De komende dagen hebben we weer een wandelweekend gepland. Dagen lang houden we gespannen de weersverwachtingen in de gaten. Het ziet er bepaald niet goed uit: veel te koud voor de tijd van het jaar en men voorziet bij tijd en wijle heftige buien met regen, hagel en onweer.
Foekje en Jan hebben een hotel in Tecklenburg gereserveerd en zij kunnen voor donderdag middernacht nog kosteloos annuleren. Laat op de donderdagavond vindt er tussen de buren van zeven en njoggen druk Whatsapp-verkeer plaats. Wat doen we, gaan we ervoor of laten we dit weekend schieten.
Vastvriezen
De reden dat we de Hermannsweg wandelen is om te genieten van de natuur en het heuvelachtige terrein van het Teutoburgerwald. Kunnen we dat als het slechts 4 graden is en als we met regelmaat voor regen- en onweersbuien moeten schuilen? Wat komt er terecht van een bakkie koffie drinken op de kliffen langs het parcours? Je kunt wel met je kont aan de rotsen vastvriezen.
Lang om let nemen we de beslissing om niet te gaan. Jan heeft op dat moment nog exact zeventien minuten om de hotelreservering te annuleren en Tineke kan morgen de caravan weer uitladen. De afgelopen dagen is ze nog zo druk geweest om de sleurhut reisvaardig te krijgen.
Concert
Vrijdagavond gaan we met de hele wandelclub naar een concert van Racoon. Hotze en Tineke waren aanvankelijk van plan om zaterdagochtend vroeg naar Duitsland af te reizen. Nu we besloten hebben dat er het komende weekend niet wordt gewandeld, kunnen we zaterdag lekker uitslapen. Daarom kunnen we na afloop van het concert in alle rust en met een gerust hart nog een biertje drinken.
Het volgende wandelweekend is gepland voor de Pinksterdagen.
donderdag 21 april 2016
zondag 10 april 2016
Bevergern - Brochterbeck (16 km)
De
wekker gaat om half acht. We hebben afgesproken om om half negen te gaan
ontbijten, maar van tevoren moet er nog koffie op de kamer worden gezet voor
onderweg. We hebben de dompelaars mee. Het duurt niet lang of bij Jan en Foekje
op de kamer hangt de geur van vers gezette koffie. Ze doen er een kan heet water
bij voor de thee. Om haf negen zitten we aan het ontbijt. Foekje is ‘flauw’. Ze
had zich verheugd op spek en eieren, maar helaas. Natuurlijk liggen er heerlijk
gekookte eitjes, maar als je je ergens op instelt dan is de teleurstelling des
te groter. Jan ontdekt dat het dekseltje van het zoutvaatje een beetje los zit
en waarschuwt, om desastreuze gevolgen te voorkomen, de rest van het
gezelschap. Als Jan even later van een het
halen van een aanvulling op zijn ontbijt van de buffettafels terugkomt
ontwaart hij bij terugkomst een dikke bult zout op zijn placemat. Wat was er
gebeurd. Tineke had net een eitje getikt en toen ze er zout op wilde doen en
het zoutpotje bij het dekseltje optilde zakte het vaatje eronder uit met de
ravage tot gevolg. Er ligt een bult zout op tafel die voldoende is voor 1.000
gekookte eieren. Om de rust in de ontbijtruimte niet te veel te verstoren
lachen we ingehouden. Even later, als Tineke voor zijn eitje een beetje zout op
Hotze zijn ontbijtbord doet, houden we onze adem in en ons hart vast; als dat
maar goed gaat. Gelukkig, het gaat goed. De eitjes smaken voortreffelijk. Grote
kannen koffie en thee completeren het geheel. Nadat een yoghurtje met muesli de
gaatjes heeft gevuld stappen we op.
Het
is bewolkt maar omdat er niet of nauwelijks wind staat beslist niet koud. De
beide Focussen staan nog op de parkeerplaatsen. Als we om ons heenkijken
ontdekken we dat alle auto’s NL-registratieplaten hebben. Vreemd? Nou niet
echt. Het is lekker dicht bij huis, maar toch ben je al helemaal in het
buitenland.
