Noardlike Fryske Wâldenpaad

Dit is het nieuwste langeafstandspad van Friesland: Het 165 km lange ‘Noardlike Fryske Wâldenpad’, dat de afgelopen jaren op initiatief van het enthousiaste wandelstel Jaap en Anneke Jongejan is vormgegeven. Met medewerking van de Agrarische Landschapsvereniging Noardlike Fryske Wâlden en Wandelnet is een prachtige route ontstaan door de Friese Wouden.

Als je een buitenstaander vraagt wat kenmerkend is voor Friesland zal hij beslist een paar typische elementen noemen. In elk geval: watersport, kop-hals-rompboerderijen en een wijd landschap met een kerktoren aan de horizon. 

Nationaal Landschap
Dat klopt, maar toch ook weer niet. De Noardelike Fryske Wâlden zien er heel anders uit. Voor Friesland is het eigenlijk een atypisch gebied. Kleinschalig boerenland met een rijke flora en fauna, opvallend door zijn kleine percelen, omzoomd door houtwallen, elzensingels en braamstruiken. Het gebied is zo bijzonder dat het aangewezen is als Nationaal Landschap.

De Noardlike Fryske Wâlden is een van de weinige gebieden in Europa waar het coulisselandschap zo goed als intact is gebleven. Boeren hebben de wallen en singels indertijd aangelegd als veekering, waardoor een fijnmazig patroon met een besloten karakter is ontstaan. Met de komst van “prikkeldraad” verloren de singels en ‘dykswâlen’ hun functie. 

Statige states
Het streekpad ‘Noardlike Fryske Wâlden’ voert door een afwisselend gebied van het Nationaal Landschap en soms net even over de rand ervan. We lopen door boerengebied met de kenmerkende singels en dykswâlen. Maar ook door de natte natuurgebieden als de Houtwiel en het Nationaal Park Alde Feanen. We passeren de states die enkele adellijke families in bezit hadden, zoals Staniastate in Oentsjerk en Fogelsanghstate in Veenklooster. 
Routekaartje van het 165 km lange Noardlike Fryske Wâldenpaad
De restanten van de bittere armoe van de veenarbeiders zijn te vinden in het oosten van het gebied. De armoezaaiers van de 19eeuw in hun povere onderkomens, die zich bewogen aan de rafelranden van de samenleving. Wâldfolk werden zij genoemd, de stoelenmatters en losse arbeiders. Hun handel en wandel bevond zich soms aan het randje van de Wet. En soms “krekt der oer hinne”. Er net een beetje overheen. 

Prate jo frysk?
We wandelen in het oostelijke deel van Friesland, de voertaal is er Frysk; of beter gezegd: wâldfrysk. Als u een beetje van goede wil bent, dan snapt u al gauw waar het over gaat. “In klap op ’t skouder en dan geane jo wer fierder’.

De bewoners van de Fryske Wâlden worden “Wâldpiken” genoemd – een “pyk” is een kip. Vroeger was Wâldpyk een scheldwoord voor de arme bevolking van de zandgronden. De naam wordt tegenwoordig met trots gedragen. Want de Wâldpyk is ‘dwers en in bytsje rûch’, dwars en een beetje ruw. Vrijgevochten, authentiek, liever kleine baas dan grote knecht. 
En je had er ‘singelier folk’ tussen, een tikje apart. Ook altijd goed voor eens sterk verhaal, dat toch echt gebeurd was. Misschien hoorde het er vroeger wel bij: bijzondere dorpsfiguren en hun bijnamen. Eppie Hanekeutel die eigenlijk Eppie de Haan heette. Melle Stienstra die altijd Melle Rommel werd genoemd, vanwege zijn handeltje in oude spullen. Het waren geen scheldnamen, maar bijnamen die te maken hadden met een bijzonder kenmerk. 

Apart volk, ‘singelierfolk’. Al lopend door de Noardlike Fryske Wâlden komen we ze zeker tegen en vertellen ze hun eigen verhaal. Sterker nog; één persoon van ons wandelgezelschap is een echte Wâldpyk. We kunnen bijna niet op zijn verhalen wachten. 

Wandelgids
Van de route is een wandelgids uitgegeven. In deze wandelgids is de route stap voor stap beschreven en gedetailleerd in kaart gebracht. Alle informatie over voorzieningen langs de route vindt u terug in de gids. Daarnaast geeft de gids een schat aan informatie over bezienswaardigheden langs de route. (Noardlike Fryske Wâlden, Streekpad 20, wandelen door het Nationaal Landschap; ISBN 978-94-92641-02-1)