maandag 21 mei 2018

GFP (17) Schipborg - Annerveenschekanaal

Afstand: 17 kilometer
Terrein: Geasfalteerde wegen. Door bossen en over landerijen onverharde paden.
Het weer: Zonnig, warm en behoorlijk veel (tegen)wind.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Hein heeft voor de tocht van vandaag afgezegd.
De finishauto wordt langs de Kielsterachterweg geparkeerd. Bij de startauto drinken we zoals gewoonlijk onze koffie. 
De wandeling gaat eerst door het kleine dorpje Schipborg. Oorspronkelijk heette de plaats “Borck”, maar omdat deze naam vaak verward werd met Westerbork heeft men de naam in de zeventiende eeuw veranderd. Het woord “schip” geeft aan dat het dorp per schip via het Schipborgerdiep bereikbaar was.  
Stobbige eiken op 'De Strubben'
Stobbige eiken
Na het dorp kuieren we over “de Holle Drift”, een smal en rul zandpad dat aan het begin omzoomd wordt met (soms)luxueuze vakantiewoningen. Gelukkig laten we de bebouwing snel achter ons en stappen monter over het voormalige schietterrein “De Strubben-Kniphorstbos”. De dubbele naam van het gebied is ontleend aan de ‘stobbige eiken’ in het gebied en aan mr. Gerrit Kniphorst; hij was in de negentiende eeuw de eigenaar en ontginner van het toenmalige heideveld. Vanaf 1938 is het gebied als militair oefenterrein in gebruik geweest, maar in 2006 is het overgedragen aan Staatsbosbeheer en aangewezen als archeologisch rijksmonument. Op het terrein bevinden zich namelijk 4 hunebedden en zo’n zestigtal grafheuvels.
Het is warm en dermate zonnig dat we besluiten ons met zonnebrand in te smeren. 
Is het hier links- of rechtsaf
De weg kwijt
In het dorpje Annen raken we van het pad. We hadden bij het hunebed (D9) een achterweggetje moeten nemen, maar zijn op de hoofdweg blijven lopen. Na een kleine omweg raken we weer op de juiste route.
Annen is vermoedelijk ontstaan tussen de 6een de 9eeeuw, hoewel er sporen zijn gevonden die wijzen op een veel eerdere bewoning van het gebied. Dat verklaart de vele hunebedden en grafheuvels in de nabije omgeving van het dorp. Uit oude belastinglijsten heeft men kunnen berekenen hoeveel boerderijen of erven er in het verre verleden in Annen hebben gestaan. In het jaar 944 moeten dat 13 boerderijen zijn geweest.
De brink in Annen is de grootste grasbrink van Europa. 
Een paardenbloem op de grootste grasbrink van Europa
Op een grasveld met een bankje nemen we tijd voor koffie en broodjes. Tineke stuurt aan Hein een appje over wat hij vandaag allemaal wel niet mist. Na de koffie hoeven we maar een klein stukje te wandelen om weer buiten de dorpskern te geraken. We komen weer op de vlakte. De bossen hebben we achter ons gelaten. Het waait hard en we hebben wind tegen. 

Onderweg moeten we helaas andermaal constateren dat het droevig is gesteld met de weidevogels. Tot hier hebben we nog geen enkele kievit, scholekster of grutto gezien of gehoord. 

Over een kanaaltje is een touwbrug gespannen. Moeten we daar overheen?? Gelukkig niet. Jan probeert al een paar stappen, maar keert snel op zijn schreden terug. 
Een touwbrug in 'the middle of nowhere'. Wie durft......?
Beverland
We passeren de “Duunsche Landen”. Het is een oud rivierduincomplex. Omdat het gebied deel uitmaakt van een waterwingebied heeft de Waterleidingmaatschappij Drenthe het in 1998 in laten richten als natuur- en wandelgebied. Bij de “wel” koelt Foekje haar handen door ze in het schone opspuitende grondwater te houden. Heel apart. 
En hoewel we in het gebied een aantal sporen aantreffen van de aanwezigheid van bevers, krijgen we deze platstaart niet te zien. Gelukkig zijn er paaltjes met afbeeldingen ervan, zodat we aan hun uiterlijk worden herinnerd. Bij een bankje met vrij uitzicht drinken we thee. 
Het bankje is gesitueerd bij een kruising van fietspaden. Het is er een drukte van belang met fietsers. 

