route door het Vriescheloërbos. Een paar kilometers later komen we bij een verharde weg met fietspad, dat we voor een dikke kilometer volgen. Hier treffen we een mevrouw met twee Labradors die aanvankelijk op een oprit gaat staan om ons te laten passeren, maar bij het zien van Famke door de sterke honden het fietspad wordt opgetrokken. De honden maken kennis met elkaar en we blijven even staan praten. 

Het pad gaat nu langs de Veendiepsplassen, een paar meertjes die door zandwinning zijn ontstaan. Op een picknickbankje aan de oever van het laatste meertje drinken we thee. Theeeee? Jan en Foekje hebben geen heet water bij zich om thee van te zetten. Gelukkig hebben de buren dat wel. 
De (vervallen) sluis in het Veendiep hoeft niet meer bediend te worden
Als we verder lopen passeren we een sluisje. Dit is het Veendiep; een gekanaliseerde beek die de verbinding vormt tussen de Westerwoldsche Aa en het Boelo Tijdenskanaal. De sluisdeuren zijn weggehaald en de rest van het schutsluisje is behoorlijk in verval geraakt. 
Langs het BL Tijdenskanaal (ook plaatselijk bekend als het Vereenigd Kanaal) wandelen we richting Rhederbrug. Het kanaal is gegraven op voordracht van Boelo Luijtjens Tijdens (1858 - 1904), herenboer te Nieuw Beerta en Tweede Kamerlid, om de wateroverlast als gevolg van ontginning en vervening van het Bourtangermoeras in te tomen. Het uiteindelijke plan van het kanaal is gemaakt door waterbouwkundige A.J.H. Bauer in opdracht van “de Vereniging ter bevordering der kanalisatie van Westerwolde”. In 1905 begon de uitvoering van het plan en 1911 werd het B.L. Tijdenskanaal aangelegd.

In Bellingwolde wandelen we over de bijzonder “suiterige” camping “Parkzicht”. We kunnen het ons, bij het zien van de chaos, niet voorstellen dat je hier een fijne vakantie kunt hebben. 
Famke is weer schoon
Op het strandje van de poel water, die plaatselijke bekendheid geniet als natuurbad, neemt Jan de mogelijkheid te baat om Famke een beetje af te spoelen en de witte kleur van haar bef weer terug te laten komen. We eten er een dropje en gaan dan door. 

Via een lange kaarsrechte- en eigenlijk saaie weg, waarlangs aan beide zijden huizen zijn gebouwd op grote percelen grond, gaat het naar de finish. 

Wedderborg
De auto staat er nog. We pakken in en rijden terug naar Wedderveer, waar we alle spullen weer in de “originele” auto’s terugleggen. Vanaf hier gaat het naar ons hotel in Aschendorf, maar Jan stelt voor om nog even langs de “Wedderborg” in Wedde te rijden. We zijn toch in de buurt, dus waarom niet. 

De geschiedenis rond de borg begint rond 1360. Adde  Addinga had Westerwolde in leen gekregen van de abt van de Abdijvan Corvey. Oorspronkelijk kwam Addinga uit het Reiderland, maar was daar volgens de verhalen zijn bezit kwijtgeraakt aan de oprukkende Dollard, ofwel verjaagd na de Sint-Marcellusvloed van 1362. Om zijn positie in Westerwolde te versterken zou hij toen de Wedderborg hebben gebouwd.
Wedderborg in avondlicht
De burcht kent een roemrucht verleden. In en rondom de gebouwen is veel ruzie gemaakt en oorlog gevoerd. De laatste eeuw heeft de borg verschillende eigenaren gehad en heeft men zelfs het idee geopperd om tot sloop over te gaan. Met de laatste verbouwing is men in februari 2010 begonnen, nadat het jaar ervoor al met de voorbereidende sloopwerkzaamheden was gestart. 
Gelukkig staat het er nog en kunnen we er mooie foto’s van maken.

Op de weg naar onze slaapplek krijgt Jan bonje met de tomtom in zijn auto. We rijden verkeerd, maar nadat Tom een reprimande heeft gehad en heropgevoed is rijden we uiteindelijk de goede kant op. 

