zondag 29 mei 2016

Dissen - Halle Wfl (18K)

Foekje en Jan ontwaken in hun grote hotelkamer, Hotze en Tineke in hun gezellige caravan en Hein in zijn kleine tentje. Verschil moet er zijn, nietwaar?
Een hotel met toegevoegde waarde.....
Na het uitgebreide ontbijt rijden Jan en Foekje naar de camping in Bad Rothenfelde. Veel campinggasten zijn al bezig hun spulletjes in te pakken; bedrijvigheid alom. Het heeft de afgelopen nacht geregend en overal hangen tentzeilen en matjes te drogen. Als ze arriveren heeft Hein zijn tent ook al afgebroken en in de foedraal opgeborgen.
De koffie drinken we ditmaal in de caravan. Niet dat het koud is, maar de lucht is bijzonder vochtig. De hemel ziet eruit alsof het zo meteen weer gaat regenen.
Tineke verhaalt over haar mierenjacht. De kleine insecten waren de afgelopen nacht weer manmachtig aanwezig. Het mierenlokdoosje heeft zijn werk goed verricht. Het heeft veel mieren aangetrokken. Gelukkig houden de kleine insecten zich nu even rustig en kunnen we redelijk ongestoord onze koffie slurpen. Foekje heeft sportkoeken meegenomen die er letterlijk en figuurlijk als koek ingaan.

Slakkenmoes
Zoals gebruikelijk te laat, zetten we af richting de finishplaats. Omdat we in het midden van de tweedaagse route ons kampement hebben, is het tot aan de finish best nog wel een eindje rijden. We parkeren de zwarte Focus langs een weggetje. In het gras in de berm kruipen hele dikke huisjesslakken. Jammer dat Jan, bij het inparkeren, er eentje tot moes heeft gereden. Maar gelukkig blijkt het niet een zeldzame soort te zijn. Er zitten nog veel exemplaren van deze ondersoort in het gras. Geen reden dus om milieudefensie te bellen.
Hotze rijdt terug. We hebben een paar kilometer gereden als Jan tot de ontdekking komt dat we een afslag hebben vergeten. We hadden af moeten slaan. De weg waarop we nu rijden loopt het zuiden in, richting Zuid Afrika. We moeten toch echt in westelijke richting. Hotze denkt bij een ‘Baustelle’ te kunnen keren door de auto tussen een paar paaltjes door te rijden. Als blijkt dat dat niet past, moet er midden op de weg worden gekeerd. Hierdoor moet het tegemoetkomende verkeer stevig vaart minderen. Op de achterbank is sprake van enig tumult. Zonder kleerscheuren en deuken in de auto rijden we de weg terug en nemen de goede afslag.

Een half uur later komen we weer bij de plek waar we gisteren geëindigd zijn. Het uitzicht wordt belemmerd door een dikke laag laaghangende bewolking. Hier en daar breken een paar zonnestralen door het wolkendek heen, maar voor de rest is het egaal grijs. De temperatuur is eigenlijk best aangenaam maar het vochtigheidsgehalte is, als eerder gememoreerd, bijzonder hoog. Dat kon nog best eens zweten worden vandaag.
De steile afdaling van gisteren is een stevige klim vandaag. Een groepje wandelaars met honden in alle soorten en formaten, kruist ons pad.  We hebben ons voorgenomen om vooral dit eerste gedeelte rustig aan te doen. Maar gelukkig valt de klim mee en staan we in een kwartiertje weer bovenop de bergkam. Als de groep voltallig is wandelen we verder.
Een hele klim voor een bewolkt uitzicht
160 treden
Honderd meter verderop staat de Steinegge. Deze zendmast, bovenop de heuvelrug en ver boven de bomen uitstekend, is te beklimmen. We kunnen er bovenop. Hein, Jan en Hotze klimmen 160 treden omhoog. Foekje volgt zonder rugzak; die is bij Tineke in bewaring gegeven die niet naar boven wil. Op heldere dagen zal je vanaf de bovenste ring van de toren ver kunnen kijken, maar de nevel en laaghangende bewolking verhinderen dat vandaag. Om ons heen is het een grijze boel. Als we in de richting van de route kijken zien we dat de volgende heuvels in de laaghangende wolken zijn opgegaan. Dat kon straks nog best wel eens spannend gaan worden.
Hotze: "Sjochts neat!!"
We hervatten de reis. We wandelen verder in zuidoostelijke richting. Het pad gaat hortend en stotend omhoog en hoe hoger we komen des te grijzer wordt het. De bergkam waarover we wandelen is de vroegere grens tussen Pruisen en Hannover. Om de zoveel meter staan grensstenen met aan de ene kant een “P” en aan de andere kant een “H” geschilderd. Duitsland was vroeger verdeeld in een aantal grote en kleinere koning- en keizerrijken. De markeringen van de oude staten is hier nog terug te vinden.