Iets verderop staat op het fietspad het woord “finish” gekalkt. Wij weten dat we nog niet bij het einde van de etappe zijn, dus stappen we monter door. 
Wat doet ABBA in Nieuw-Annerveen?
ABBA
In Nieuw-Annerveen staan verkeersborden met Zweedse vlaggen en afbeeldingen van de Zweedse muziekgroep ABBA erop. Wat daar de reden en/of oorzaak van is kan de schrijver dezes niet (ook niet op internet) achterhalen. Omdat Jan en Foekje echte ‘Zwedofielen’ zijn kunnen zij deze geste goed waarderen.  

Langs het lange en rechte kanaaltje “Annerveensche Mond” of “Annerkanaal” komen we uiteindelijk in Annerveenschekanaal. Via een bruggetje steken we het Grevelingskanaal over en plotseling staan we weer in de provincie Groningen. Het kanaal, dat tussen 1771 tot 1780 met de hand is gegraven, vormt de grens tussen de provincies Groningen en Drenthe. Omdat de stad Groningen het merendeel van de kosten van het graven op zich nam, kwam het hele kanaal op het grondgebied van de provincie Groningen te liggen. Dus zodra je vanaf de Drentse zijde de brug op loopt ben je, als je boven het water bent, al in een andere provincie.  
Het Grevelingskanaal vormt de grens tussen Groningen en Drenthe
Biertje….?
In de voormalige waterstaatskerk van Annerveenschekanaal is tegenwoordig een café-restaurant gevestigd. We nemen er een heerlijke koude bier op het terras. Eentje maar, want we moeten straks nog met de auto. Het valt ons op hoe stoffig we zijn. Het opgewaaide zand is aan onze bezwete armen en benen blijven plakken; zijn we al bruin??
Na het bier stappen we naar de finishauto die op een dikke kilometer verwijderd staat. 
Proost!!!
Als we weg willen rijden zien we de plaats waar ze zweefvliegtuigjes de lucht in trekken. We hadden al een paar zien landen, maar wisten niet precies waar. Vanuit de auto kunnen we zien hoe de fragiele vliegmachines in ijltempo omhoog worden getrokken. 

In Schipborg wordt de bagage omgepakt en neemt Tineke nog een slok koffie, die vanochtend in de kan is achtergebleven. Nou, als ik nu niet nuchter ben dan weet ik het niet meer, moet ze gedacht hebben.
De terugweg naar huis verloopt zonder noemenswaardig oponthoud. Het valt niet op dat het 2epinksterdag is.
Tegen zes uur rijden we oprit in Grou weer op. Het was een lange, maar prachtige wandeldag vandaag.

Klik voor meer foto’s van deze prachtige tocht op deze LINK.

Vertrek Grou: 08:00 uur
Start wandeltocht: 10:15 uur
Finish wandeltocht: 16:45 uur




zaterdag 19 mei 2018

GFP (16) Norg - Schipborg

Afstand 18 kilometer
Terrein: Door de dorpen verharde-, maar daarbuiten merendeels onverharde paden. De laatste kilometers voor Schipborg door het veld.
Het weer: Aanvankelijk zwaarbewolkt en windstil. Temperatuur rond 15 graden. Vanaf theestop bij Tynaarlo licht bewolkt/zonnig met een temperatuur van om en nabij de 20 graden.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Door het rupsenverhaal van de vorige etappe, besluiten we om bij de finishauto in Schipborg onze “startkoffie” te drinken. We staan op een parkeerplaats waar geen eikenbomen staan. Het moet al een flinke rups zijn die in onze koffie terecht komt.
Koekoeksbloemen kleuren het veld roze
Hotze parkeert de startauto in een smal landweggetje. Even uitkijken voor de rupsen natuurlijk. Van meet af aan hebben we de pas er behoorlijk in, dermate dat Tineke, die nog een paar bloemetjes op foto zet, de overige wandelaars snel en volledig uit het oog is verloren. 