Gisterenmiddag
waren we er langs gereden en toen zeiden we al tegen elkaar dat we vandaag,
voordat we aan de wandeling beginnen, het kasteel wilden bezoeken. We parkeren
de auto’s in hartje Bad Bentheim waar de parkeerterreinen, vanwege het vroege
tijdstip, nog voldoende parkeergelegenheid bieden. We klimmen via de trappen de
heuvel op, waarop het immense kasteel is gelegen. We vergapen ons aan het
formaat van het gebouw en fantaseren met elkaar hoe het er op deze plek 1000
jaar geleden heeft moeten uitzien. Was het maar mogelijk om met de tijdmachine
van professor Barrebas (uit de stripverhalen van Suske en Wiske) terug in de
tijd te kunnen. Jan had, staande bovenop de heuvel, graag een paar honderd jaar
terug in de tijd gewild. Zucht!
Eerst
maken we een kijkje in de burcht zelf. Een hekwerkje leidt de bezoeker naar een
kleine kassa, waar je toegangskaarten kunt kopen. Als je voorbij de kassa wilt
moet je eerst betalen. Tineke ziet de trap die naar de bovenrand van de
buitenmuur leidt en rent, al fotograferend, aan de kassa voorbij. Maar dat laat
de kassière niet op over haar kant gaan. Met een kort en bondig commando
dirigeert ze Tineke terug achter het toegangshek. Noh!
We
maken een wandeling om het kasteel, dat als de grootste hoogteburcht van
noordwest Duitsland in de boeken staat. Hier ligt een geweldig stuk
geschiedenis. Bad Bentheim wordt voor het eerst vermeld het jaar 1.020, toen
werd graaf Otto von Northeim als eigenaar van de burcht opgevoerd. Het kasteel zal in het begin eenvoudig
geweest zijn, maar sinds ongeveer 1525 heeft het zijn huidige imposante vorm.
Het is een kolossaal bouwwerk dat van grote afstand al zichtbaar is. Als we
weer bij de auto terugkomen is het merkbaar drukker geworden. Het
parkeerterreintje staat nu al voor een groot deel vol met auto’s, veelal met
Nederlandse kentekens.
Vergeten fototoestel
Het
zonnetje breekt door het donkere wolkendek en de temperatuur doet rasse stappen
voorwaarts. Na een 50 tal kilometers verlaten we de Autobahn en rijden we naar
een parkeerterreintje net ten noorden van Brochterbeck in het Bocketal. Het is
ongeveer 11 uur als we daar arriveren. Het parkeerterrein ligt precies op de
Hermannsweg; de route gaat erover heen. Gelukkig is er nog een plekje voor ons
vrij.
We stappen
met zijn allen in de rode Ford en zetten koers naar Bevergern. Nog maar een
kilometer zijn we onderweg of Jan meldt dat hij zijn fototoestel op de
achterbank van zijn auto heeft laten liggen. Moeten we terug? Natuurlijk moeten
we terug. Wat is Jan zonder fotocamera. De eerste de beste rotonde rijdt Hotze
360 graden in de rondte en rijden we naar de parkeerplaats terug. Uiteindelijk
komt het dan toch zover dat we via een mooie landelijke route naar de start in
Bevergern rijden. Am Markt is het alweer behoorlijk warm. Jan besluit zijn
korte broek aan te trekken; Hotze volgt zijn voorbeeld. Foekje trekt een korte
lange broek aan en Tineke en Hein vouwen de broekspijpen op. De shirtjes-korte-mouw komen voor het licht.
Om
kwart voor twaalf sluit Hotze de auto af en wandelen we naar de uitgang van het
fraai belijnde pleintje. Behalve Hein dragen we vandaag allemaal een stok bij
ons. Sterker nog; Tineke heeft er voor gekozen om de Nordicwalking-stokken te
gebruiken. Ze verwacht er voordeel van te hebben en heuvel-op iets meer
snelheid en stabiliteit te genereren. We zullen het haar na afloop van de
wandeling vragen of het die voordelen heeft opgeleverd die ze ervan verwacht
had.
Dortmund - Ems kanaal
Onze
constatering van gisteren dat Bevergern een mooi dorpje is wordt deze ochtend
bevestigd. We wandelen langs de mooie plekjes in het dorp. Zo passeren we een
molen zonder wieken, een kleine voorraadschuur in vakwerkslijl en een treurwilg
die recht boven het water van een stroompje staat. De huizen, verderop langs
het pad zijn van vrij recente datum, maar tjonge, wat wonen zie hier groot.
