zondag 6 december 2015

Hoornsterzwaag – Ureterp (19 kilometer) Extensie B

En dan is de dag aangebroken dat we de laatste etappe van het Friese Woudenpad gaan wandelen. Extensie B; van Hoornsterzwaag tot Ureterp staat nog open op het lijstje. En omdat de etappe van vandaag ietsjes langer is dan de gemiddelde lengte van de wandeltochten van het Woudenpad, besluiten we om maar weer eens wat vroeger op pad te gaan.
Vandaag wandelen we weer in de “oude” bezetting: hotijafohe. Emke is ziek en gaat daarom niet mee. We kunnen het dus weer met twee auto’s af vandaag. De finishauto parkeren we op het, voor het stallen van voertuigen ingerichte, plein achter de supermarkt in Ureterp. Nadat tassen, stokken en schoenen van de finish- in de startauto zijn overgepakt rijdt Hotze ons naar de Dominee Ten Catewei nabij Hoornsterzwaag, waar we, eer van start te gaan, de start van de laatste etappe met koffie en koek zullen vieren.
De plek waar Hotze zijn auto parkeert is ongeveer 50 meter verwijderd van het pad waar we een half jaar geleden (linksaf) liepen. We kunnen de stoeterij, in het wandelverslag van 25 mei jl. als “iets te protserig woonhuis” benoemd, zien staan.
Net even een plekje om de auto te parkeren. O ja; de jas moet goed dicht vandaag
Wykein
De startauto is geparkeerd op de splitsing tussen de Dominee Ten Catewei en het zandpad genaamd “Wykein”. In de Friese taal is “Wykein” voor tweeërlei uitleg vatbaar. Wat hier met wykein wordt bedoeld, is dat dit pad het uiteinde vormt van de vele  zijvaarten die, met de ontvening van dit gebied als doel, zijn gegraven. Maar goed, voor wie het woord “wykein” wil uitleggen als weekeinde wordt dit ook geaccepteerd; het is vandaag per slot van rekening zondag.
De plassen op het pad zijn vaak "pad-breed"
Sinterklaas is ook in dit gedeelte van Fryslân geweest, getuige een aantal cadeautjes dat in de bomen langs het Wykein hangt. Zijn de pakjes voor ons bedoeld? Moeten wij ze van de takken van de boom rukken en openen? Nee!!! We laten ze hangen. Wij, Grousters, geloven niet in sinterklaas. Maar we vinden het wel een leuk gezicht.
De pakjes hangen in de boom. Niet echt iets voor sinterklaas om er zo onzorgvuldig mee om te gaan
We wandelen over het brede zandpad. De afgelopen dagen hebben we gelukkig niet veel regen gehad. Het pad is best te doen al staan er hier en daar wel grote plassen op het parcours waar we met een grote boog omheen moeten. Er staat een harde wind, maar die hebben op dit deel van de route in de rug, dus ondervinden we er niet zoveel hinder van. Ondanks de voorspelling van het KNMI dat het bewolkt en donker weer zou zijn, kiept er een waterig zonnetje door het flinterdunne wolkendek. Een zonnetje erbij maakt het wandelen een stuk aangenamer. We hebben geluk dat ‘ie schijnt.
.... het Wykein is goed te doen
Tramlijn Drachten-Oosterwolde
Als we de eenentwintigste wijk gepasseerd zijn, eindigt het “Wykein” en wandelen we weer op asfalt. Langs deze weg reed in vroeger jaren de tram van Drachten naar Oosterwolde. De baan is nu nog te herkennen aan de boswal langs de weg waar ruiters en mountainbikers tegenwoordig nog dankbaar gebruik van maken. In het begin van de zestiger jaren van de vorige eeuw werd de lijn ontmanteld. Maar iets verderop staat bij een particulier nog een locomotief op schaal op het erf. Kunnen we ons er toch nog een voorstelling van maken hoe het er vroeger uitgezien moet hebben.
Een zacht zonnetje en wind in de rug. Heerlijk wandelweer eigenlijk
Net voor Donkerbroek slaan we linksaf de Moskoureed in. In deze streek van Fryslân vind je veel wegen en buurtschappen met een Russische naam, zoals bijvoorbeeld Moskou en Petersburg. Ten tijde van de grote armoede eind achttiende eeuw werden namen gebruikt die verwijzen naar een socialistisch ideaal; Rusland.
Ten noorden langs de Opperhaudmare ligt het buurtschap Klein Groningen. Dit buurtschap heeft zijn naam te danken aan Groningse turfstekers die zich hier hebben gevestigd. Klein Groningen (in het Frysk: “Lyts Grins”) is bekend om de eerste verkeers-trajectcontrole van Nederland. De drukke verkeersader N381, plaatselijk bekend onder de naam Opperhaudmare, snijdt het gehucht doormidden. Inmiddels is er een nieuwe N381 aangelegd die niet meer door Klein Groningen loopt. De aanwonenden van de N381, waarvan de huisjes vaak pal langs de weg staan, zullen het heel rustig gaan krijgen.
Opsterlandse Compagnonsvaart bij Petersburg
Tussen Moskou en Petersburg
Aan het einde van de Moskoureed komen we in Petersburg. We steken hier de Opsterlandse Compagnonsvaart over. Als we bij de oude N381 aankomen zien we de effecten van de aanleg van het nieuwe tracé. Er is geen enkele auto te bekennen en de weg naar Donkerbroek is met hekken afgesloten. Alle verkeer wordt nu via de nieuwe N381 geleid.