Even later wandelen we door een surrealistische wereld in. De bewolking hangt tussen de bomen. Al wandelend zweten we heel wat centiliters water weg op een dag als vandaag. Maar omdat het in deze vochtige omstandigheid niet verdampt plakt de kleding op de huid. Plakkerig weer dus. We zijn in de wolken. De natuur is overweldigend mooi. Langs het pad groeien Orchideeën en Akelei. En overal bloeit de gele- en rode brem. De uienlucht van een paar etappes geleden is ook terug.

Een snufje wijn
Onderweg komt het gesprek op culinairiteiten. Hein heeft een poosje geleden een heerlijke spaghettisaus gemaakt met, zoals hij dat zegt: een snufje wijn. Het zal wel een scheutje zijn….. J Maar even later wordt er verbaal aandacht gegeven aan de toestand in de wereld. Zoals vroeger altijd op de radio werd gedaan: “De toestand in de wereld, door mr. G.B.J. Hiltermann”.

Op de heuvel ‘Hankenüll’ bereiken we het, tot nu toe, hoogste punt van de Hermannsweg: 307 meter. We zijn voor het eerst boven de driehonderd meter gestegen. Geen wonder dat we in de wolken lopen. Iets verderop gebruiken we een schuilhut om onze meegebracht etens- en drinkwaren te nuttigen. Er zit een raamkozijn in de muur waar geen ruit voor zit en daar tocht het stevig doorheen. De jassen worden over de benen gegooid om ze niet teveel af te laten koelen. Maar niet al te lang zitten dan. Met gevulde buiken en goed geluimd stappen we even later verder het parcours op.

Het mag dan een tochtige oude hut zijn maar de tekst bij de ingang spreekt boekdelen:

 Het geluid dat we al een poosje horen komt, zo lijkt het, elke stap dichterbij: “Zwoeizwoeizwoeizwoei”. Plotseling zien we aan de linkerhand een hoge windturbine staan. Tenminste, we denken dat het een hoge mast is, want de bovenkant ervan kunnen we niet zien. De grote bladen draaien met hoge snelheid in de rondte. We blijven even staan kijken. Normaal gesproken kom je er nooit zo dicht bij en bovendien biedt het geheel (turbine en mist) een schimmig schouwspel.
De houten toren schommelt lekker heen en weer
En als je weer beneden bent ben je natuurlijk blij
Zicht is nul komma nul
Na ongeveer een kilometer komen we bij de uitspanning “Luisenturm” die van ons, omdat we al pauze hebben gehad, geen klandizie heeft te verwachten. Wel beklimmen we de houten toren die ernaast staat. We realiseren ons dat het uitzicht best nul komma nul zal zijn maar we klimmen toch naar boven. En inderdaad; het zicht is slechts een paar honderd meter. In het dal voor ons moet het stadje Borgholzhausen liggen. Het enige wat we kunnen doen is gissen in welke richting het ligt.
Entree van Borgholzhausen......
.... met mooie huizen.....
... en een plekje om even uit te rusten
De afdaling naar het dal is op sommige plekken behoorlijk steil. We lopen met onze voeten voorin de schoenen. Na anderhalve kilometer te zijn afgedaald wandelen we plotseling in de straten van het kleine stadje. Aanvankelijk lijkt het rustig te zijn; immers het is zondag, maar in het centrum van het dorp is het drukte van belang. Allerlei mensen in diverse uniformen staan op het plein bij de kerk te wachten. Maar waarop. Is het een ‘Schutzenfest”? Of misschien een “Landes Trachtenfest”. We weten het niet en eigenlijk kan het ons ook niet zoveel schelen. We doen ‘een slag’ om de kerk en pakken dan de route weer op.