We
steken het Dortmund-Ems kanaal over. Naast de brug ligt een diepe sluis waaruit
net een met steengruis geladen schip vaart. Langzaam onder ons door vaart het
lange gevaarte richting de Noordzee. Foekje en Jan zijn hier in 2003 al eens
langs gefietst. Dat was op de terugweg van hun reis naar de bronnen van de Maas
- in Frankrijk. Na de brug lopen we nog even rechtdoor om vervolgens rechtsaf
te slaan. De eerste heuvel van het Teutoburgerwald ligt voor ons. De beklimming
hakt er meteen behoorlijk in. Dit is beslist wat anders dan de hellingen van
het aquaduct bij Grou. Ten eerste ligt het stijgingspercentage veel hoger. Ook
de lengte van de beklimming is aanmerkelijk langer. De eerste heuvel is iets
meer dan 100 meter hoog. Als we boven zijn houden we even pauze. Het moet wel
even wennen, dat geklauter. Doordat het lekker warm is parelen de zweetdruppels
van de voorhoofden.
Doordat
de bomen nog niet gebladerd zijn kunnen we Bevergern, onder ons, goed zien
liggen. Het uitzicht is prachtig. Helaas dalen we na ongeveer een halve
kilometer weer naar het niveau van het Dortmund-Ems kanaal terug. Het lijkt
nagenoeg windstil te zijn, maar op de brug over het Mittellandkanaal waait een
stevig, edoch verfrissend windje. We blijven even staan om het lichaam de kans
te geven om iets af te koelen, maar als we de brug zijn overgestoken en weer in
de bosschages terecht komen wordt het meteen weer warm.
Elk
voordeel heb zijn nadeel!, heeft Johan Cruyff eens gezegd. Zo ook hier. Het is
wel leuk om van de heuvel af te dalen, maar achter elke heuvel ligt een andere
heuvel waar je dan weer bij op moet. Het parcours is prachtig maar gaat soms
stevig omhoog. Daarentegen gaat het dan ook weer crescendo naar beneden. Hein
vraagt zich onderweg af waar we het eigenlijk voor doen.
We
maken onderweg een kleine afzwaaier naar een plek waar je een mooi uitzicht
over Münsterland moet hebben. Als we op de plek arriveren confisqueren we
meteen het enige bankje met tafel. Dit is een leuke plek om koffie te drinken
en een broodje te eten. Het uitzicht is bijzonder mooi. Jammer dat het een
beetje heiig is. “Anders hadden we Grou wel kunnen zien liggen, zover kun je
kijken”, zegt Jan. Maar zijn bewering wordt door Tineke niet geloofd. Grou ligt
te ver weg en bovendien wijst hij naar het zuiden; dus de verkeerde kant op.
Het zit er lekker rustig tot een grote groep mountainbikers herrie komt maken.
Het is een groep van jeugdige fietser en fietssters die door volwassen worden
begeleid. Maar als het drukte makende zootje weer is opgestapt keert de rust
weer.
Het
valt ons andermaal op dat we ook hier met grote regelmaat relikwieën van Roomse
origine tegen komen. Een van de meest in het oog springende is een soort van
fresco van Maria, maar dan in mozaïek. Het altaartje staat iets van het pad.
Foekje, Hotze en Jan bekijken het aandachtig. Tineke en Hein lopen voorop en
zijn zo met elkaar in gesprek dat het ding hen niet is opgevallen. Zij wandelen
door en zullen het daarom later met de foto’s moeten doen.
Pas op voor mountainbikers
Op
sommige delen van de Hermannsweg is het redelijk druk te noemen. Nou hadden we
wel verwacht niet de enigen op het pad te zijn, immers de Hermannsweg is een
van de meest bewandelde en befietste route van Duitsland. Vooral de
mountainbikers moet je in de gaten houden. Nog niet eens zozeer als ze heuvelop
fietsen, want dan gaat het betrekkelijk langzaam. Maar als de met een noodgang
de heuvel afkomen is het toch wel zaak om even ruimte te maken. Van de overige
wandelaars hebben we geen last.
Hein en Jan die iets vooruit zijn gelopen houden stil bij een oude beukenboom. De lange takken van de bomen hangen op ongeveer twee meter boven de bebladerde bodem. Hein springt omhoog om een tak vast te grijpen, maar die hangt net te hoog. Gelukkig kan Jan er wel bij. En even later hangt Hein als een luiaard aan de tak. Of is het slingeraap?