Hotel Landhaus Riedel
De mevrouw in het hotel is alleraardigst en “in” voor een grapje. Dat is voor ons een aangename verrassing omdat algemeen verondersteld wordt dat Duitsers nooit grappen maken. We frissen ons op en gaan dan naar het restaurant waar een grote bier onze dorst lest en een forse schnitzel onze honger stilt. Het is gezellig en we nemen nog maar een biertje. Tegen een uur of 10 zoeken we onze kamers op en geven ons “neer”. Jan gaat nog een keertje met Famke naar buiten om haar een plasje te laten doen. 
Op dit tijdstip is het lekker rustig in Aschendorf.

De foto's van het Groot FrieslandPad vind je onder deze LINK

Vertrek Grou: 08:00 uur
Start wandeltocht: 10:00uur
Finish wandeltocht: 16:00 uur


zaterdag 9 juni 2018

GFP (19) Meeden - Wedde

Afstand: 17 kilometer
Terrein: Veel verharde wandelpaden en wegen. Ten zuiden van Oude Pekela een aantal kilometers door de landerijen.
Weer: Zonnig en warm. Aanvankelijk wat wind, maar later nagenoeg windstil. Tegen het einde van de tocht toch weer wat sterkere wind.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Vroeg in de ochtend rijden we via Winschoten naar Wedderveer, waar we de finishauto op het parkeerterrein bij recreatieoord Weddermeer parkeren. Snel rijden we daarna naar de startplaats van vandaag; we hebben er zin in.

Bij de startauto drinken we zoals gewoonlijk koffie en eten er door Tineke zelfgebakken koekjes bij. We starten.
Yes, we kunnen weer
Het eerste stuk van de tocht van vandaag gaat over een schelpenpaadje. De noordenwind is vrij stevig en zorgt voor verkoeling. Dat blijkt als we bij een elektriciteitsverdeelstation (mooi “galgje-woord”) door bossages uit de wind worden gehouden. Als er geen wind staat, dan is het warm. Het is een rustig paadje waar we heel af en toe even aan de kant moeten om fietsers te laten passeren. We merken dat we de grens met Duitsland naderen: “Gutenmorgen”, klinkt het. Veel Duitse fietsers dus.

Een paar kilometer verderop, op de verharde weg, worden we getrakteerd op voorbijrijdende oude auto’s. Toen we vanochtend naar de start reden kwamen we al een paar prachtige exemplaren tegen. Schijnbaar wordt er ergens een “oldtimer-rally” gehouden.

Emergo
Dan plotseling schieten we weer een bosachtig gebied in. Het gebied rondom een grote visvijver heet “Emergo”. Het recreatiegebied is door Staatsbosbeheer aangelegd en in 1973 geopend. Het terrein beslaat een oppervlakte van 49 hectare waarvan de vijver voor 9 hectare deel uitmaakt. Droevig detail is dat tijdens het aanleggen van de visvijver drie kinderen, tijdens het spelen, op 21 mei 1973 onder het zand bedolven raakten en stikten. 
De visvijver in het recreatiegebied "Emergo"
Meestal, als we aan oost Groningen denken, denken we dat het een kale en ruimtelijke omgeving is, maar het valt ons op hoeveel bomen en bos er is. Het valt ons niet tegen; sterker nog, het bevalt ons wel.

De wandeling door “Emergo” is mooi; al staat het gras op de paden vrij hoog. En ook na het recreatiegebied blijven we tussen de bomen door wandelen. Op een gegeven moment merken we dat we van de route af zijn. We maken een doorsteek langs een polderkanaaltje en komen zo weer op het “rechte” pad. We wandelen Oude Pekela in.
Een mooie oude boerderij (bij binnenkomst van Oude Pekela)
Je hebt het op veel plaatsen in Nederland, dus waarom zou het hier anders zijn. De straat waar we doorheen lopen wordt bewoond door, laten we het zo zeggen; de zelfkant van de samenleving: de sociaal armeren. Veel tuinen liggen er verwaarloosd bij en hier en daar staan grote partytenten in voortuinen. Tegenover deze huizen ligt een parkje met een waterpartij. 