Ravensburg
Twee kilometer ten zuiden van Borgholzhausen verlaten we de verharde weg en schieten we een steil bospad in. Het stijgingspercentage zal rond de 20 procent liggen. Hein en Jan lopen vooruit om een bankje te zoeken. Het is immers bijna theetijd. Bovenop de heuvel komen we bij de burcht ‘Ravensburg’.
Dit is alles wat er nog van het ooit zo roemruchtige kasteel is overgebleven
De graven van Kalvelage vestigen zich rond het jaar 1000 in de burcht. Maar in op 18 juni 1252 verkoopt Jutta van Ravensburg haar bezittingen in Vechta en het Emsland aan het prinsdom Münster. In 1346 sterft het gravenhuis uit met graaf Bernhard von Ravensburg. Daarna heersen verschillende vorstendommen over de burcht, maar dat tijdperk is historie. Nu is het slechts een ruïne met een openluchttheatertje.
Op het terras, dat vandaag gesloten is, hangt een bordje waarop staat dat er op het terrein rond de ruïne geen zelf meegebrachte etens- en drinkwaren mogen worden genuttigd. Na onze verbazing erover te hebben uitgesproken, verlaten we het kasteel en confisqueren meteen het allereerste bankje dat we tegenkomen; het is immers theetijd. De hete thee en het restant aan broodjes verdwijnt rapido in onze magen. Het is zwaar bewolkt en soms wat nevelig. De temperatuur is, om stil te zitten, net iets aan de lage kant. We maken snel weer dat we vort komen.
Ooit was dit een prachtig bankje met een evenzo prachtig uitzicht

Onderaan de kasteelruïne langs, lopen we verder richting finish. Dit is een bijzonder bosachtige streek. Zouden we wel helder zicht hebben gehad vandaag, dan zou het door de vele bomen zijn weggenomen. Het valt ons op dat de bomen ook heel groot zijn. Ze groeien letterlijk en figuurlijk tot in de wolken, al is dat op een dag als vandaag nou ook weer niet zo moeilijk. Een paar kilometer blijft de route op ongeveer dezelfde hoogte, waarna we daarna steil afdalen het ‘Hesseltal’ in. Maar zoals het al de hele Hermannsweg is gegaan; als je naar beneden gaat moet je even later weer omhoog.
De klim uit het Hesseldal is een kuitenbijtertje. Ondanks het stijgingspercentage en de vele oneffenheden op het pad, worden we door twee fietsers gepasseerd. Hoewel; zij moeten ook regelmatig even van de fiets omdat het hen te pittig is. Na een dikke kilometer zijn we weer op hoogte en zetten we onze tocht in een flexibele horizontale lijn voort.

Jasje-aan-jasje-uit
Het weer is sinds het vertrek vanochtend onveranderd. Mistflarden vliegen ons om de oren. De temperatuur is gematigd en de luchtvochtigheid waarschijnlijk bijna honderd procent. Het is zweten geblazen. Als je stilstaat kan de jas aan, maar als je weer wandelt moet die stante pede weer uit. Hein is vandaag koploper in het aantal keren ‘jasje-aan-jasje-uit’.
Gaan we nog goed, Tineke?
Een surrealistische omgeving