Hein en Jan die iets vooruit zijn gelopen houden stil bij een oude beukenboom. De lange takken van de bomen hangen op ongeveer twee meter boven de bebladerde bodem. Hein springt omhoog om een tak vast te grijpen, maar die hangt net te hoog. Gelukkig kan Jan er wel bij. En even later hangt Hein als een luiaard aan de tak. Of is het slingeraap?
Net
voor de Dörenther Klippen steken we drukken doorgaande weg naar Ibbenbüren
over. Het is hier echt uitkijken geblazen. Aan de andere kant van de weg staat,
bovenop een heuveltje, staat een kleine kapel. De deur is open en we gaan naar
binnen. Foekje en Jan branden een kaarsje voor hun overleden broer en zus. Als
de gelegenheid ervoor is doen ze dat wel vaker. Een goed voorbeeld doet over
het algemeen goed volgen; Hotze steek ook een kaars aan voor zijn vader, die
dit jaar honderd jaar zou zijn geworden.
Even een kaarsje..... |
We
wandelen langs de plaatselijke camping. Een mooi terreintje, maar de drukke weg
ernaast zorgt voor veel geluidsoverlast. Op de wandelpaden krioelt het van
dagjesmensen. We zijn aangekomen bij de Dörenther Klippen, mooi rotsformaties
bovenop de heuvels, waar het wandelend publiek op zo’n mooie dag als vandaag
graag even naartoe wandelt. Gelukkig wijkt ons pad iets af en weten we de strompelende
meute te vermijden. Het terras van de taveerne bij de rotsen is vol bezet. Jan
en Hein zijn iets vooruit gewandeld en beklimmen als eerste de uitkijktoren.
Waar zijn de anderen zo snel gebleven. We zagen ze net nog lopen. Hein en Jan
lopen een eind terug, maar kunnen de andere drie niet ontwaren. Dan zijn ze de
uitkijktoren voorbij gelopen, is de conclusie. Maar op het moment als ze het
drukke terras weer voorbij lopen roept Hein: “Kijk!, ze staan op de toren.”
Theedrinken op de Dörenther Klippen
Theedrinken op de Dörenther Klippen
Tineke,
Foekje en Hotze hadden van het toilet gebruik gemaakt en “it huisje” stond
precies onder de uitkijker; vandaar. Rondom de toren is het drukte van belang.
Snel doorwandelen is daarom het devies. Het eerstvolgende bankje is voor ons;
daar gaan we theedrinken. Pas na een kilometer komen we bij een bank. Hoewel!
Eigenlijk is het geen bank, maar het was ooit wel een bank geweest. Alle
planken ontbreken namelijk. Alleen de betonnen dragers, waarover ooit planken
hadden gelegen, staan er nog. Hein neemt plaats. Maar deze houding houd je niet
lang vol. Snel even een fotootje schieten.
Een mooi bankje Hein; maar wel vermoeiend |
We
wandelen verder. Dan plotseling ziet Jan, op ongeveer 100 meter van het pad een
paar rotsen in de zon glinsteren. Misschien is dat een optie? We kunnen altijd
even kijken.
Het
blijkt een prima plek te zijn. De rotsen zijn door de zon iets opgewarmd en als
je eenmaal plaats hebt genomen heb je een geweldig uitzicht over de 100 meter
lager gelegen dorpjes, wegen, sloten en weilanden. Zo’n zitplaats is eigenlijk
veel mooier dan een bankje langs de route. Want het moet gezegd: langs de route
staan bankjes plenty.
Na
thee, broodjes en chocolade pakken we de tassen weer in en stappen weer verder.
Om bij het hoofdpad te komen moeten we letterlijk en figuurlijk door het
struikgewas en zo komt het dat, als we weer op het pad zijn, we hier en
daar kleine schrammen op onze ontblote
benen hebben. Niet erg, want was het er mooi.
Fruitbomen alom
We
dalen wat, we klimmen wat, en we maken kilometers. We passeren een weiland
waarin fruitbomen staan. Het is een soort van boomgaard waar verschillende
soorten fruitbomen worden gehouden. Ook langs het pad staan appel-, peren- en
kersenbomen. Informatiebordjes noemen de naam en mogelijkheden van de bomen.
Foekje merkt op dat er een paar bomen bij zijn die wel wat snoeiwerk konden
hebben. “Jo moatte der in pet trochhinne goaie kinne”, heeft ze ooit geleerd.
De bomen zijn inderdaad niet goed onderhouden, maar informatief is het wel.