Nadat we de weg naar Haulerwijk zijn overgestoken duiken we het bos in. Dit pad zal ons uiteindelijk naar de open vlakte van de Duurswouder heide voeren. Maar nu de bosschages beschutting geven en ze het uitzicht wegnemen ontstaat er de plotselinge behoefte tot het hebben van een plaspauze. Al wandelend wordt de groep steeds kleiner tot Jan in zijn eentje nog op het pad loopt. Maar al gauw is de wandelploeg weer compleet en kunnen we weer verder.
De wandelploeg is weer compleet. De fotograaf volgt........
We kijken uit naar een bankje, want het wordt tijd om een broodje te nuttigen, maar waar we ook kijken: geen bankje. Dat hebben we nou altijd. Als je geen bankje hoeft struikel je erover, maar als je even wilt zitten dan zijn ze in geen velden en wegen te bekennen. Gelukkig vinden we aan de rand van de heide, op de plek waar het pad over de heide gaat, een bank. De koffie komt voor het licht en de broodjes worden met smaak en in tempo verorberd. We moeten niet te lang zitten. Daarvoor is de temperatuur aan de frisse kant.
Het rechtdoor-pad op de heide 
Het is rustig op de hei. Hier en daar een paar wandelaars
Duurswouder Heide
Na het voedzame intermezzo steken we weer van wal. De heide is leeg. In de verte zien we een paar wandelaars. Er waait een straffe wind over de open vlakte. Gelukkig hebben we wind mee. Als we de heide verlaten  en langs de bosrand lopen hebben we een stukje route met zijwind. Het is maar goed dat we niet op de fiets zijn, we zouden van het pad af waaien. De heide loopt in dit deel uit in een soort van taartpunt. De trechtervormige bomenrijen vormen een windtunnel waarin de luchtdruk toeneemt. Het waait hier echt snoeihard. De hoge bomen zwiepen vervaarlijk heen en weer. En de harde wind maakt het er ook niet warmer op. Maar dat zal de attente lezer onder u als een understatement herkennen.
Statige beukensingels in de buurt van "De Stripe"
Pony’s en ezels
We laten de vlakte achter ons en komen weer in de beschutting van het kalende bos. Het pad is bezaaid met een dikke laag bladeren. Hier en daar heeft de wind een willekeurige boom doen laten omwaaien. Het valt ons op dat er nogal wat stormschade in dit bos zit. Dat was ons in eerdere bossen nog niet zo opgevallen. Misschien is de eerder genoemde trechter hier wel verantwoordelijk voor. We wandelen door lange fraaie rechte beukensingels. Uiteindelijk bereiken we weer de verharde weg. We zijn op de Stripe. Een buurtschap tussen Wijnjewoude en Bakkeveen. We steken de weg over en slaan een asfaltweggetje in dat parallel loopt aan het kleine bungalowparkje met gelijke naam. Langs de weg staan pony’s te grazen. De manen van de lilliputter-paarden fladderen in de harde wind. Enige groepsleden kunnen de verleiding niet weerstaan om het vee met vers geplukt gras te voeden. Hoewel deze acties het tempo aanzienlijk vertragen waarderen de dieren de geste zichtbaar. Uitgelaten galopperen ze de wandelaars vooruit. Even verderop staan een paar ezels. En ach, waarom die beesten ook niet wat aandacht en gras geven.
"Nee, de baas heeft geen voer....." 
Ezels

We laten de kampjes weiland achter ons en wandelen het bos weer in. Bij een vijverpartij, midden in het bos, houden we even halt. We staan aan de oever van de Freulevijver. De oorsprong van deze waterpartij is een dijkdoorbraak van het Koningdiep, een kleine rivier die op enkele honderden meters ten noorden van de vijver stroomt. 

De bossen rond de vijver zijn omstreeks 1880 aangelegd door de toenmalige eigenaren van het terrein, de adellijke familie Lycklama à Nijeholt. Het bos werd gebruikt als productiebos en als privépark voor de familie. Jonkvrouw Eritia Lycklama à Nijeholt liet de waterpartij rond 1900 vergroten. Op de oever werden een theekoepel en een botenhuis gebouwd, zodat er gepicknickt en gevaren kon worden. Deze gebouwtjes zijn natuurlijk al lang verleden tijd. Wat nog rest is een min of meer natuurlijk prieeltje op de plek waar vroeger de theekoepel stond. We houden er even halt en de nodige plaatsjes worden geschoten.
De vijver van Jonkvrouw Eritia Lycklama à Nijeholt - De Freulevijver
En weer gaan we verder. Op het bruggetje over het Koningsdiep, in de volksmond “Alddjip” genoemd, wordt nog een aantal groepsfoto’s gemaakt. In deze vallei heeft de wind weer de ruimte. De gevoelstemperatuur daalt meteen weer een paar graden.
Er staat veel wind op het bruggetje over het "Alddjip"
Na ongeveer 500 meter komen we weer op de verharde weg. Dit weggetje heet “De Mersken”. De route in het boekje slaat hier linksaf. Via via hebben Jan en Foekje te horen gekregen dat het boerenpad iets verderop, door de overvloedige regen van de afgelopen dagen vrijwel onbegaanbaar is geworden. Daarom kiezen we ervoor om rechtsaf te gaan en via een alternatieve route onze weg te vervolgen. De keuze voor deze omleiding was daags ervoor al genomen. Via deze “by-pass” komen we langs het huis van Foekje haar broer en schoonzus. Foekje heeft geregeld dat we daar een stop kunnen maken. En inderdaad; bij aankomst staat de koffie met appelgebak al klaar. Een beetje slagroom op de appeltaart? Ja, graag.
De koffie en appelgebak zit achter de knopen. Nu nog een paar kilometer tegen de wind in
Jukebox
In de woonkamer staat een jukebox. Dat brengt herinneringen naar boven. Gelukkig hoeven er geen kwartjes in de ‘Seeburg’ zodat even later de door Hotze en Tineke zelf gekozen muziek door de kamer schalt. Na te zijn opgewarmd en het tweede bakje troost in te hebben genomen maken we aanstalten onze weg te vervolgen. Het is nog ongeveer 2 kilometer naar de finish. We nemen afscheid en stappen het langs de Binnenwei gelegen fietspad op. We hebben de wind schuin tegen. Doordat we eventjes binnen hebben gezeten voelt het nu koud aan. Gelukkig houdt de bebouwing langs de weg ons een beetje in de luwte. Dat scheelt maar weer.

De finishauto staat gelukkig nog op zijn plaats. Snel worden de tassen in de achterbak gegooid en stappen we in. Langzaam rijden we via een alternatieve route naar de rode Focus die ook nog steeds op de plek staat waar we hem vanochtend hebben achtergelaten.

Je realiseert het je misschien niet zo gauw, maar de beide auto’s hebben de afgelopen jaren op heel wat parkeerspots gestaan. Soms met wat meer ruimte, maar soms ook op een klein stukje grond. Tot nu toe is er tijdens onze wandelingen gelukkig nog nooit schade aan de auto’s toegebracht.