Uit de mist doemt de ‘Richtfunkturm’ van ‘die Deutsche Bahn’ op. De in 1953 in opgerichte zendmast is niet meer in gebruik. De zendmast werd gebruikt voor de communicatie van de Duitse spoorwegen, maar heden ten dage wordt er via satellieten gecommuniceerd. Als er überhaupt nog gecommuniceerd wordt.
De zendmast staat op de “Große Egge, met zijn 312 meter de tot nu hoogste heuvel op het parcours. De Große Egge mag dan nog niet heel hoog zijn, maar in het verleden hebben toch nog 3 vliegtuigen hem niet weten te ontwijken en zijn er op kapot gevlogen. In 1940 vloog er een Messerschmitt Bf109 tegenaan en in 1942 een Heinkel He111. Het laatste ongeluk vond plaats in 1965 toen de piloot van een Starfighter 104 van de Duitse luchtmacht door laaghangende bewolking het zicht was verloren. De brokstukken lagen over een gebied van 800 meter verspreid. Delen van de straaljager rolden als vuurballen de berg af, richting de boerderijen in het dal.
De "Große Egge" is een gevaarlijke berg
Vandaag is er ook sprake van laaghangende bewolking; “Mann kann nur beten und hoffen”.

We blijven nog heel even op ‘hoogte’ wandelen om daarna de afdaling richting Hall (in Westfalen) in te zetten. Op sommige stukken gaat het weer crescendo naar beneden. Als we op een beetje open veld komen, kunnen we door de bomen en de wolkenflarden het kleine stadje zien liggen. In de verte zien we de zwarte finish-Focus al staan, maar de route moet nog een flinke bocht maken eer we er arriveren. Het blijkt dat de auto aan de Wehrterstraße staat. Wie heeft er zin in een snoepje?
Uitzicht over het stadje Halle (Westfalen)

Een aantal leden van het wandelgezelschap heeft de pijp leeg. Het is dan weliswaar niet zo warm als gisteren, maar de vochtige lucht en de zwaarte van het parkoers hakken er toch best in. En eerlijk is eerlijk, op Hein na, raken we natuurlijk allemaal een beetje op leeftijd.

We stappen in de zwarte bolide en zetten koers richting Dissen. Aangekomen bij de startauto wisselen als gewoonlijk tassen, schoenen en wandelstokken van auto. We nemen ons voor om in Bad Rothenfelde iets te eten, maar eerst rijden we terug naar de camping. Dan kunnen we ons een beetje opfrissen en van kleding wisselen. Na het korte intermezzo op de grote, maar nu grotendeels lege camping, rijden we met twee auto’s de stad in. Hotze en Tineke rijden na de dis terug naar de camping. Zij blijven nog een paar dagen, terwijl Jan, Foekje, Hein vanavond nog naar Fryslân terugreizen.

Het is heerlijk gezellig in de stad. De zon is inmiddels gaan schijnen en de terrasjes zijn goed bezet. In een restaurant, niet ver van het parkeerterrein, gaan we naar binnen. Misschien kunnen we buiten zitten, maar we zijn al de hele dag buiten geweest en bovendien is het binnen net iets aangenamer van temperatuur. Het lieftallige dienstertje neemt de bestelling op: 4 halve liters bier, 1 cola en 5 schnitzels. De vermoeidheid van een uur geleden is waarschijnlijk verdwenen want we krijgen weer praatjes volop. De cola is voor Hein. Hem rest de twijfelachtige eer om de dik 200 kilometer naar huis te rijden.

De schnitzels smaken goed en samen met de frieten zorgen ze ervoor dat de magen snel goed gevuld raken. We nemen geen toetje. Toen we eerder van het parkeerterrein naar het restaurant liepen kwamen we langs een Italiaanse ijssalon. De gasten op het terras hadden heerlijke ijsjes voor zich.  Foekje en Jan willen die wel eens proberen. En zo komt het dat we op de terugweg nog een ijsje nemen.