Vlak
voor Brochterheim zet de afdaling naar het Bokkedal in. De voeten staan voorin
onze schoenen. En nadat we een klein woonwijkje hebben doorkruist en een wat
grotere weg hebben oversteken staan we plotseling weer bij onze zwarte auto.
Het parkeerterrein puilt uit van auto’s. Van wandelaars, stellen we vast. We
stoppen de tassen in de achterbak en rijden via dezelfde route als we
vanochtend hebben gereden weer naar de startplek in Bevergern. Onderweg vult
Jan de tank van zijn auto met goedkope Duitse diesel. Op het ringmuurtje van de
markt is het heerlijk warm. We zitten er even en drinken een mondje water.
Haben Sie Schnitzels?
Bomen, bomen, bomen zover het oog reikt. Maar dit zijn geen fruitbomen |
Wat
gaan we doen? Eten we nog wat in dit stadje of zetten we weer af richting Fryslân.
De meeste stemmen gelden en vinden dat we hier nog wel kunnen dineren. Hein en
Jan wandelen “de stad” in om te vragen of er ergens schnitzels te krijgen zijn.
En die zijn er, zodat we even later in de plaatselijke taveerne ‘aan het maal
zitten. De porties zijn deze keer voldoende. We moeten stevig door eten om de
kok eer aan te doen.
Het
restaurant waar we zitten kent en lange en bewogen geschiedenis. Er stond heel
vroeger een boerderijtje dat in 1488 door de Abdes Oda van Snetlage voor 425
gulden was gekocht. Helaas brandde het huis tijdens de stadsbrand van 1562 tot de grond toe af. Daarna kochten de ciserciënzer
nonnen in 1694 de grond en bouwden er een nonnenhuis. Het geld was afkomstig
van de verkoop van de restanten van de inboedel van hun, in 1680 verwoeste
slot. Ook dit bouwsel werd tijdens een volgende stadsbrand verwoest. Het restaurant dateert van 1669 en was
vroeger een boerderij. In 1994 is het volledig gerestaureerd en is restaurant
“Klosterhof” er gevestigd. Man man, wat een geschiedenis.
We
verlaten het restaurant en lopen naar de auto’s die op ongeveer 100 meter
afstand verwijderd staan. Hotze wil nog even goedkope Duitse benzine tanken en
nadat dat is gedaan sluipen we de Autobahn op en rijden naar Grou terug.
zaterdag 9 april 2016
Rheine - Bevergern (19 km)
Het is net voor acht uur als de rode Ford Focus de oprit
tussen de nummers 7 en 9 afrijdt. Pa en ma halen zoon Hein van huis. Even later
vertrekken Jan en Foekje met hun zwarte Focus. We ontmoeten elkaar bij de
rotonde aan het begin van het dorp en rijden achter elkaar aan de A32 op,
richting Heerenveen, richting Rheine, richting start van de Hermannsweg.
We gaan bij Zwartemeer de grens over. Het is ook in
Duitsland nog lekker rustig op de vierbaans weg - der Autobahn. Net voordat we
de A31 verruilen voor de A30 doen we een “Parkplatz” aan waar een toilet is
gesitueerd. Het parkeerterrein is geel van de narcissen. Tineke heeft er bij
vertrek op aangedrongen om, voordat we starten, eerst nog een toilet op te
zoeken. We starten straks in de stad Rheine en wie weet wanneer we een
geschikte gelegenheid zullen vinden om een plasje te doen. In een bos is dat
vaak geen probleem, maar in een grote stad…? Je kunt moeilijk achter een
verkeersbord gaan staan wateren.
Am Markt
Na ongeveer 200K rijden we het dorpje Bevergern in. Het is
de finishplaats van vandaag. Op de markt, die toepasselijk “Am Markt” heet,
parkeert Jan zijn auto binnen de belijning van de parkeervakken. Hotze, die
iets later het terrein oprijdt, parkeert zijn auto bovenop een lijn en tegen
een muurtje. Het valt ons op dat de parkeervakken van verschillende grootte zijn.
Op hetzelfde muurtje alwaar Hotze zojuist zijn auto
tegenaan heeft geparkeerd drinken we, als vanouds, Tineke haar lekkere koffie
en eten we er een door Foekje gebakken punt citroencake bij. Het is lekker warm
op het pleintje. De zon schijnt volop.