Stamppotbuffet
Omdat dit onze laatste wandeletappe van het Friese Woudenpad is, hebben we van tevoren afgesproken om, als afsluiting, een stamppotbuffet te organiseren. En om tegelijkertijd Hein zijn nieuwe huis in te wijden, hebben we besloten de eterij bij hem thuis te houden. Tineke en Jan zorgen voor de stamppotten. Hein zorgt voor de borden en bestek.
Om zes uur avonds staan er drie stamppotten op tafel: boerenkool, hutspot en rauwe andijvie. De tijdens de wandeling gesoupeerde calorieën worden in rap tempo aangevuld. Herinneringen van zowel het Pieterpad als het Friese Woudenpad worden gedeeld. Een stevige Tripel Karmeliet maakt de verhalen sterker en completeert het geheel.

Slot
Alweer hebben we er een route opzitten. Maar hoe nu verder….. Het plan is om in 2016 de in Duitsland gelegen “Hermannsweg” te gaan wandelen. Deze rond 160 kilometer lange wandelroute door het Teutoburger Wald voert van Reine naar het Velmerslot in de buurt van Horn-Bad Meinberg. Volgens kenners is dit een van de mooiste wandelpaden in Duitsland. Wij gaan het zien.
Wellicht publiceren we, om belangstellenden van onze wandelperikelen op de hoogte te houden, onze belevenissen weer via een weblog.

Dankwoord
Tot slot willen wij: Hotze, Tineke, Hein, Foekje en Jan de lezers bedanken voor hun interesse en voor de soms bemoedigende en aanmoedigende woorden. We vinden het leuk dat jullie onze belevenissen volgen.

Oan’t sjen!

Alle foto's van het Friese Woudenpad zijn via de volgende link te bewonderen: Alle foto's van het Friese Woudenpad 2015







zondag 22 november 2015

Holwert - Dokkum (15 kilometer) Extensie A

De tocht van vandaag is een extensie op het Friese Woudenpad. Aanvankelijk was deze etappe als laatste van de reeks gepland, maar voortschrijdend inzicht heeft ons doen besluiten om een kleine wijziging in de planning aan te brengen.  Na deze tocht resteert ons slechts nog eentje.

Een gastloper
We rijden vandaag met drie auto’s van Grou naar de wandellocatie. Vandaag hebben we namelijk een gastloper onder ons. Emke Brander-Brouwer wil, in voorbereiding op haar ‘Slachte-tocht’ graag wat loopconditie opdoen. Zij zal de komende tijd wat tochten met de wandelburen meewandelen. De ballotagecommissie heeft positief advies uitgebracht, en dus kan Emke de wandelschoenen aantrekken. En omdat de Focussen van de buren er niet op zijn ingericht om zes personen te vervoeren, rijdt Hein in zijn Fiat achter de beide Fords aan. Een vriendin van Emke zou zich later ook nog bij de groep voegen, maar zij heeft wat anders gepland staan en gaat daarom vandaag niet mee.

Via Burgum en een stukje nieuwe ‘Centrale As’ rijden we naar Dokkum. We parkeren twee auto’s op een parkeerterrein bij de brug. In de rode Ford rijden we naar het beginpunt van de route van vandaag. Bij de westelijke toegangsweg in Holwert staat Emke in haar auto op de wandelburen te wachten. We rijden nog een stukje door naar de zeedijk waar we beide startauto’s op een grasveldje langs de weg parkeren.
We waaien bijna uit onze jas. Hoewel Tineke de jas nog niet aan heeft
Puntjes vlaai
In de luwte van de auto’s drinken we de gebruikelijke koffie.
Emke trakteert op heerlijke puntjes vlaai. Ze dient ze op op feestelijke gekleurde bordjes: een traktatie. Om half elf steken we van wal. Het waait hard. De wind die van zee waait voelt koud aan, maar gelukkig hebben we hem in de rug. De kragen van de jassen staan hoog op. Rondom ons drijven donkere wolken door het staalblauwe zwerk.  

Holwert is de eerste plaats die we aandoen. Via een smal paadje wandelen we langs de puntige toren van de Sint-Willibrorduskerk. Deze kerk is gebouwd tussen 1775 en 1778 als vervanging van een oudere gelijknamige kerk. De kerk en toren zijn gebouwd op een speciaal daarvoor opgeworpen terp. Deze terp lag aanvankelijk buitendijks en kwam na de aanleg van de nieuwe zeedijk in 1562 binnendijks te liggen. De toren van de kerk is, naar men vermoedt, ouder dan de kerk zelf. In 1661 werd het oorspronkelijke zadeldak vervangen door een torenspits. De toren deed tevens dienst als vuurbaak voor op het Wad varende schepen. Onderin de toren was een gevangenis. Ook bevond zich bij de toren een tolhek voor het veer naar Ameland. Een hele geschiedenis dus.
(Bijna) Alles is TE KOOP
Alles is TE KOOP
Het kerkstraatje is, met zijn verhoogd liggende woonhuizen, een leuke straat, maar OMG wat staat er veel te koop. Misschien is het overdreven , maar het lijkt of bijna elk tweede huis een groot TE KOOP bord in de tuin, aan de muur of voor het raam heeft.

De route voert ons verder door de achterbuurten van Holwert, tenminste zo zien wij het. Op sommige erven staat het gras tot aan de vensterbank toe, staat er veel rommel en zijn de gordijnen, ondanks dit toch al late uur, nog gesloten. We stellen met zijn allen vast dat Holwert niet meteen een woonplaats voor het gezelschap is. Er mag dan veel te koop staan en de huizenprijzen mogen relatief laag zijn; de ligging van het dorp en de sociale situatie van dorp en inwoners voeden de ‘don’t do it’-teneur binnen de groep.
Op de Elfstedenroute (fietstocht)
Als we het dorp uitwandelen komen we op hetzelfde traject als door de Friese Elfsteden Fietstocht wordt gebruikt. Jan is hier in totaal 11 keer langs gefietst, Foekje negen keer minder. Het waait hard en met grote snelheid wordt een donkere wolk onze kant opgeblazen. Het duurt niet lang of de hagelstenen vliegen ons om de oren. Ze komen met snelheid binnen. Capuchons worden opgezet en Hotze vouwt een sjaal rond zijn gezicht. Gelukkig hebben we de wind schuin achter ons; dat scheelt iets. Emke en Hein rennen vooruit om bij een boerderijtje achter een nog groene heg te schuilen. De oudjes doen het rustig aan. Dit is niet de eerste hagelbui die ze trotseren en als het aan hen ligt, zeker ook niet de laatste……
Twee 'blauwe zuurtjes'.........
Het duurt niet lang eer het weer droog is en dan zetten we onze wandeling voort. Donkere wolken drijven links en rechts van ons maar in de richting waar ons weer vandaan komt, is de lucht blauw. Het mag dan wat kouder zijn, wat harder waaien, wat meer hagelen; de luchten zijn geweldig om te zien.