Hein neemt plaats achter het stuur. Waar is de uitgang van het parkeerterrein? Tineke gesticuleert zich een slag in de rondte om Hein naar de uitgang te dirigeren. In de auto wordt er hartelijk om gelachen. Na een flinke mep op de claxon verlaten Jan, Foekje en Hein de parkeervoorziening en rijden terug naar huis. Hotze en Tineke rijden terug naar de camping.

Wil je alle foto's van de wandeltocht "Hermannsweg 2016"zien, klik dan op deze link.





zaterdag 28 mei 2016

Bad Iburg - Dissen (15K)

Het is net als toen we het Pieterpad wandelden. Hoe verder we op de route komen, des te verder het rijden is. Zaten we bij het begin van de Hermannsweg op ongeveer 200 kilometer; nu zijn we, wat aanrijden betreft, al 50 kilometer verder weg. Dat houdt in dat, als je op hetzelfde tijdstip wilt starten, je telkens eerder van huis moet.
Hotze en Tineke zijn, zoals gebruikelijk, een paar dagen geleden al met de caravan richting het Teutoburgerwald gereden. Foekje, Hein en Jan vertrekken zaterdagochtend om half acht.

In eerste instantie hebben we afgesproken dat onze kampeerders bij het finishpunt op de andere drie zullen wachten, maar omdat Jan een pan met thuis gekookt overheerlijk  eten meebrengt, hebben we toch maar besloten om op de camping af te spreken. Dan kan de krokant gebakken kip eventjes in het koelkastje. Ongeveer een half uur rijden voordat ze de camping bereiken wordt via sms contact gezocht en zodoende staat Hotze ze bij de ingang van de camping op te wachten.

Campingdrukte
Omdat het een grote, zeg maar hele grote, camping is, is een gids onmisbaar. Met pannen, tassen en stoelen wandelen ze de camping op. Het is toch zeker vijf minuten wandelen tot aan het “kipje”. Het is druk op de camping; caravans en tenten staan hutje mutje. Maar er is gelukkig nog wel plaats voor Hein zijn mega-tent. Ondanks de drukte rondom is het er best vertoeven, ware het niet dat er zoveel mieren (Duits: Ameisen /Frysk: Mychhimmels) zijn. Ze lopen zelfs in de caravan! Tineke heeft er al een paar mierenlokdoosjes tegenaan gegooid maar zonder succes. Nou ja, de doosjes lokken wel, er komen er namelijk steeds meer bij.
Hotze heeft de luifel op afwateren staan. Hierdoor is een van de staanders lager dan de andere. Als je dus niet uitkijkt loop je daar met je kop tegenaan. Zowel Hotze, Tinke als Hein weten op een zeker moment niet op tijd hun hoofd te laten zakken. Met als gevolg dat de luifel zo nu en dan heen en weer schudt omdat er iemand met zijn kop tegenaan is gelopen.
Op de camping
En terwijl de koffie wordt genuttigd zet Hein zijn mega-tent in een ‘poep-en-een-scheet’ op. Tineke trakteert op een soort van cake. Het zijn grote stukken maanzaad-cake die er behoorlijk ‘in hangen’. Maanzaad is een papaversoort en heeft sporen van morfine waar je high van kunt raken. Maanzaadcake is dus eigenlijk een soort ‘spacecake’. In de sportwereld is morfine verboden. Als topsporters meer dan 2 gram maanzaad naar binnen werken zijn ze de lul. We stellen op voorhand vast dat het wel eens een hele gezellige dag zou kunnen gaan worden.