De eerste schreden worden gezet. We wandelen langs de rivier de Ems. |
Zooooo hoog steeg het water toen..... |
Als je maar snel genoeg draait wordt je broek vanzelf nat |
De start in Rheine
Nadat sommige bagage is overgeladen laten we de rode Focus
achter en rijden we naar de stad Rheine, waar we de auto in een soort van
achterafstraatje parkeren.
De eerste meters lopen we langs het snel stromende riviertje
de Ems. Dan verlaten we het water en maken een “de-tour” door het centrum. We
maken een “slag om de kerk” en lopen dan een kleine marktplaats op waar vandaag
echt markt is. Bij een kraam liggen eieren in verschillende maten. Die grote
daar, wat zullen de kippen van het leggen van die dingen zere konten krijgen.
Gelukkig; het blijken ganzeneieren te zijn.
Een kleine markt in hartje Rheine |
Foekje en Tineke loeren in vele etalages, maar de mannen
stappen door. Het werkwoord winkelen mag dan met een “W” beginnen, maar dat
doet wandelen ook.
De GPS-en leiden ons terug naar het water van de rivier en
zodra we op het wandelpad langs de Ems lopen, zien we, op een lantaarnpaal geplakt, de eerst
“H”. Deze “H” zullen we de komende kleine 160K volgen. En al snel komen we er
achter dat er veel “H’s” zijn; de route wordt goed aangegeven. Da’s mooi!
Bij een clubgebouw van een plaatselijke roeiclub nemen
Tineke en Foekje de gelegenheid te baat om het toilet te gebruiken. Er moet
natuurlijk wel eerst even worden gevraagd, maar ‘offensichtlich’ is dat geen
bezwaar.
Langs het spoor steken we de rivier over |
Via een wandelpad langs het spoor steken we de rivier over.
Het is warm. Na nog wat bebouwing schieten we dan eindelijk het bos in, maar
als we denken dat we de stad al uit zijn wandelen we weer een buitenwijk van
Rheine in. Vlak voor het plaatsnaambord “Rheine” staat een overdekte
picknicktafel. Die is voor ons. Een ree, die iets verderop staat te grazen,
houdt schijnbaar niet van onze aanwezigheid en draaft het bos in. De
thermosfles komt op tafel: koffietijd. Maar ook de zakjes met broodjes komen
voor het licht. Wandelen geeft gezonde trek, zullen we maar zeggen.
Als Foekje haar rugzak afdoet, wordt zichtbaar hoe de
tas het rugpand van het fleecejasje heeft geteisterd. Tineke stelt voor om er,
bij thuiskomst, een stukje stof overheen te naaien zodat het niet tot op de
draad zal slijten.
Heerlijk wandelweer
Na een poosje stappen we op en wandelen we andermaal Rheine
binnen. Het is nu maar voor korte duur. Na een paar honderd meter verlaten we
de verharde weg en de huizen en slaan links af het bos in. Rheine zijn we nu
wel kwijt, hopen we. De witte letters “H” op een zwarte ondergrond leiden ons
verder de route op. We wandelen op verschillende soorten paden. Zo nu en dan
zijn het onverharde ‘Landschaftswegen” die plotseling weer overgaan in smalle
kronkelige bospaden.
Het is heerlijk wandelweer. Het zonnetje staat hoog
aan het firmament om zo nu en dan door een klein vriendelijk wolkje te worden
afgedekt. De temperatuur ligt waarschijnlijk rond de 15 klein nulletje C; een
prima wandeltemperatuur.
Mooie smalle bospaden. Van de grote hoeveelheid regen van de afgelopen dagen is niets te merken |
De letter "H" zullen we nog vaak volgen |
Het landschap is afwisselend. We wandelen door bossen, maar
dan plotseling staan we weer midden in agrarisch gebied. Het is nog vroeg in
het jaar. De koeien staan nog op stal en de bouwlanden liggen er nog onbewerkt
bij. Slechts op een enkele plek doet koolzaad zijn uiterste best om zich te
ontwikkelen; een vage gele kleurzweem hangt boven de velden. De bomen worden
langzaamaan groen van kleur. Foekje merkt op dat de natuur ontluikt. Het woord
“ontluiken” wordt in de Nederlandse taal bijna niet meer gebezigd. “Gebezigd”
ook niet trouwens.