De houtstapel van Waaxens
Als we het gehucht Waaxens naderen ontstaat bij een groot deel van de wandelgroep de drang tot een sanitaire pauze. Bij een rijtje huisjes slaan we rechtsaf. De bomen rondom de splitsing in de weg hangen vol met allerlei soorten vogelhuisjes en vogelkasten. Een plaatselijke bewoner maakt die dingen zelf en heeft de bomen ermee vol gehangen. Op het erf van deze timmeraar staan de fraaiste exemplaren voederhuisjes. Maar de groep heeft er geen oog voor. De focus ligt op een houtstapel; een uitgelezen plek om je voor een snelle plas even achter te verschuilen.
De houtstapel hoort toe aan de bewoners van deze 'oude pastorie'
We vervolgens onze weg over de kleine terp en komen dan uit bij de doorgaande weg Holwert - Dokkum. We zijn hier vanochtend met de auto langsgereden, zij het in tegenovergestelde richting. Bij de kerk eten we uit de wind een broodje uit het vuistje. Maar we moeten door. Het is te fris om hier en nu halt te houden. Vooral Hein heeft last van de kou, ondanks de vele laagjes kleding blijft hij last van de kou houden.

Het volgende gehucht op de route is Brantgum. We blijven kort staan bij een buste van Ids Wiersma.  Wiersma bleek op jeugdige leeftijd al aanleg voor tekenen te hebben, maar een opleiding in die richting zat er voor hem, als boerenzoon, niet in. Hij werd huisschilder. Maar gelukkig voor hem kon hij zijn dromen toch nog waar maken en werd hij later tekenaar en illustrator. We steken andermaal de weg Dokkum - Holwert v.v. over en zetten onze weg in oostelijke richting voort.
Tineke samen met een oude bekende op de foto
Verwarring
Na Brantgum slaan we rechtsaf een smalle landweg in. Gelukkig is het een macadamweg. Hoewel zware landbouwmachines het hier en daar aan gort hebben gereden en heeft doen verzakken met als gevolg dat er hier en daar diepe waterplassen staan, kun je er prima op wandelen. Op de eerste t-splitsing worden we een beetje in verwarring gebracht. De rood-witte routebewijzering wil ons naar rechts hebben terwijl de routekaart in het boekje en beide GPS ‘en willen dat we linksaf slaan. Na een korte beraadslaging geven we het voordeel van de twijfel aan het boek en de digitale routeplanners. En zo lopen we, via een prachtige boerenreed, linksaf verder.
De eenzame wandelaar, die zwoegend tegen de wind, zichzelf een weg baant....
Het wordt zo langzamerhand tijd voor koffie en broodjes, maar op in het vlakke landschap wordt van natuurlijke hand geen beschutting geboden voor de flink doorstaande noordelijke wind. In de luwte van een boerenstal vinden we uiteindelijk dat beschutte plekje waarnaar we al een paar kilometer op zoek naar waren. Het zonnetje schijnt net over de schuur heen. De odeur ter plekke is die van koeien en koeienmest. Kan het landelijker? De koffiebekers worden voor het licht gehaald en we doen ons tegoed aan de zelfgesmeerde boterhammen en broodjes. Tineke trakteert, tot slot van dit voedzame intermezzo, op pepernoten. Het is per slot van rekening bijna Sinterklaas. “Sinterklaas”? Die bestaat toch niet?

“Op portret”
De koeien in de ligboxstal staan al een poosje naar ons te kijken, zich waarschijnlijk afvragende waar wij eigenlijk mee bezig zijn. Emke wil nog met de koeien ‘op portret’. Nou vooruit dan maar. De fototoestellen klikken gewillig.
De dames willen wel 'op portret' 
Je hoort het de koe denken: "Moet jij ook op de foto?
Tijdens de fotosessie moeten we ruimte maken voor de boer, die met een groot vehikel de stal op en neer rijdt; de koeien met gedroogd gras voerend. We vragen ons af of deze boer, met zijn bestand aan koeien, zo’n groot apparaat nodig heeft. Economische-, technische- en veehouder-aanhangende argumenten worden in de groep tegen elkaar afgewogen.

We gaan weer op pad. De lucht rondom ons bevat links en rechts van ons donkere wolken waaronder een regen- en/of hagelgordijn hangt. Een prachtig gezicht natuurlijk, maar je zult er maar wandelen. We hebben geluk dat de lucht boven ons nog steeds blauw is.
Die bui die gaat voor ons langs.......
Als we even later weer in oostelijke richting wandelen doemt er een inktzwarte lucht voor ons op. We denken dat de donkere wolk voor ons langs zal drijven. Immers, als wij zo meteen weer rechts afslaan zullen we er geen last van ondervinden. De door de zon verlichte boerderijen en bomen staan in schril contrast met de donkerblauwe achtergrond. En terwijl een viertal rustig doorwandeld schieten Tineke en Jan er met hun fototoestelletjes op los. ‘Je kunt je wel dood fotograferen’, stelt Jan vast.
Als we nu niet rechtsaf slaan wandelen we zo deze bui in 
Het is een dreigende lucht, maar je kunt je wel 'dood' fotograferen
De wintergroenten staan klaar om geoogst te worden
Onverwachte hagelstenen
Dan plotseling vallen er een paar hagelstenen. Krijgen we toch nog last van die donkere wolk? Het lijkt ook wel of de aanvliegroute van de wolken is veranderd. Het aantal hagelstenen vermenigvuldigt in een ‘poep en een scheet’ minstens met de factor 100. “Jongens”, roept Tineke: “Het wordt tijd om de poncho’s aan te trekken”. En niet veel later springen de hagelkorrels op van de plastic regencapes als de kinderen van de overburen van It Roer op hun trampoline. Dit laatste overigens tot ergernis van de omwonenden aldaar, maar dat is even een ‘side-line’. De meegeleverde capuchons beschermen de tere hoofdhuid voor de krachtige inslagen.
HAGEL!!! We ontkomen we er niet aan om de poncho's aan te trekken
Bij een huisje, waar bouwbedrijf Van Marrum een container op het erf heeft staan, schuilen we voor de bui. De familie Brouwer kiest ervoor om achter de container te schuilen. Immers, achter zo’n container voelt het lekker vertrouwd. Foekje en Jan lopen iets verder door en schuilen onder het overhangende dak van het onder renovatie zijnde huisje.