Teken
Het loopt inmiddels tegen half één; tijd dus voor de lunch. In het parkje nemen we stelling op een bankje met mozaïeksteentjes. Het is een veelkleurig bankje met leuke figuren erop. De koffie en boterhammen komen voor het licht. Hein trekt zijn schoenen uit en merkt tot zijn ontsteltenis dat hij teken op zijn lichaam heeft. Bij een check-up blijkt dat we allemaal wel één of meer van deze potentiele ziekmakers op ons hebben. Maar Hein spant de kroon. Na de zuiveringsactie kunnen we dan uiteindelijk aan de koffie en broodjes beginnen. Het zit er prachtig. Ook staat er een beetje wind, wat met dit warme weer nog iets voor verkoeling zorgt.
Heeeele grote stepping stones
In de vijver liggen grote betonnen blokken waarover je heen kunt lopen. Natuurlijk willen we dat allemaal. Hotze probeert, staande op 1 van de blokken en zijn wandelstok als peddel gebruikend, weg te varen, maar de blokken zijn goed met de aarde verbonden dus mislukt zijn aktie.

RIZA
Na de quick lunch gaan we verder. Bij de Rooms Katholieke Kerk slaan we linksaf langs de vaart. De kerk is niet meer in gebruik, getuige het grote slot op het toegangshek en een fikse boom die in een dakgoot groeit. We lopen nu langs het Pekelerhoofddiep. Deze vaart, maar eigenlijk al het boezemwater in oost Groningen, was in de jaren 70-80 van de vorige eeuw regelmatig in het nieuws. De aanpalende karton- en aardappelmeelfabrieken waren dermate vervuilend dat het schuim, dat op het water van de vaart stond, bij harde wind als grote vlokken door de dorpen Oude- en Nieuwe Pekela waaide. Ir. J.H. Jansen van het Rijks Instituut voor de Zuivering van Afvalwater schrijft: “De kwaliteit van het water was heel erg slecht. Inwoners en industrie loosden hun afvalwater ongezuiverd. Op veel plaatsen was daardoor het water zuurstofloos. Je had òf water zonder vissen of water waar regelmatig op grote schaal vissterfte plaatsvond. Door de lozingen van de strokarton- en aardappelmeelindustrie stonken de kanalen zo erg dat je ze op een afstand van 5 kilometer nog kon ruiken”. Gelukkig lijkt de situatie aanmerkelijk verbeterd en “zie” je niets meer van die vervuiling. 
Draaibrug over het Pekelerhoofddiep
Het zuidoostelijke deel van Oude Pekela heeft een ander aanzien dan het noordwestelijke deel. De huizen zijn hier over het algemeen van riant formaat en de tuinen zijn doorsneegewijs goed onderhouden. Het contrast tussen “arm & rijk” lijkt in “Ol Pekel” pijnlijk zichtbaar.
In een klein speeltuintje staan “survival-achtige” toestellen opgesteld; en dat wil Hein natuurlijk wel even proberen. Ook Foekje kan de lokroep van de "wip wap" niet weerstaan....De anderen van het wandelgezelschap nemen het korte intermezzo te baat om wat water te drinken en even de benen rust te geven. 
WIP WAP
Paard
Via wandelpaden gaan we onderlangs de Pekela’s. We gaan dwars door de landerijen waar mais, aardappelen, bieten en graan worden verbouwd. In het open veld heeft de zon vrij spel. De wind is gaan liggen waardoor de temperatuur verder is opgelopen. 
Langs een kanaaltje zien we een picknickbankje zodat al ver van tevoren om thee wordt geroepen. Een boom bij het bankje biedt enige schaduw terwijl er zo nu en dan een verfrissend “koeltsje” staat. Het is ook heerlijk om in het gras te liggen…. dus duurt deze pauze iets langer dan we normaal gewend zijn met theepauzes. 
Tijdens onze siësta zijn we er getuige van hoe een amazone er niet in slaagt om haar paard, bereden, over een bruggetje te voeren. Het edele dier weigert pertinent wat de berijdster noopt om haar paard aan de teugels over de klap te leiden. Arm dier.