Medewandelaars
Zo nu en dan passeren we een mede wandelaar of
wandelaarster. Maar op een gegeven moment komt er een grote groep wat oudere
wandelaars de hoek om zeilen. Gelet op de oude koppetjes maken we op dat het
een ‘ouden van dagen’-wandelgezelschap is. Maar omdat we in tegengestelde
richting lopen passeren we elkaar in een flink tempo en is de rust in een poep
en een scheet weer teruggekeerd.
Op de meest gekke plaatsen op de route lopen we langs kruisen,
Mariabeeldjes of ander soort gedenktekens. Van een aantal ervan worden door
Tineke en Jan foto’s gemaakt, maar als je er een paar gehad hebt, verdwijnt het
enthousiasme om er weer een foto van te maken al snel.
Op een kruising van wegen nemen we heel kort pauze bij
en op een bankje. We zijn zojuist over de Heiner-Heide gewandeld en gaan zo
dadelijk de Heiner Strasse oversteken. Hein heeft ons op de bordjes langs de
kant gewezen. Er is nu een lid van het wandelgezelschap dat behoorlijk naast
zijn schoenen loopt, maar het vertikt om met het bordje op foto te gaan.
Tja, je zult maar "Hein" heten..... |
Bij het bankje wordt er op chocolade en plakjes droge worst
getrakteerd. We snoepen er graag van. Het uitzicht over de licht glooiende
landerijen voor ons is bijzonder mooi. Tineke neemt haar fototoestel en wandelt
naar een hegje om daar overheen kijkend een paar kiekjes van de omgeving te maken.
Als ze naar de picknicktafel terug wil lopen blijft het koordje van haar fototoestel
achter een takje hangen en wordt ze, als ze wegloopt, meteen teruggetrokken.
Het is een sierlijk schouwspel haar zo gracieus te zien bewegen. Er wordt
hartelijk gelachen. We stappen weer verder.
Na een veldje met geel koolzaad lopen we weer richting een
bos. De stammen van de witte berken vormen een harmonieus geheel met de gele
bloemen en de blauwe lucht. Hein, Tineke en Jan struinen door het koolzaad om
een mooie plek voor een foto uit te zoeken. Hotze en Foekje blijven enigszins
verbaasd op het pad achter. Na een paar minuten hervatten we de wandeltocht en
lopen dan toch het bos in.
Ein Pferd mit einem
Auge
Als we op een lang recht pad wandelen horen we dat er van
achteren een paard met berijder nadert. De amazone roept ons wat toe, maar we
horen niet goed wat ze zegt. Normaal gesproken wordt je gewoon door de
combinatie ingehaald, maar nu dus niet. We maken ruimte voor ruiter en paard en
Jan vraagt: “Hat das Pferd Angst für uns?” Dat is het niet. Het paard heeft
maar 1 oog (ein Auge) en is daardoor wat schrikkerig. Begripvol doen we nog een
stapje terug.
We kijken uit naar een bankje om onze thee te drinken. Het
is zoals het altijd is; als je even wilt zitten zijn er geen bankjes. Na een
paar kilometer arriveren we bij twee banken die perspectivisch iets schuin naar
elkaar toe staan. Tijd voor thee.
We mogen dan al 10K onderweg zijn, maar de stemming zit er
nog goed in. Iedereen heeft genoeg praatjes. Als Foekje iets grappigs zegt, moet Tineke hier zo om
lachen dat de thee uit haar kopje over de rand golft. Ze weet met moeite te
voorkomen dat ze door de gloeiend hete vloeistof wordt overgoten. Een serieuze
zaak zou men zeggen, maar er wordt hartelijk om gelachen, en nu moet ook Hein
opletten voor een kleine overstroming.
Verderop komen we langs een boerderij waar de kippetjes over
het zandpad lopen. We hopen een eitje te vinden, maar de hennetjes hebben hun
legsel waarschijnlijk vanochtend al in een schuur op het erf van de boer
achtergelaten. Hebben wij even pech!
Misschien vanwege het prachtige weer en het feit dat we het
plaatsje Bevergern naderen wordt het iets drukker met wandelaars en fietsers. Tineke
meent vanuit de verte een koets met bespanning te zien naderen, maar als we
verder lopen ontdekt ze dat het een muurschildering is.
Langs een riviertje lopen we het kleine dorpje in.