Als de hagel en regen iets minder worden gaan we verder. De capes blijven nog even aan. Deels omdat het nog niet helemaal droog is, deels omdat, wanneer het droog wordt, de capes sneller drogen. De wind die tot voor vijf minuten nog krachtig over het open landschap waaide is helemaal weggevallen. Het water in de vaart is nagenoeg rimpelloos. Wat vreemd. Dat het zo snel kan veranderen. Aan de andere kant is dat maar goed ook. De (te) ruime poncho’s wapperen bij harde wind als vlaggen.

Dokkum
We lopen Dokkum in. Het gaat eerst over het industrieterrein. Het ligt er een beetje ‘suiterich’ heen. Ook de snoepjesfabriek van “De Fortuijn” lijkt zijn beste tijd te hebben gehad. Een winkel die kerstspullen in de etalage heeft staan heeft uitverkoop, maar is vandaag, omdat het zondag is, gesloten. Gelukkig voor de heren.
De donkere molen weerspiegelt in het water van de stadsgracht
Omdat de wandeltocht niet helemaal tot aan de in het routeboek genoemde finishplaats loopt, staan we na een dikke 13 kilometer weer bij de auto’s. Het water in het Dokkumer Diep is als een spiegel zo glad. De molens op de stadswal weerspiegelen weergaloos mooi in het water. FOTOOS!!!! De lucht is asgrauw en ziet eruit alsof het meteen weer kan gaan regenen of hagelen. En ja hoor: het gaat regenen! Snel stappen we in de auto’s; we moeten immers de startauto’s nog ophalen.

Als we Dokkum uitrijden zien we dat boven het Wad een lucht als een ‘brijwein’ hangen. Vlak voor Holwert zien we dat er zojuist een hagelbui is geweest. En hoe verder we rijden des te witter het wordt. We moeten het rij-tempo verlagen om het autorijden nog enigszins veilig te houden.

Winters landschap
De startauto’s staan in een winters landschap. Er ligt een dikke laag hagelstenen op de voorruit. Door plus-temperaturen is de korrelige witte massa onderuit gezakt en ligt het nu op de ruitenwissers. Meteen maar vertrekken? “Nee, er is nog thee”, zegt Tineke. Ze heeft de waterkan ter hand genomen en het theezakje erin laten zakken. Na korte tijd vent ze hete vloeistof bij belangstellenden uit. Een ieder kruipt in zijn of haar eigen auto. Een harde wind van zee maakt dat het bijzonder koud aanvoelt. De stoom van de thee doet de autoramen aan de binnenkant beslaan.  
Zo te zien kunnen de winterbanden wel worden gemonteerd

Nadat de mist aan de binnenzijde van de auto is opgetrokken vertrekken we weer richting Grou. Emke neemt de afslag naar Franeker.

PS. Het zal de oplettende lezer zijn opgevallen dat de plaatsnaam Holwert met een "T" is geschreven. Dit komt omdat Holwerd in het Fries met een "T" aan het eind wordt geschreven. 

Wilt u meer (alle) foto's van Het Friese Woudenpad zien, klik dan op deze link: Wandelburen


vrijdag 11 september 2015

Dokkumer Nieuwe Zijlen - Lauwersoog (16 kilometer)

Zoals de lezer van “de Wandelburen-blog” gewend is vertrekken we vroeg uit Grou. Nou ja, deze keer wat later omdat we Hein ergens in het dorp moeten oppikken. Hij heeft vroeg in de ochtend een afspraak en daarom is het vertrek iets later dan normaal gesproken het geval is.
We rijden naar Lauwersoog. Jan en Foekje weten, omdat ze vroeger vaker in Lauwersoog een visje gingen eten, waar je kunt parkeren en rijden daarom voorop. Maar wat blijkt! Op de eerste parkeerplaatsen mag je tegenwoordig niet langer meer dan twee uren parkeren. Grote verkeersborden wijzen ons op dit feit. En omdat de Wandelburen trouwe ingezetenen zijn en zich normaliter altijd aan de regels houden, zoeken we een parkeerterrein waar de tijdsrestrictie niet geldt. Achterin het havengebied is een groot terrein waar we ‘onbeperkt’ kunnen parkeren.
Snel worden de spullen van de zwarte Focus in de rode overgeladen en zetten we koers naar het startpunt van vandaag, even ten noorden van Dokkumer Nieuwe Zijlen. Daar drinken we Tineke haar ochtendkoffie en na een kwartiertje beginnen we aan de laatste route van het hoofdtraject van het Friese Woudenpad. Na vandaag hebben we nog twee etappes te gaan, maar dat zijn zogenaamde “extensies” en die wandelen we nog op een later tijdstip. Het doel van vandaag is het noordelijkste punt van het Woudenpad, Lauwersoog.  Het is mooi weer; een zuidoostelijke wind en de zon aan de hemel. “Al”, zegt Hotze, “wordt er vanaf drie uur vanmiddag regen voorspeld”. Geloof je dat Hotze? “O ja hoor, om drie uur gaat het regenen”. In dat geval moeten we stevig doorstappen.

