Groot FrieslandPad

Wandelen van West- naar Oost Friesland

1 januari 2017:

Vorig jaar zijn de wandelburen gestart met de "Hermannsweg" in Duitsland. De lezer is via deze weblog uitvoerig over het reilen en zeilen van de wandelaars geïnformeerd. Echter door omstandigheden zijn we er niet in geslaagd de route in zijn geheel in 1 jaar te bewandelen. Een viertal etappes resten nog. Vanwege de reisafstand en de tijd van het jaar, hebben we besloten het Groot Frieslandpad 'erbij te doen'. Ongetwijfeld zullen de resterende etappes van de Hermannsweg de komende tijd ook worden bewandeld, maar daarvoor zullen te zijner tijd nog afspraken gemaakt moeten worden. Om  aan de wandelbehoefte van dit moment invulling te geven zijn we op zaterdag 4 februari 2017 met het Groot Frieslandpad gestart. We zullen de nieuwsgierige volgers van deze weblog van de ontwikkelingen van de tocht en eventuele verkwikkelijke- en onverkwikkelijke gebeurtenissen op de hoogte proberen te houden


Routekaartje LAW 14: het Groot FrieslandPad
LAW14
Het 362 km lange Groot Frieslandpad loopt van Bergen aan Zee naar Leer door een weids landschap met statige boerderijen, langgerekte dorpen en slingerende dijken.
De route begint in Bergen aan Zee en gaat dan dwars door West-Friesland via Medemblik naar Enkhuizen. Daar steken IJsselmeer over en struinen verder, van Stavoren naar Sneek. De route vervolgt haar weg door fraaie esdorpen in de Kop van Drenthe en het verrassende Westerwolde om te eindigen in het Duitse Leer. Tijdens het wandelen van het Groot-Frieslandpad komen zowel de verschillen als de overeenkomsten tussen West-Friesland en Friesland voorbij. Zo zijn aan beide zijden van het IJsselmeer gezellige Zuiderzeestadjes te vinden, evenals terpen, dijken, weilanden en boerderijen. Maar de bollenteelt, de velden met geurende kool en niet te vergeten Kasteel Radboud - de enig overgebleven burcht van graaf Floris V - zijn typisch West-Fries.

Friesland bestond ooit uit zeven zeelanden. Dat gegeven inspireerde routemakers tot het uitstippelen van het Groot-Frieslandpad: van de Noordzeekust tot over de Duitse grens.
Het Groot-Frieslandpad (LAW14) doorkruist Noord-Holland, Friesland, Drenthe en Groningen tot aan OstFriesland.


Een stukje ontstaansgeschiedenis
Lang geleden, toen de Zuiderzee nog niet bestond, vormden Noord-Holland en Friesland één geheel. West-Friesland lag dus werkelijk in het westen van Friesland. Maar door het inklinken van de veenbodem overstroomde er tussen 800 en 1300 veel land zodat een groot binnenmeer ontstond. Via een brede geul, de Vlie genaamd, stond dit meer in verbinding met de Noordzee. Een paar stevige stormvloeden in de 12e en 13e eeuw veranderden het meer in een grote binnenzee: de Zuiderzee. West-Friesland en Friesland waren voorgoed van elkaar gescheiden.
Hoewel het gebied tussen Hoorn, Enkhuizen, Medemblik. Schagen en Alkmaar onder gezag van het graafschap Holland kwam, bleef het toch West-Friesland heten. Qua landschap, taal en cultuur bestaan er nog steeds overeenkomsten met de huidige provincie Friesland. Maar de verschillen zijn steeds groter geworden.

Friese taal
Tot in de late middeleeuwen was het Fries dé omgangstaal voor de West-Friezen. Ook toen graaf Flores V in 1288 het gebied veroverde en het onder het graafschap Holland viel, bleef het zogeheten Oudfries de voertaal. In de loop der tijd ontstond een mengelmoesje van Hollandse en Friese woorden dat sinds de 19e eeuw bekend staat als het West-Fries dialect. Deze streektaal wordt nog steeds gebruikt in Noord-Holland. Sommige namen en woorden verwijzen duidelijk naar de Friese taal. Zo betekent het woord 'pop' in beide talen 'baby', 'mem' is moeder en 'beppe' is grootmoeder. Andere woorden lijken op het Fries: 'blij is 'bliid' in het Fries en 'bloid' in het West-Fries. In tegenstelling tot het Fries heet het West-Fries geen officiële status als streektaal. Daarom bestaat er ook geen officiéle spelling van dit taaltje. Zo lang de klank niet veranderd, mag iedereen de spelling zelf bepalen. 

Landschap
Ook qua landschap bestaan er overeenkomsten: denk aan de uitgestrekte weilanden, de ligging van het IJsselmeer en de Zuiderzeestadjes. De Friezen bouwden vroeger heuvels, zogeheten terpen, om op te wonen. Zo hadden ze geen last van het water dat hun land regelmatig overspoelde. Ook in West-Friesland kwamen terpen voor. Zo staat het charmante kerkje van Eenigenburg bijvoorbeeld op een terp. Door de aanleg van dijken langs de Waddenkust nam het aantal overstromingen na de 11de eeuw iets af, zodat het bouwen van terpen minder urgent was. De Friezen verlieten hun hoge en droge woonoorden en vestigden zich in de lager gelegen landen. Daar maakten ze veenmoerassen geschikt voor landbouwgrond. Zogeheten ringdijken moesten het oude kwelderland beschermen. 
Tegelijkertijd werden in Noord-Holland de eerste dijken aangelegd; de Westfriese Omringdijk is een van de oudste dijken van ons land. Na de dijkaanleg bleef het West-Friese landschap een tijd lang vrijwel onveranderd. Pas in de jaren '60 van de vorige eeuw is er door de ruilverkaveling veel historisch land verloren gegaan. En daar mee zijn ook de overeenkomsten met de Friese overburen schaarser geworden. 

Link naar Wandelnet.nl