Het Jabikspaad is geïnitieerd op de geschiedenis van de eerste boeteling die vanuit Friesland ter pelgrimage werd gestuurd. De route start in Sint Jabik en eindigt in Hasselt (Ov).
‘Op een nacht zag Karel de Grote een weg van sterren aan de hemel. Deze begon bij de Friese zee, neeg naar Duitsland en Italië, en voerde tussen Gallië en Aquitanië door, regelrecht door Gascogne, Baskenland, Navarra en Spanje, rechtstrees naar Galicië, waar het lichaam van de zalige Jacobus, toentertijd onbekend, verborgen lag.’ Jacobus verscheen aan Karel de Grote en beloofde hem ‘Tot het einde van de tijd zullen pelgrims van zee tot zee trekken’. Sant-Yago betekent Sint Jacob. Het handelt hier in eerste instantie om Jacobus, de broer van Johannes, een van de leerlingen van Jezus van Nazareth. De Spaanse legende wil dat Jacobus na de verrijzenis van Jezus de zendingsopdracht om te gaan naar het einde der aarde zo letterlijk opvatte, dat hij naar Finisterra (het einde der aarde) in Galicië trok.
Toen Friezen en Hollanders omstreeks 1500 een nieuw dorpje aan de ‘Friese zee’ stichtten, noemden ze dat ‘Sint Jacobiparochie’.
De schelpdragers
De grote kamschelp, grote mantel of de Sint Jacobsschelp is het hoofdsymbool van de pelgrimage naar Compostela. De dieren leven in de Atlantische Oceaan. De kamschelp werd als ‘venusschelp’ het symbool van moederschoot en wedergeboorte. In deze functie is de schelp nog steeds in de kerken in gebruik als doopschelp. Sommigen zien in de vorm van de schelp een patroon van de pelgrimswegen die op één plaats samenkomen of de beschermende hand van God. Als de moderne pelgrim naar Compostela de Jakobsschelp aan zijn rugzak hangt, dan kan hij of zij de schelp ook zien als een praktisch voorwerp om water of soep mee te scheppen. De wulk of kinkhoorn is een schelp die op de waddenkust regelmatig gevonden wordt. De route is gemarkeerd met deze wulk: een gele wulk op een blauw veld.
De Jabiksroute voert over de vette klei op het Bildt en de groene weiden in Midden Friesland, door de bossen bij Oranjewoud naar de waterrijke wereld in Noordwest-Overijssel. Het weer kent vele gezichten en op dit 150 km lange traject hoor je zelfs vier verschillende talen spreken: het Bildts, het Fries, het Stellingwerfs en het Overijssels.