Ontsnapte giraffe
Na deze natte tijding starten we meteen en wandelen we langs de oude zeedijk het noorden in. Het is hetzelfde stukje als vorige keer het laatste stukje was. Wanneer we bij het weilandje komen waar de vorige keer een kleine giraffe liep, of moet ik zeggen: een verkleed paard, zijn alle dieren vertrokken. “Ontsnapt” is de gedachte van het merendeel van de wandelgroep; het hek staat immers open.
De eerste beklimming van vandaag is een gemakkelijke
Vanaf de dijk heb je een geweldig uitzicht; alle kanten uit
Iets verderop slaan we rechtsaf en wandelen we de dijk omhoog. Bovenop  de oude zeedijk, die sinds 1969 een rol als slapersdijk vervult, is het uitzicht over het Lauwersmeergebied fenomenaal. Rechtsvoor spreidt het “nieuwe land” zich uit en als we naar links kijken zien we in de verte het Lauwersmeer. We zien de contouren van de provincie Groningen. De grens tussen de provincies Groningen en Fryslân loopt namelijk door het Lauwersmeer heen.

Watersnoodramp
Op 23 mei 1969 is het Lauwersmeer ontstaan toen op datzelfde moment de Lauwerszee met een dijk werd afgesloten van de Waddenzee. De voornaamste reden voor deze afsluiting was veiligheid. Na de watersnoodramp van 1853 stond Rijkswaterstaat voor de keuze de dijken rond de Lauwerszee te verhogen tot deltahoogte, of de zeearm af te sluiten. Onder druk van met name de Friese bevolking (actieleus: (De Lauwerssé moat ticht”) werd voor het laatste gekozen. De Groningers, en dan vooral de Zoutkampers waren destijds minder met de sluiting ingenomen omdat de garnalenvloot en de haven van het dorp gedwongen moesten worden verplaatst naar de nieuwe haven op Lauwersoog.
Na afsluiting zijn de hoger gelegen zeebodems droog komen te staan. In het begin zijn grote delen aan hun lot over gelaten, zodat veel natuur ontstond. Langs de oude kustlijn zijn de voormalige kwelders ingericht als landbouwgebied. Door de afsluiting en de voortdurende instroom van water uit het Reitdiep, de Lauwers en het Dokkumer Grootdiep werd het water eerst brak en later zoet.
Riet is een veelvoorkomend gewas in de Lauwersmeerpolders
Het dorp Lauwersoog
In de jaren 1950 werd naast een tweetal militaire oefenterreinen een groot landbouwgebied gepland rond het Lauwersmeer. Binnen dit gebied werden twee dorpen gepland; een in het Friese gedeelte op de Blikplaat en een in het Groninger gedeelte. In het Groninger gedeelte zouden ongeveer 1600 mensen moeten gaan wonen waarvan 500 in het Groninger dorp. Door voortschrijdend inzicht werd alleen in het Groninger deel van het Lauwersmeergebied een dorp gebouwd; het dorp Lauwersoog nabij de haven.  

Aan de voet van de dijk, aan Lauwersmeer-zijde, worden we door een paar ezels begroet. In de verte horen we het “gakken” van grote groepen ganzen. Hier en daar scharrelen groepjes kieviten hun kostje bij elkaar om aan te sterken voor hun tocht naar de overwinteringsgebieden in noord Afrika. En voor de vogelkijkhut zwemmen zwanen eenden en talingen. Het Lauwersmeergebied is een belangrijk vogelgebied en wordt in het voor- en najaar door honderdduizenden trekvogels bezocht. Maar gedurende alle seizoenen is het is een toplocatie voor vogelaars.
Ruim zicht
Natuurgebied Ezumakeeg
We wandelen over de lange rechte weg door de Ezumakeeg. Aan de rechterhand het meer, aan de linkerhand, in de verte, de oude zeedijk. Hoge rietkragen langs de weg houden ons uit de wind. Het is zalig om door dit gebied te wandelen.
Aan het einde van de verharde weg schieten we een onverhard pad in dat ons naar de kleine sluis van Ezumazijl leidt. Door het vlakke landschap zien we de sluis hoog in de dijk van ver boven het landschap uitsteken. Vroeger kwamen konden hier boten schutten om van de Zuider Ee in de Lauwerszee te varen, of omgekeerd. Tegenwoordig is het een spui- en keersluis en houden de deuren het water in de polder op peil om het in natte perioden naar het meer af te voeren. De sluis dateert van 1672 en is in 1931 helemaal vernieuwd; niet wetende dat de Lauwerszijl later zou worden afgesloten en de sluis geen dienst meer als schutsluis zou hoeven doen.
Het sluisje bij Ezumazijl
Een landvast die al een behoorlijk lange tijd niet meer is gebruikt
Vanaf de sluis kun je het hele Lauwersmeer overzien
We schieten er onze fotootjes en kijken vanaf de dijk over enerzijds het dorpje Ezumazijl en aan de andere kant de Ezumakeeg. Het gevoel van ruimte is hier overweldigend; en het is er stil. Ontzettend stil! We luisteren naar de stilte. Een stilte die wordt doorbroken omdat iemand van de groep er wat van zegt. Het is aan de lezer te raden wie dat is.
Kunst op de dijk
Aan het geteisterde wegdek te zien zijn we niet de enige gebruikers van dit pad
Aan de landkant wandelen we onder aan de dijk richting Oostmahorn. We passeren de gaslocatie waarop een hoge pijp staat. Nog iets verder staan de holevlaggetjes van de golfbaan van Oostmahorn. Een paar golfers doet er zijn uiterste best om de ballen daar te krijgen waar ze ze het liefste naartoe zien gaan. We opperen dat je de wedstrijd wint als je een golfbal in een “hole in one” in de hoge pijp slaat. We hebben er zo onze beelden bij.

Een nieuwe oude stad
Aan de overkant van een brede sloot zien we de huizen van het vakantiepark “Esonstad” staan. Het Landal Greenpark is tussen 2004 en 2007 gebouwd als quasi-historisch stadje en bestaat uit appartementen die in oude stijl zijn opgetrokken. Het geheel moet, met zijn klok- en trapgeveltjes oudheid uitstralen, maar doet dat niet echt. Toch lijkt het het wandelgezelschap wel eens leuk om een weekend in zo’n huis te vertoeven. Al was het maar voor de gein.
De naam Esonstad wordt met een S geschreven terwijl het is vernoemd naar Ezonstad, met een Z. Ezonstad was volgens de Friese apocriefe geschiedschrijving een Friese stad aan de Lauwerszee, ongeveer waar nu Ezumazijl ligt. Volgens de verhalen zou de stad rond 341 gebouwd zijn door Odilbald, de zesde hertog van de Friezen. Ezonstad werd door de Noormannen bijna geheel geplunderd en afgebrand. Vaak is betoogd dat de stad helemaal niet heeft bestaan maar zou zijn ontsproten aan de hoofden van de 16e-eeuwse Friese geschiedschrijvers. Hoe het ook zij, we zijn het er over eens dat het een mooi park is. Basta!