Uiteindelijk stappen we weer op. Via een lange, nagenoeg kaarsrechte weg komen we in Blijham. We zien dat ook in deze plaats de verschillen groot zijn: mooie huizen met mooie tuinen en huizen die tot de categorie “opknappers” horen en die, wanneer je er mee bezig bent om het te restaureren, “afknappers” blijken te zijn. 
Een rode sloot
De laatste kilometer van de etappe voert ons langs een sloot waarvan het water roodgekleurd is. Waarschijnlijk is dit het gevolg van een sterk ijzerhoudende grondsoort. Het laatste stukje wandelen we over de verharde weg terwijl we eigenlijk het pad door het hoge gras moeten volgen. We merken het te laat op, maar laten het er, met het risico om meer teken, deze keer maar bij. 

Wandelstok
Bij het recreatiepark Weddermeer verkopen ze bij de receptie ijs. We nemen een ijsje en likken het buiten op, in een fel schijnende zon. Jan heeft met zijn afstandsbediening de ruiten van de auto al opengezet zodat de wind even door het vihicule kan waaien. Snel pakken we de spullen achter in de auto en maken ons uit de voeten, op naar de startauto.
Vlak voor het recreatiepark komen we deze oude schuur tegen. Een mooi foto-object
Bij de startauto worden de spullen van de Brouwers in hun eigen auto overgepakt. Op dat moment komt Tineke erachter dat er een wandelstok ontbreekt: “Hé, er is maar 1 wandelstok”. Oei!!! Tineke heeft haar wandelstok, toen ze de ijsjes afrekende, bij de balie van de receptie van het recreatiepark laten staan. 

Dit feit roept herinneringen op aan het Pieterpad, toen ze haar stok op een veerpont liet staan en we een half uur moesten wachten totdat het veer weer onze kant op kwam. We moeten nu een half uur rijden tot aan het punt waar de stok vermoedelijk is achtergebleven. Gelukkig staat de stok er nog; onaangeroerd!

Via dezelfde weg als we vanochtend zijn gekomen, rijden we terug naar huis. Het is bijna 6 uur als we in Grou arriveren. Jan kookt spaghetti. Dit wordt op het adres It Roer 9 in gezamenlijkheid opgepeuzeld en met een stevige bier weggespoeld. Na de maaltijd gaat Hein naar huis. De rest heeft nog een avondje “Gabe Skroar” voor de boeg. Als we maar wakker kunnen blijven. 

Klik voor de foto's van deze tocht op: KLICK

Vertrek Grou: 08:00 uur
Start wandeltocht: 10:30 uur
Finish wandeltocht: 16:00 uur


zondag 3 juni 2018

GFP (18) Annerveenschekanaal – Meeden

Afstand 17 kilometer
Terrein: Onverharde paden en met name in en rond Veendam geasfalteerde paden en wegen.
Het weer: Licht bewolkt, soms wat gesputter en 1 regenbui. Warm en een zacht windje in de rug.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Hein is vandaag wederom niet mee.
Aan het einde van een doodlopende weg, net ten zuiden van Meeden, parkeren we de finishauto. Met een half uurtje arriveren we op de plek waar we de vorige keer zijn geëindigd. We drinken er koffie en eten een heerlijke koek.
Het warm; de broekspijpen kunnen wel worden afgeritst
We steken de Kielsterachterweg over en wandelen parallel aan een vaart richting Veendam. De vegetatie staat in het begin vrij hoog maar na een paar honderd meter wordt het wandelen iets gemakkelijker omdat het gras minder hoog is. Aan onze linkerzijde, aan de overkant van het kanaaltje, zien we met enige regelmaat zweefvliegtuigjes opstijgen. De lier, die de toestellen omhoogtrekt, staat nu precies aan de andere kant van het vliegveldje dan die keer dat we er voor de laatste keer waren. Het zal ermee te maken hebben dat ze dan tegen de wind in kunnen opstijgen. 
Aan het einde van het kanaaltje komen we langs een schutsluis die, getuige de begroeiing ter plaatse, de indruk geeft weinig gebruikt te worden. De sluis dient ervoor om met vaartuigen die vanuit de Veenkoloniën komen, naar de bij Wildervank en Veendam gelegen vijverpartijen te kunnen varen. Maar zoals gezegd ogen de sluizen niet als worden ze vaak gebruikt.
Er weer wordt een vliegtuigje omhoog getrokken
NNZC
Op de weg langs het vliegveldje blijven we even staan kijken naar zweefvliegtuigen die opstijgen en landen. Naast de opslagloods van de NNZC (Noord Nederlandse Zweefvlieg Club) ligt een aantal vliegtuigjes op hun beurt te wachten om te kunnen opstijgen. De NNZC is opgericht in 1932 en bezit zelf een vloot van acht zweefvliegtuigjes waarmee beginnende en volleerde vliegers het luchtruim kunnen kiezen. Het vliegveldje bij Borgercompagnie is pas in 2003 in gebruik genomen.
Het tempo waarmee de fragiele vliegtuigjes opstijgen is weerzinwekkend. In een hoek van zeker 45 graden schieten ze beangstigend snel omhoog. Maar het is wel een leuk gezicht ze te zien opstijgen, al moeten we er alle vier niet aan denken om erin te zitten….