Piepende banden
Na de koffie, en zoals gewoonlijk weer te laat, verlaten we de camping en rijden naar de finishplaats. We hoeven daarvoor maar een paar kilometer te rijden. De zwarte Ford rijdt voorop met Hein achter het stuur. We hebben niet een straatnaam voorhanden en terwijl Hein rijdt gebruikt Jan zijn gps als routeplanner. Hein scheurt met de zwarte Focus van het parkeerterrein bij de camping. Maar ook onderweg naar de finishplek rijdt hij bij tijd en wijle met piepende banden weg. Zijn excuus? “Deze auto is anders ingesteld dan die andere”. En nadat rookwolken zijn opgetrokken en na wat onduidelijk heen en weer gerijd weten we het eindpunt van de wandeltocht uiteindelijk te vinden. We parkeren de auto onder een paar bomen in de verwachting dat hij daar straks lekker in de schaduw staat. Als we achterom kijken zien we het stadje Dissen, waar we zojuist doorheen zijn gereden, liggen. Het uitzicht is enorm.
Het uitzicht is enorm
Een half uur later zijn we op de plek waar we twee weken geleden zijn gestopt. Het is rustig op de parkeerplek. Foekje wisselt nog snel even haar spijkerbroek voor een driekwart van lichte stof. Het kon vandaag wel eens warm worden. Hein wandelt vandaag op zijn lichte sportschoenen. Dat is lekker wandelen zolang de keien op het pad niet al te dik en te puntig worden. De zool is een stuk flexibeler dan die van wandelschoenen. Afwachten dus hoe dat gaat . 
We waren het spoor even bijster maar gelukkig; daar is het weer
Het spoor bijster
We zijn nog geen 100 meter onderweg als we het pad al bijster zijn. Gelukkig bieden de gps-en van Tineke en Jan uitkomst. Even een stukje terug, rechtsaf en dan omhoog. En als de schrijver dezes schrijft “omhoog”, dan bedoelt hij ook “omhoog”. Pas na ongeveer een kilometer hebben we het hoogste punt (voor alsnog) bereikt. We blijven even staan uitpuffen. Het is warm.

Omdat Jan en Tineke zo nu en dan een fotootje schieten, raken ze achterop. Dan ontdekt Jan dat ze zojuist alweer een afslag hebben gemist. Hij roept de vooruitlopende meute toe, maar er komt geen reactie. Er dan maar achteraan. Als de groep uiteindelijk weer compleet is, is het te ver om weer naar de oorspronkelijke route terug te lopen. Dan maar proberen om met de gps een aansluitend pad te vinden. Dat lukt en na ongeveer 1 kilometer extra te hebben gewandeld zijn we weer op de Hermannsweg aanbeland. 

Rechts van ons staat een hut: de ‘Freedenhütte’. Het is eigenlijk nog wat te vroeg op het parcours; we zijn nog maar dik 2 kilometer onderweg, maar er gaan geluiden op dat er een broodje genuttigd moet worden. Op een bij de hut geplaatste picknickbank pakken we uit. Foekje schenkt de koffie uit en doet zichzelf te goed aan een stuk ‘maanzaadcake’, dat ze vanochtend, toen ze het niet allemaal naar binnen kreeg, in een plastic zakje heeft meegenomen.

All-terrain-segway
Tegen het houten gebouwtje staan een fiets en een segway geparkeerd. Wat zou iemand hier met zo’n modern ding in het bos doen. Plotseling verschijnen uit een diepe geul een tweetal mannen waarvan eentje behoorlijk spastisch oogt. Hij stapt op de tweewieler en weg is’t ie. Wonderlijk.
De broodjes gaan er in als koek. Dat is iets vreemd omdat bij sommige de maanzaadjes nog tussen de tanden zitten. Hein slaakt een kreet. “Wat is er aan de hand”. Hij had zich voorgenomen een bepaalde volgorde te hanteren bij het verorberen van zijn zelf gesmeerde boterhammen, maar nu houdt hij zich niet aan zijn voornemens. O Hein, wat erg!!
Foekje heeft haar notitieboekjes meegenomen en is druk bezig om de eigenaardigheden van deze morgen, tot nu toe, te noteren. De schrijver dezes neemt niet al haar aantekeningen over want dan zou het verslag te lijvig worden. 
Even wat puntjes opschrijven voor het verslag
Na de koffie steken we weer van wal en steken het bruggetje over dat de geul, waar zojuist de twee Duitsers uit waren gekropen, omspant. Dan rechtsaf en meteen weer iets omhoog. Verderop lopen we aan de bosrand. Tussen de boomstammen door zien we een zonnig en licht heuvelig landschap. Tegen de bosrand aan staan prachtige huizen. Hotze en Jan mijmeren erover om hier een huis te hebben. Ver van het geroezemoes van het vaak drukke Duitsland met een prachtige natuur rondom huis. Maar tja, in dat geval zouden we het Pikmeer moeten missen. 
Dit is wel een héle grote bank
We ontdekken een leuke bank. Het is een soort chaise longue, maar dan van hout. Foekje heeft al plaatsgenomen als Tineke er ook bij op wil. Zij wil de ligbank aan de voorkant beklimmen, maar aan die kant is het te hoog zodat ze geholpen moet worden om de bank te bedwingen. Het is een fraai gezicht: twee vrouwen op/in een hele grote bank. 