In het “stadje” zoeken we een plek om onze koffie te drinken en broodjes te eten. Aan een zonnige stenen tafel nemen we plaats. Op de tafel zijn de speelvelden van een dambord en mens-erger-je-niet-bord weergegeven. Het is maar goed dat we geen dobbelstenen en pionnen bij ons hebben anders waren we aan het dobbelen geslagen en was er van het wandelen vast niet veel meer gekomen.
Zicht op Esonstad
Nieuwe oud ogende geveltjes; klokjes en trapjes 
Mens Erger Je Niet met kuipjes koffiemelk
Via de brug verlaten we Esonstad
Na de lunch wandelen we de hoofdstraat uit en komen via een brug weer bij de dijk terecht. We klimmen omhoog en vervolgen onze weg op de kruin van de dijk. Onder ons bevindt zich de oude pier waarvandaan vroeger de veerboten naar Schiermonnikoog vertrokken en aankwamen. Jan weet zich dat nog wel te herinneren. Hij is hier vandaan zelf  een paar keer met de boot naar het eiland geweest. Dat was toen hij op de lagere school zat. Bij deze gedachte schudt Jan zijn hoofd en stelt zichzelf de vraag: “Ben ik al zo oud?”
Vanhier vertrok vroeger de veerboot naar Schiermonnikoog
Paviljoen Toxopeus
Bovenop de oude dijk staat het paviljoen van Toxopeus. Zo wordt het restaurant althans genoemd. Toxopeus is een bekende naam in Oostmahorn. Klaas en Mees Toxopeus  waren vroeger opvarenden van de reddingsboot “De Insulinde” die Oostmahorn als thuishaven had. Klaas was kapitein en Mees was schipper. Deze heren speelden een grote rol in het reddingswezen en menig zeeman heeft zijn leven aan deze stoere heren te danken. Later heeft Klaas het paviljoen gekocht en uitgebaat. Ondanks het feit dat het paviljoen al jaren niet meer in handen van een Toxopeus is, wordt het door de plaatselijke bevolking nog altijd “Toxopeus” genoemd.

We wandelen over de dijk verder. De routekaart geeft aan dat we naar beneden moeten gaan, maar het uitzicht over het aangrenzende meer houdt ons bovenop de dijk. Dit heeft als gevolg dat we de routemarkering missen en kort Hotze in moeten schakelen om het routeboek erop na te slaan. Maar…. we zitten nog goed. Aan de achterzijde van de jachthaven verlaten we de weg en klimmen wederom de dijk op. Vanaf hier gaat het alleen nog over oude en nieuwe dijken naar Lauwersoog. De spuisluizen op Lauwersoog zullen vanaf nu niet meer uit zicht verdwijnen.
Langs deze dijk vielen, toen het Lauwersmeer nog Lauwerzee was, grote zandplaten droog waarop grote poelen met water bleven staan. Jan vertelt dat hij vroeger met zijn vader hier naartoe ging om in die poelen scharretjes te prikken. Dan schoof je met een stok door de bodem van de poelen totdat je een schar of bot liet schrikken die daarna uit de bodem opsteeg en wegzwom. Vervolgens probeerde je de vis aan de stok, waarop een scherpe punt was geslepen, te steken om hem daarna in een emmer te doen. 
We volgen het schapenpaadje op de kruin van de dijk
Schaapsdrukte
Het is druk op de oude dijk. Niet met mensen, maar met schapen. Op zich is dat niet zo erg, want de schapen kiezen het hazenpad als ze ons zien naderen, maar het pad is geplaveid met kleverige schapenstront. Jan en Foekje roepen het nog maar een keer: “De schoenen straks uit in de auto”. Kak aan je hak is nog tot daar aan toe, maar poep in je automatten is uitermate vervelend.
Gakkende ganzen vliegen vlak voor ons langs richting het meer
De natuur staat overduidelijk op nummer 1 in het Lauwersmeergebied
By it Fryske dykskiep binne de beide poatjes net gelyk

Na ongeveer twee kilometer kruisen we de snelweg van Dokkum naar Lauwersoog. We moeten er drommels goed uitkijken; het is behoorlijk druk en er wordt stevig snel gereden. Gelukkig halen we ongeschonden de andere kant en zetten we onze weg voort over de oude zeedijk. 

We hebben de Bantpolder bereikt. In 1970 ging Jan hier met zijn vader naar toe om zoetwater bot te vangen. Dan parkeerde heit de kleine VW Kever op het schuine talud van de dijk en liepen ze ongeveer een kilometer tot aan het water van het meer. Het water was inmiddels brak geworden maar het meer zat nog vol met vis. Hij herinnert zich de grote vangsten. Maar soms werd er bijna niets gevangen. Dan zwommen zeehonden voor de kust en kozen de vissen eieren voor hun geld.

We naderen de afsluitdijk van het Lauwersmeer. De zeedijk is vele meters hoger dan de oude zeedijken waar wij de afgelopen uren overheen zijn gewandeld. Zo zien we dat de ‘Deltahoogte’ inderdaad veel hoger is dan de hoogte van de oude dijken en dat het ophogen van die vele kilometers dijk langs de Lauwerszee een hele dure optie zou zijn geweest.
Ook bij de Waddenzee kun je alle kanten op
Dêr’t de dyk it lân omklammet
En als we even later bovenop de zeedijk staan en terugkijken op wat achter ons ligt, dan komen automatisch de woorden van het lied “It Heitelân” in ieders gedachte naar boven:
“Dêr’t de dyk it lân omklammet lyk in memme earm har bern
dêr’t de wylde sé jamk flammet om in hap út Friso’s hern
dêr’t de stiennen man syn eachen stoarje lit oer fjild en strân
dêr’t men eanget foar gjin weagen, dêr is’t leave Heitelân”
(1916  J.L. van der Burg)

Buitengaats liggen de kwelders en de wadplaten van de Waddenzee. Het is “afgaand” water en de zeebodem vlak achter de dijk ligt inmiddels droog. Het wegstromende water trekt kleine riviertjes in het zachte en donkere slib. Een enkele scholekster doet zich te goed aan kokkels die hij met zijn lange puntige snavel van ver uit de bodem opdiept. In de verte, over de wadplaten heen, zien we Schiermonnikoog liggen. De twee vuurtorens zijn vanaf de vaste wal goed zichtbaar. Maar ook zien we Ameland en het er ten noorden van geleden booreiland. De veerboot van Schier naar Lauwersoog laveert zich een weg over het ondiepe wad. Alles ademt een serene rust uit en wat je alleen hoort is de wind die in je oren ruist en het lawaaien van honderdtallen ganzen.