Bij Theehuis “De Bosrand” steken we de doorgaande weg over en wandelen we een keienstraatje op. Links van ons zien we een lang en hoog hekwerk. We vermoeden dat dit iets van Defensie is of was. Het is inderdaad iets van ’s-landsverdediging. Het is “Munitiemagazijnencomplex Donderen”. Tijdens de koude oorlog werd hier munitie opgeslagen. In heel Nederland bevonden zich ongeveer 100 locaties als deze die werden gebruikt voor opslag van munitie en het (op reserve) parkeren van militaire voertuigen. Veel van deze terreinen, evenals oefenterreinen, zijn in 2004 verkocht en worden nu gebruikt door private partijen. De twee Leopardtanks die Nederland nog heeft, staan ergens anders geparkeerd. 
Op de heide leven ook adders. Zo blij dat we ze niet zijn tegengekomen
Noordsche Veld
Het wandelpad kronkelt zich tussen de bomen door. Omdat we van links naar rechts door het bos lopen hebben we er werkelijk geen weet van waar we eigenlijk zijn. Laat staan waar we heen lopen. Wij wandelen naar de heide van het “Noordsche Veld”. Bij het grote informatiebord staat een reuzepaddenstoel van staal waar je bij regen mooi onder zou kunnen schuilen, maar het is droog.

Het ruim 70 hectare grote Noordsche Veld is rijk aan archeologische resten uit de Steentijd, IJzertijd, Bronstijd en Romeinse tijd. In het gebied bevinden zich 9 grafheuvels uit diverse perioden en een hunebed uit de late Steentijd. Ook bevindt zich in dit gebied een groot aantal “raatakkers”; prehistorische akkers (ook wel “celtic fields” genoemd). De raatakker is een kleine vierkante akker zoals die vanaf de latere Bronstijd tot in de Romeinse tijd werd aangelegd voor de teelt van primitieve graansoorten als tarwe en spelt. 

We wandelen om het veld heen en laten het als het ware rechts liggen. 

Na ongeveer 8 kilometer drinken we onze koffie op een bankje dat naast een kruising van wegen staat. Het is er een drukte van belang aan fietsers. 

Na de koffie schieten we linksaf het veld in. Rondom ons worden aardappelen en graan verbouwd. We kunnen niet zien welk graan en welke soort aardappelen het precies betreft, maar we vertrouwen erop dat je er, eenmaal geoogst, heerlijke broden en patat van kunt bakken. 
Mooie paarden die best wel een "topje" vers gras lusten
Mooie paarden
We wandelen langs een manege. Dat geeft vertier omdat er meestal paarden in de buurt lopen. Zo ook hier. Hein en Foekje plukken grote toppen gras om het aan de prachtige edele dieren te voeren. Tineke en Jan zorgen ervoor dat dit “evenement” wordt vereeuwigd. 

We zijn in Vries. Dit oude noord Drentse dorp dateert waarschijnlijk al van de vroege middeleeuwen. Reeds rond het jaar 800 stond in Vries al een kerk; waarschijnlijk van hout. Nadat deze houten kerk is afgebrand, heeft men een nieuwe in steen opgetrokken kerk gebouwd. Sporen van deze beide oude kerken zijn bij een grondige restauratie van de huidige kerk (in 1947) onder de kerk teruggevonden. We nemen een kijkje in de kerk. Foekje brandt er een kaarsje.
Van enige pinksterdrukte is niets te merken. Het is rustig in het dorp.
Er staan mooie huizen in Vries; met uitbundig bloeiende Rododendrons
Hondsrug
Vries ligt op het noordelijke deel van wat wij de Hondsrug noemen. De Hondsrug is de meest prominente rug in een complex van meerdere parallel lopende langgerekte heuvelruggen en heeft een lengte van ongeveer 70 kilometer en een gemiddelde hoogte van 20 meter. Hij strekt zich globaal uit van Emmen tot aan de stad Groningen. De andere lagere ruggen zijn: Rug van Tynaarlo, de Rolderrug, de Rug van Zeijen, de Rug van Noordhorn en de Rug van Norg. Vries ligt op de Rug van Tynaarlo. De heuvelruggen zijn ontstaan tijdens de voorlaatste ijstijd: het “Saalien” ca. 150.000 tot 130.000 jaar voor Christus.

We wandelen richting Tynaarlo. Foekje wil graag even zitten om van schoenen te wisselen.  Ze wandelt op haar “nieuwe” wandelschoenen, maar omdat nieuwe schoenen altijd wat problemen geven heeft ze haar oude vertrouwde wandelschoenen in de rugtas gestopt. Helaas voor haar vinden we geen bankje en wandelen we nog even door. Ook langs de oevers van het meertje met daaromheen kapitale woningen staan geen picknickbankjes.
Uiteindelijk besluiten we om op een stapel betonnen platen langs de spoorbaan even te pauzeren. Zo kan Foekje van schoenen wisselen en bij het zoevende geluid van diverse, met hoge snelheid voorbij razende, treinen drinken we onze thee.
En dat was de 13:45 uur intercity Groningen - Zwolle
De zon breekt door. We stappen op. Nog geen 100 meter verderop wandelen we aan een hunebed voorbij. Hier hadden we ook onze thee kunnen drinken; dat was wel een stuk rustiger geweest. Maar tja, dan hadden we de Intercity naar Zwolle niet voorbij zien komen…..