Parkstad Veendam
We moeten onszelf ertoe dwingen om verder te lopen. Het is inmiddels broeierig warm geworden. Het lichte briesje in de rug geeft niet de verkoeling die we graag willen. Nog even gaat het langs het kanaaltje om uit te komen bij een meertje: de “Zeilplas”. We wandelen het recreatiegebied aan de westkant van Veendam in, het “Borgerwold” (woud van de burgers). Dit gebied beslaat een oppervlakte van 450 hectare waarvan 100 hectare water met ongeveer 25 kilometers aan fiets- en wandelpaden. Het is niet voor niets dat Veendam ook wel “parkstad” wordt genoemd. 
We lopen langs de oever van de grote waterplas en zo nu en dan passeren we vissers die, sommige al dagen achter elkaar, op hun stekkie zitten. Jan vraagt of er nog wat gevangen is, maar de visser antwoordt dat hij twee dagen achterelkaar niets heeft gevangen. Tja, geduld is een schone zaak.
Veel sloten en vaarten betekent veel bruggetjes
In een park op een bankje met uitzicht over het omliggende water drinken we koffie en eten een boterham, waarna we weer verder gaan in dit uitgestrekte gebied. We wandelen zeker een uur voor we in de “buitenwijken” van Veendam aankomen. Grote huizen op grote percelen grond, vaak gelegen aan vijvers en waterpartijen beheersen het straatbeeld. Eerlijk is eerlijk, deze “weelde” hadden we hier niet verwacht. Via een aantal woonwijken wandelen we het centrum van Veendam in. 
Veendam is met ca. 20.000 inwoners de op twee na grootste stad van de provincie Groningen. De in 1655 ontstane stad heeft zich in de negentiende eeuw ontwikkeld als centrum van de Groningse veenkoloniën. De geschiedenis is 350 jaar geleden begonnen met turfafgravingen. Uit de oorspronkelijke turfvaart ontstond in de loop van de tijd een kustvaart die zo belangrijk was dat verzekeringsmaatschappij Lloyds haar eerste kantoor op het vaste land van Europa oprichtte in Veendam. 

Foekje koopt bij een Turkse winkel een paar appels, een mandje perzikken en een paar heerlijke vleespasteitjes die we ter plekke verorberen. Het is gezellig druk in het centrum. Er is een Multi culinair festival gaande met veel kraampjes waar je iets kunt eten. Wij doen dat niet. De lucht is “zo zwart als een pachter”, zoals Groningers zeggen. Er dreigt regen, dus moeten we door.
Het is gezellig druk in Veendam
Oude AE
Ten noorden van het centrum is Veendam al bijna even ruim opgezet als het westelijke deel. In de vijvers zwemmen veel eenden en ganzen. Kort lopen we langs de “Oude AE”, een riviertje waaraan Veendam mede zijn ontstaan te danken heeft. Als we op het punt staan Veendam te verlaten en het natuurgebied ten noorden van de stad in te wandelen begint het te regenen. Gelukkig bieden de bomen met hun lover al enige bescherming tegen het hemelnat en kunnen we bij de ingang van het gebied onder een boom schuilen. Om van de nood een deugd te maken drinken we er thee en verorberen we onze laatste broodjes. 
 Een buitje, dus tijd voor thee
Na de regenbui wandelen we door het ruige natuurgebied richting Muntendam. Het zonnetje komt er alweer door wat het meteen klam warm maakt. Via de smalle “Bredeweg” zetten we koers naar het oosten en wandelen uiteindelijk onder de N33 door. Hier zijn we vanochtend met de auto al langsgereden. 