Thee
Aan de lijzijde van de dijk zetten we ons te ruste. We spreiden de beide poncho’s van Jan en Foekje uit om een droge kont te houden. De thermoskannen heet water worden middels een zakje omgedoopt tot goed drinkbare thee. Het restant broodjes vindt zijn weg in de hongerige kelen; het heetste wordt van de thee afgeblazen. We turen over het Wad; het uitzicht is oneindig.
Vanaf ons 'thee-plekje' kijken we door het hek naar het oneindige landschap
Na dit korte intermezzo stappen we over het hek en vervolgen ons pad op de kruin van de dijk. We hebben een licht zuidoosten windje tegen, maar door het opstuwende effect van de dijk lijkt het of er een halve storm staat. Door een wazig aan de hemel staande zon is de temperatuur aangenaam. Na ongeveer twee kilometer boven op de dijk te hebben gewandeld en daarbij zo nu en dan dikke schapenkeutels hebben ontweken, dalen we af naar de voet van de dijk, aan de Wad-kant.
Tegen de wind in wandelen we richting de sluizen van Lauwersoog
Onder aan de dijk is veel rommel aangespoeld. Veel plastic voorwerpen, maar je kunt je er, als je het zelf nog nooit aanschouwd hebt, geen voorstelling van maken. Kapotte emmers, nylon touwen, inktcartridges, flessen in vele soorten en maten en nog veel, heel veel meer. Het van aangespoelde zeewier stinkt heftig, maar dat is tenminste nog natuurlijk.
 
Ons land is klein dat weet een ieder, dat hebben we op school gehad,
maar het kan groot zijn in zijn schoonheid, ik denk hierbij speciaal aan 't Wad
(bron: Freek de Jonge)
Als we de bocht in de dijk door zijn, doemen de drie spuisluizen voor ons op. Van afstand lijken het grote kartonnen dozen. De sluizen heetten tot 2007 “Lauwerssluizen”. Na 2 oktober van dat jaar zijn de “R.J. Cleveringsluizen” gaan heten. Mijnheer Clevering was van 1955 tot 1979 voorzitter van het toenmalige waterschap Hunsingo, dat in 1995 is opgegaan in “Noorderzijlvest”. Twee van de drie sluizen staan in de provincie Fryslân en één in Groningen.

Geen gemaal
De sluizen zorgen ervoor dat het water van de Friese – en Noordwestelijke Groninger boezem op de Waddenzee wordt geloosd. Dit kan natuurlijk alleen gebeuren als het laag water is. Vanwege de stijgende zeespiegel en de (on)mogelijkheid om het water in de toekomst vanuit het Lauwersmeer het Wad op te laten stromen, heeft men nagedacht om de sluizen te vervangen door een gemaal. Dit gemaal zou een capaciteit moeten hebben van 15.000 kubieke meter water per minuut. De kosten van het gemaal zouden 18 miljoen euro moeten bedragen. De verwachting was dat het gemaal gemiddeld 10 dagen per jaar zou moeten draaien. De hoge kosten, het geringe jaarlijkse gebruik en de economische recessie van dit moment waren in 2008 argumenten om definitief van de bouw van een gemaal af te zien.
R.J. Cleveringsluizen
Na de spuisluizen komen de schutsluizen. Omdat het water in het Lauwersmeer en de Waddenzee slechts 4 keer per dag hetzelfde peil hebben is een schutsluis onontbeerlijk. Vooral in de zomerperiode wordt door de recreatievaart veel gebruik van de sluis gemaakt. Door het mooie weer van vandaag zijn een paar zeilboten buitengaats geweest die, op het moment dat wij bij de sluis zijn, weer naar “binnen” willen. We moeten dus heel even wachten.

Kibbeling met saus

Al vanaf het begin van de Friese Woudentocht hebben we tegen elkaar gezegd dat, als we Lauwersoog hadden bereikt, we daar een schaaltje kibbeling zouden gaan eten. Gelukkig heeft de penningmeesteres nog geld in de ponge. We gaan bij Restaurette Schierzicht naar binnen. Jan en Foekje weten uit ervaring dat je er goed kunt eten. En ook vandaag wordt de verwachting helemaal goed gemaakt. Gulzig doen we ons tegoed aan een stevige bak kibbeling met ravigottesaus. Een kop koffie (på tur) completeren de maaltijd.
Bij vertrek trakteren we ons op een ijsje of -desgewenst- een milkshake die we, op het laatste stukje naar de auto, smakelijk verorberen. We struinen nog even over het haventerrein waar hier en daar grote bulten met visnetten liggen. De fototoestellen klikken meermalen.
De visserijhaven van Lauwersoog 
Wie 's nachts vist moet overdag zijn netten drogen
Er ligt rommel genoeg in het havengebied

Met de rode Ford rijden we naar de startauto terug. Omdat Jan vanavond nog even wil korfbaltrainen gaat hij met de auto naar Buitenpost. Foekje rijdt met de Brouwertjes mee naar Grou. Zij heeft nog een bbq in Heerenveen op het programma staan. Maar Tineke heeft op de heenweg in Tytsjerk een heel leuk winkeltje gezien waar ze nog even aan wil gaan. Helaas valt het achteraf toch tegen.

Lauwersoog: het einde! Of toch niet…
Vandaag hebben we weer een hele mooie wandeling gemaakt. We hebben het eindpunt van de hoofdroute bereikt, maar het betekent nog niet  het einde van het Friese Woudenpad. Er hangen aan de hoofdroute nog twee “extensies”. Daar gaan we na de herfstvakantie mee aan de slag.