Rietorchis
Het laatste deel van de etappe voert ons door het prachtige landschap van de Drentsche Aa. De natuur laat zich er van zijn kleurigste kant zien. Langs de oevers van het “Zeegserloopje staan velden vol orchideeën. De meest voorkomende soort is hier de “Rietorchis”, die delen van de landerijen paars kleurt. 
Rietorchidee
Na kilometerslang over onverharde paden te hebben gelopen komen we uiteindelijk op het zandpad van Schipborg naar Zeegse. We wandelen dit pad af naar de brug over de Drentsche Aa. Dit stukje route van het GFP hebben we in 2014 als deel van het Pieterpad al eens bewandeld; zij het dan wel in omgekeerde richting. Het komt ons “niet onbekend” voor.
De "loop" van het riviertje de Aa
De finishauto staat in de volle zon. Snel pakken we onze spullen in en verlaten Schipborg. Tineke heeft vanmiddag via de App met haar zus in Vries afgesproken dat we even “aanwaaien”. Zonder omwegen vinden we het huis en gaan even naar binnen om de “nieuwe” woning te aanschouwen. 

In de bossen bij Norg vinden we de startauto terug. We laden de spullen over en maken ons uit de voeten naar Grou.
Meer foto's van deze tocht vind je onder deze LINK.

Vertrek Grou: 08:35 uur
Start wandeltocht: 10:10 uur
Finish wandeltocht: 16:00 uur



zaterdag 12 mei 2018

GFP (15) Haulerwijk - Norg

Afstand: 17 kilometer
Terrein: Verharde, geasfalteerde wegen. Door de bossen via onverharde paden.
Het weer: Licht bewolkt met temperaturen rond 24 graden.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
We parkeren de finishauto op een bospad langs de weg Norg-Donderen. Omdat er nogal veel rupsen uit de bomen vallen besluiten we om bij de startauto een kop koffie te gaan drinken. En er vallen niet alleen veel rupsen uit de bomen, maar het klinkt in het gebladerte op de grond net of het regent. Op de een of andere manier scheiden de rupsen iets uit wat naar beneden valt. 
En de Brem staat al in volle bloei
We lopen eerst een stukje in westelijke richting en wandelen rondom Haulerwijk. Als we na bijna 3 kilometer weer richting Haulerwijk kunnen kijken zien we de startauto staan. Dat schiet dus niet op vandaag.

De route voert ons naar het dorpje Een. In de bossen er naartoe worden we geconfronteerd met rupsen die aan lange webdraden uit de bomen hangen. Soms kunnen we ze niet ontwijken zodat we elkaar regelmatig moeten ont-rupsen. Het is een kwestie van goed uitkijken. Ook verderop op de route hebben we soms stevig last van bungelende rupsen.

Amerikaanse eik
Vlak na Een, aan het Groote Diep drinken we koffie en eten er onze eerste broodjes en een gevulde koek. Er staan twee bankjes die rondom een boom zijn gesitueerd. Het idee dat we rondom een Amerikaanse Eik zitten doen de gemoederen in de groep iets oplopen. Er wordt zelfs voorgesteld om de boom, die om de een of andere reden associaties met de Amerikaanse president Donald Trump oproept, stiekem om te zagen. 
Nee, dit is niet de president van Amerika. Hoewel, als je goed kijkt........
Na de koffie lopen we verder richting Norg. Via bospaden komen we uiteindelijk in dit Drentse esdorp aan. Een “es” is een gemeenschappelijke akker. In het begin van de middeleeuwen duikt Norg als Nurch of Norche op in oorkondes. De oudste essen zijn op 650-750 na Christus gedateerd. Het dorp Norg telt vijf brinken. Ze zijn in de 19e eeuw aangelegd voor de grote paardenmarkten, maar de markt in Norg kan bijna niet concurreren met de grotere buur-markten in Zuidlaren en Roden.  
Een mooie oude boerderij aan de Brink in Norg
Het is gezellig druk in het oude dorp. Aan een toch algemene drang om ergens een biertje te gaan drinken geven we geen gehoor. Het is warm en we moeten nog zeker 5 kilometer wandelen. Dat wordt dan nog wat. Even boven Norg, in de bossen op een bankje in de schaduw drinken we thee en eten de laatste broodjes. 