Hennepplantage
We wandelen over de “Beneden Veensloot”. Langs een smal wandel/fietspad staat een enorm grote hennepplantage. Het “Dagblad van het Noorden” schrijft op 4 november 2017 in een artikel dat: “De ontwikkeling en vermarkting van nieuwe toepassingen van het knolgewas, de cannabisplant en de uit de bodem bij Veendam gewonnen minerale grondstof kunnen de regio nieuwe industrie opleveren.” De hennep wordt onder meer gebruikt vanwege zijn sterke vezels en vanwege de eiwitrijkheid voor diervoeding. Het heeft dus niks met clandestiene “wietteelt” te maken. 
Een "mega" hennepplantage
Via de lange “Korte Akkers” wandelen we uiteindelijk de “Boven Veensloot” in. In de berm zitten twee dames die ons aanspreken. Zij wandelen ook het GFP, zij het in andere richting Samen stellen we vast dat we weinig mede-wandelaars tegenkomen. En dat is maar goed ook eigenlijk.

Aan het einde van het verharde deel van deze weg staat de auto. We hebben de “put eruit”; de warmte van vandaag heeft veel van ons genomen. Mede door de warmte en het stadse karakter van de tocht was het qua tijd een lange tocht. Snel stappen we in de auto en halen de startauto op. Via Hoogezand rijden we weer terug naar huis. 
Gelukkig staat 'ie er nog!

Meer foto’s? Klik dan op deze LINK!

Vertrek Grou: 08:00 uur
Start wandeltocht: 10:15 uur
Finish wandeltocht: 16:15 uur


zaterdag 2 juni 2018

GFP Enkhuizen Zuiderzeemuseum

Het routeboekje van het Groot Frieslandpad schrijft voor dat je, als je in Enkhuizen bent aangekomen, de boot naar Stavoren moet nemen om daar de route voort te zetten. In eerste instantie leek het ons acceptabel om het stukje met de boot over te slaan, maar als wij op 14 april 2017 in Enkhuizen langs het buitenmuseum van het “Zuiderzeemuseum” lopen, komen we op andere gedachten. 
We willen het openluchtmuseum wel eens van binnen bekijken, maar op dat moment ontbreekt het ons aan tijd. Er wordt geopperd dat we, op een later te bepalen tijdstip, met de boot van Stavoren naar Enkhuizen kunnen nemen; het museum bekijken en dezelfde dag weer naar Fryslân terugvaren.
Zuiderzeemuseum optima forma
Gevulde koek
Zo gezegd, zo gedaan. Op 2 juni 2018 stappen we op een druilerige ochtend in Stavoren op de veerboot naar Enkhuizen. Onderweg nemen we koffie met appelgebak. Hotze daarentegen neemt een Gevulde Koek, maar dan wel met zonder slagroom. Groot was zijn verontwaardiging dat zijn koffie met koek duurder was dan onze koffie met appeltaart MET slagroom...

Waarschijnlijk is het de meest bewolkte dag van het jaar, want het zonnetje laat ons eigenlijk volledig in de steek en soms miezert het een beetje; maar de temperatuur is redelijk aangenaam. We struinen het hele “buitenmuseum” door en sommige gebouwen bekijken we van binnen en van buiten. Ergens in een schuur, zittend op balen stro, eten we onze broodjes.
De fuiken hangen te drogen
Op de terugweg naar de haven gaan Foekje, Hotze en Hein nog even bij het “binnenmuseum” naar binnen. Tineke en Jan blijven buiten (voor de foto’s van de buitenkant van de gebouwen J).