Maar oh man, wat een prachtige binnenkomst. Oude vakwerkhuizen markeren de
smalle straatjes. Onze fototoestellen klikken. Jan maakt een foto van een mooi
huis met een evenzo mooie tuin. Maar als hij voor een tweede foto aan wil
leggen komt er een meneer de voordeur uit en gaat pontificaal voor de deur
staan en kijkt met een strenge blik Jan zijn kant op. Die meneer vindt het
waarschijnlijk niet leuk dat van zijn prachtige pand prentjes worden gemaakt.
Jan kiest eieren voor zijn geld en keert terug naar de wandelgroep.
Op de kerktoren van Bevergern staat het jaartal 1686 vermeld |
"Altstadt", daar moeten we zijn |
In Bevergern staan mooie oude vakwerkhuizen |
Op het plein staat de rode Ford in een heerlijk zonnetje.
Dat ‘ie staat te schijnen is een groot woord, want de auto is behoorlijk vies.
“Tja”, zegt Tineke: “die tegenliggers ook hé!”
In het midden van het plein staat een gemetselde rondte dat
op een grote oude waterput lijkt. Aan de binnenkant zijn bankjes te gemaakt. We
besluiten even in de waterput plaats te nemen. Zittend in de zon is het er
heerlijk warm. Hotze en Jan stellen dat we zullen opstappen als er een wolk
voor de zon komt. Het duurt een hele poos voordat er traag een wolk het
zonlicht verbreekt. En dus stappen we op.
Informatieve belijning
De belijning op het plein, daar hebben we op een
informatiebord iets over gelezen. Op dit plein heeft vroeger een slot, zeg maar
een kasteel, gestaan. De contouren van het gebouw met zijn vier ronde torens,
zijn duidelijk aangegeven. De belijning op het plein markeert de vertrekken van
het kasteel. Hotze zijn auto staat zodoende half in de keuken en half in de
wachtruimte.
In Rheine staat de zwarte auto nog langs de straat. Omdat we
voor de nacht een hotel in Bad Bentheim hebben geboekt, rijden we dus die kant
op. In Bad Bentheim komen we voorbij aan het imposante kasteel boven op de
heuvel. We rijden door het stadje tot onderaan de heuvel waar het hotel staat
en waar nog net twee parkeerplekjes vrij zijn.
We checken in gaan meteen naar onze kamers. Op voorstel van
Jan en Hotze reserveren we het avondeten in hetzelfde hotel. Na de verfrissende
douche komen we samen in de lounge. Hotze vertelt dat ze een hele grote
badkamer hebben met een hele kleine douchehoek. Daarom heeft hij een paar keer
met zijn “armtakken” tegen het plexiglas van de nauwe ruimte geslagen.
We bestellen een, zoals Tineke dat zo mooi formuleert:
donkere witbier. Het duurt niet lang of er zijn er een paar onder ons die rode
koontjes krijgen. Komt dat door de zon en het mooie weer of speelt de halve
liter witbier hierin een rol? Nee hoor, het komt door het weer…! Ja ja.
Schnitzeltijd
Tegen een uur of acht kunnen we aan tafel. Het dienstertje
vraagt of we nog wat willen drinken. Ach, doet u ons nog maar zo’n grote bier.
De schnitzels zijn perfect van smaak, maar de porties zijn voor de
wandelhongerige Friezen iets te klein. Hotze uit zijn ongenoegen over de kleine
porties en moppert. Jan bestelt er nog een portie “Bratkartoffelen” bij. Het
bier werkt. Wat zeg je Foekje? Bratpantoffelen?
Uit zijn ooghoeken ziet Jan hoe Hein zijn glas bier naar
zich toetrekt. “Wil je daar wel eens afblijven Hein, jij hebt jouw eigen glas.”
Alvorens naar onze kamers te gaan, drinken we in de lounge
nog een kop koffie of thee. Hotze treft het; zijn koffie is lauw. We willen
elkaars kamers wel eens zien. De kamer van Hotze en Tineke en die van Hein
hebben balkons. De kamer van Jan en Foekje heeft dan wel geen balkon, maar het
uitzicht vanuit hun vertrek is fenomenaal. Het formaat van de ‘Badezimmer’ is
per kamer nogal verschillend. Die van Jan en Foekje is een ‘postzegel’. Ook
ontbreekt een föhn, Foekje leent daarom die van Tineke omdat ze de volgende dag
haar haar wil wassen.
We wensen elkaar goede nacht en trekken de hotelkamerdeuren achter ons dicht. Het is tien uur.
Abonneren op:
Posts (Atom)