Rupsen, rupsen en nog eens rupsen
Als we later op de route over een fietspad onze weg moeten vervolgen blijken de bomen ernaast vol te hangen met rupsen. Hier is geen doorkomen aan. Het noopt ons om door het naast gelegen bouwland te wandelen. Gelukkig is de eigenaar er nog niet aan toe gekomen om het land te bewerken en te beplanten. Op deze alternatieve route weten we de plaatselijke rupsenplaag te vermijden. 
Er hangen zoveel rupsen boven het fietspad dat we genoopt zijn om over het naastgelegen bouwland te lopen
Aan de boorden van het “Schillenveen”, een hoogveengebied, nemen de fotografen in het gezelschap een uitgebreide fotosessie. Het gebied kleurt gedeeltelijk wit door het talrijke “Wollegras”. Dit gebied werd een aantal jaren geleden nog bedreigd door het oprukken van de “Amerikaanse Vogelkers” (weer die Amerikanen), maar deze bedreiging schijnt succesvol te worden gestopt doordat met rondom het veengebied de jonge scheuten van de Vogelkers bij de grond afzaagt.

Als we langs de oostkant van het vakantiepark “Oosterduinen” wandelen moeten we ruimte maken voor een ontzettend grote “gierbak”. Even later zijn we er getuige van dat de machine de gier in het naastgelegen weiland injecteert. Een haas rent voor zijn leven als het grote gevaarte met hoge snelheid door het grasland rijdt. Niets lijkt te worden gespaard.
Het Schillenveen kleurt bijna wit door het weelderig groeiende Wollegras
Een opknapper
In het park zijn hier en daar wat vakantiehuizen te koop. Foekje neemt een kijkje in één van de woningen door even door de ramen naar binnen te gluren. De vloer en het plafond liggen eruit en ook de keuken is niet meer aanwezig. Als je zou overwegen dit pandje te kopen dan is het duidelijk een opknapper. En als je er een poosje mee bezig bent zou het best eens een afknapper kunnen blijken te worden. 

Als we bij de finishauto aankomen rijdt Jan de auto eerst naar de verharde weg. Boven de auto hangen veel rupsen en ook op en aan de auto kleven al de nodige wurmpjes. Pas als we rijden waaien de insecten van de auto.

Thuisgekomen drinken we in de zitkuil van de buren van nummer ZEVEN nog een paar grote bieren en eten er een paar knabbeltjes. Het is nog steeds warm; het zit er lekker.


Vertrek Grou: 08:30 uur
Start wandeltocht: 09:45 uur
Finish wandeltocht: 15:45 uur

Wil je alle foto’s zien? Klik dan op deze LINK

PS Even iets over de rupsen. Jan leest het volgende bericht op internet:

Overlast van eikenprocessierupsen mogelijk al in juni.
De ontwikkeling van de eikenprocessierupsen verloopt snel vanwege de hoge temperaturen. De periode met de grootste kans op overlast door de brandharen van de rupsen start mogelijk al begin juni. 
De afgelopen week zijn op veel plaatsen in Nederland al de eerste rupsen met brandharen aangetroffen. Nog niet eerder zaten de rupsen met brandharen al zo vroeg in het jaar laag in de bomen, meldt het Kenniscentrum Eikenprocessierups vrijdag via het blad“Nature Today”.
De brandharen van de rupsen kunnen leiden tot klachten zoals ontstoken ogen, jeuk en koorts. De periode van overlast zal naar verwachting in juni starten en in juli eindigen. De precieze duur van de periode hangt af van de temperatuurontwikkeling. 
Vanwege de hoge temperaturen wordt verwacht dat de meeste rupsen rond eind mei nesten gevormd hebben en dan ook duidelijk waarneembaar zijn.
Op basis van het aantal waargenomen eikenprocessievlinders in 2017 en de optimale ontwikkeling van veel rupsensoorten zal er naar verwachting een vergelijkbaar aantal eikenprocessierupsen zijn als vorig jaar.  (bron: NU.nl)