Spareribs
Als we weer aan boord zijn, nemen we allen (behalve Tineke) een “grote bier”. Tijdens de overtocht is het een jolige boel. Terug naar huis rijden we door Hindeloopen, waar we nog een vorkje prikken. De spareribs zijn van stevig formaat en smaken voortreffelijk. Ook het andere gebodene is van prima smaak. 
Langs de boten in de jachthaven gaat het weer richting boot
Met een volle maag en goed gevulde SD-kaarten keren we huiswaarts. Tineke rijdt. Omdat we er al “bijna” langskomen worden we nog getrakteerd op een siteseeing langs de boerderij waar zij is opgegroeid. 

Tegen een uur of tien zijn we thuis. Het was een lange-, gezellige-, leerzame- en waardevolle dag.

Maar snel naar bed. Morgen wordt er weer gewandeld.

Heb je meer interesse in de foto’s van deze dag, klik dat op deze LINK


maandag 21 mei 2018

GFP (17) Schipborg - Annerveenschekanaal

Afstand: 17 kilometer
Terrein: Geasfalteerde wegen. Door bossen en over landerijen onverharde paden.
Het weer: Zonnig, warm en behoorlijk veel (tegen)wind.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Hein heeft voor de tocht van vandaag afgezegd.
De finishauto wordt langs de Kielsterachterweg geparkeerd. Bij de startauto drinken we zoals gewoonlijk onze koffie. 
De wandeling gaat eerst door het kleine dorpje Schipborg. Oorspronkelijk heette de plaats “Borck”, maar omdat deze naam vaak verward werd met Westerbork heeft men de naam in de zeventiende eeuw veranderd. Het woord “schip” geeft aan dat het dorp per schip via het Schipborgerdiep bereikbaar was.  
Stobbige eiken op 'De Strubben'
Stobbige eiken
Na het dorp kuieren we over “de Holle Drift”, een smal en rul zandpad dat aan het begin omzoomd wordt met (soms)luxueuze vakantiewoningen. Gelukkig laten we de bebouwing snel achter ons en stappen monter over het voormalige schietterrein “De Strubben-Kniphorstbos”. De dubbele naam van het gebied is ontleend aan de ‘stobbige eiken’ in het gebied en aan mr. Gerrit Kniphorst; hij was in de negentiende eeuw de eigenaar en ontginner van het toenmalige heideveld. Vanaf 1938 is het gebied als militair oefenterrein in gebruik geweest, maar in 2006 is het overgedragen aan Staatsbosbeheer en aangewezen als archeologisch rijksmonument. Op het terrein bevinden zich namelijk 4 hunebedden en zo’n zestigtal grafheuvels.
Het is warm en dermate zonnig dat we besluiten ons met zonnebrand in te smeren. 
Is het hier links- of rechtsaf
De weg kwijt
In het dorpje Annen raken we van het pad. We hadden bij het hunebed (D9) een achterweggetje moeten nemen, maar zijn op de hoofdweg blijven lopen. Na een kleine omweg raken we weer op de juiste route.
Annen is vermoedelijk ontstaan tussen de 6een de 9eeeuw, hoewel er sporen zijn gevonden die wijzen op een veel eerdere bewoning van het gebied. Dat verklaart de vele hunebedden en grafheuvels in de nabije omgeving van het dorp. Uit oude belastinglijsten heeft men kunnen berekenen hoeveel boerderijen of erven er in het verre verleden in Annen hebben gestaan. In het jaar 944 moeten dat 13 boerderijen zijn geweest.
De brink in Annen is de grootste grasbrink van Europa. 
Een paardenbloem op de grootste grasbrink van Europa
Op een grasveld met een bankje nemen we tijd voor koffie en broodjes. Tineke stuurt aan Hein een appje over wat hij vandaag allemaal wel niet mist. Na de koffie hoeven we maar een klein stukje te wandelen om weer buiten de dorpskern te geraken. We komen weer op de vlakte. De bossen hebben we achter ons gelaten. Het waait hard en we hebben wind tegen. 

Onderweg moeten we helaas andermaal constateren dat het droevig is gesteld met de weidevogels. Tot hier hebben we nog geen enkele kievit, scholekster of grutto gezien of gehoord. 

Over een kanaaltje is een touwbrug gespannen. Moeten we daar overheen?? Gelukkig niet. Jan probeert al een paar stappen, maar keert snel op zijn schreden terug. 
Een touwbrug in 'the middle of nowhere'. Wie durft......?
Beverland
We passeren de “Duunsche Landen”. Het is een oud rivierduincomplex. Omdat het gebied deel uitmaakt van een waterwingebied heeft de Waterleidingmaatschappij Drenthe het in 1998 in laten richten als natuur- en wandelgebied. Bij de “wel” koelt Foekje haar handen door ze in het schone opspuitende grondwater te houden. Heel apart. 
En hoewel we in het gebied een aantal sporen aantreffen van de aanwezigheid van bevers, krijgen we deze platstaart niet te zien. Gelukkig zijn er paaltjes met afbeeldingen ervan, zodat we aan hun uiterlijk worden herinnerd. Bij een bankje met vrij uitzicht drinken we thee. 
Het bankje is gesitueerd bij een kruising van fietspaden. Het is er een drukte van belang met fietsers. 

Iets verderop staat op het fietspad het woord “finish” gekalkt. Wij weten dat we nog niet bij het einde van de etappe zijn, dus stappen we monter door. 
Wat doet ABBA in Nieuw-Annerveen?
ABBA
In Nieuw-Annerveen staan verkeersborden met Zweedse vlaggen en afbeeldingen van de Zweedse muziekgroep ABBA erop. Wat daar de reden en/of oorzaak van is kan de schrijver dezes niet (ook niet op internet) achterhalen. Omdat Jan en Foekje echte ‘Zwedofielen’ zijn kunnen zij deze geste goed waarderen.  

Langs het lange en rechte kanaaltje “Annerveensche Mond” of “Annerkanaal” komen we uiteindelijk in Annerveenschekanaal. Via een bruggetje steken we het Grevelingskanaal over en plotseling staan we weer in de provincie Groningen. Het kanaal, dat tussen 1771 tot 1780 met de hand is gegraven, vormt de grens tussen de provincies Groningen en Drenthe. Omdat de stad Groningen het merendeel van de kosten van het graven op zich nam, kwam het hele kanaal op het grondgebied van de provincie Groningen te liggen. Dus zodra je vanaf de Drentse zijde de brug op loopt ben je, als je boven het water bent, al in een andere provincie.  
Het Grevelingskanaal vormt de grens tussen Groningen en Drenthe
Biertje….?
In de voormalige waterstaatskerk van Annerveenschekanaal is tegenwoordig een café-restaurant gevestigd. We nemen er een heerlijke koude bier op het terras. Eentje maar, want we moeten straks nog met de auto. Het valt ons op hoe stoffig we zijn. Het opgewaaide zand is aan onze bezwete armen en benen blijven plakken; zijn we al bruin??
Na het bier stappen we naar de finishauto die op een dikke kilometer verwijderd staat. 
Proost!!!
Als we weg willen rijden zien we de plaats waar ze zweefvliegtuigjes de lucht in trekken. We hadden al een paar zien landen, maar wisten niet precies waar. Vanuit de auto kunnen we zien hoe de fragiele vliegmachines in ijltempo omhoog worden getrokken. 

In Schipborg wordt de bagage omgepakt en neemt Tineke nog een slok koffie, die vanochtend in de kan is achtergebleven. Nou, als ik nu niet nuchter ben dan weet ik het niet meer, moet ze gedacht hebben.
De terugweg naar huis verloopt zonder noemenswaardig oponthoud. Het valt niet op dat het 2epinksterdag is.
Tegen zes uur rijden we oprit in Grou weer op. Het was een lange, maar prachtige wandeldag vandaag.

Klik voor meer foto’s van deze prachtige tocht op deze LINK.

Vertrek Grou: 08:00 uur
Start wandeltocht: 10:15 uur
Finish wandeltocht: 16:45 uur