Doorkijkraam
Bij een huis langs de route is een doorkijkraam gemaakt. De wandelaar wordt uitgenodigd om door dit raam te kijken. Wat je dan ziet is een mooi aangelegde en goed onderhouden tuin. Natuurlijk worden er een paar foto’s van gemaakt. De afgelopen kilometer zijn we weer een stukje gedaald, maar als we een haakse bocht naar rechts nemen zien we het pad voor ons weer gestaag omhoog gaan. Het duurt dan ook niet lang voordat we weer op 240 meter hoogte zijn.
Natuurlijk moeten hier foto's van worden gemaakt
 Maar net zo snel als we zijn geklommen dalen we weer. We verlaten het bos. Aan onze linkerzijde zien we, achter hoge bomen verscholen, weer een kalkgroeve. Rechtdoor kijken we over een graanveld heen en zien een klein dorpje liggen. Daar moeten we heen, maar omdat er op dit stukje van het parcours veel foto’s gemaakt worden duurt het even voordat we er arriveren. Het is zonnig weer en lekker warm.
We steken de drukke weg Osnabrück – Hilter over. Hilter is in dit verband juist geschreven. Hitler was iemand anders.

“Waar is jouw rode zakdoek?” vraagt Foekje aan Jan. De grote rode zakdoek die Jan aan zijn rugzak heeft geknoopt hangt er niet meer. Zonder het te merken is hij die tijdens de wandeling verloren.
De route wordt goed aangegeven
Een paar honderd meter verder steken we het spoor over en als we kort daarna rechtsaf slaan zien we onder ons de auto’s op de “33” voorbijgaan. Vanochtend is de zwarte Focus hier nog langsgekomen. Net aan de overkant van het viaduct is op de vangrail een kaboutertje geschilderd.
De weg gaat weer omhoog. We moeten Hein even tot de orde roepen die i.p.v. de route te volgen, rechtdoor bij bewoners het erf op loopt. Aan het einde van het brede pad staat een bankje met een mooi uitzicht over het gebied waar we zojuist doorheen zijn gewandeld. Tineke gaat even zitten. Ze heeft de pijp eigenlijk wel uit. Ze heeft last van haar knieën. We nemen even de tijd om even te recupereren en drinken wat. Het is vandaag behoorlijk warm en dat vreet energie. Het bankje staat in de schaduw, er waait een flauw windje overheen en het uitzicht is mooi. Kortom een heerlijk plekje.
Het is niet zo druk op dit traject Autobahn
Vanaf ons rustpunt hebben we een heerlijk uitzicht over het gebied waar we zojuist doorheen zijn gewandeld
Na een stief kwartiertje gaat het weer verder. Via allerlei leuke paadjes wandelen we langs de toppen van de ‘Hohnangel’ (262m) en de ‘Asberg’ (244m). We zitten dus behoorlijk op hoogte. Voor we ons dat realiseren gaat het alweer bergafwaarts. De Hermannsweg gaat vandaag flink op en neer.

Biertje….???
We komen op een geasfalteerd weggetje en wandelen langs een mooi huis op een nog mooiere locatie. Van hier heb je een prachtig zicht op de bos vrije omgeving. Iets voorbij het huis staat een bankje. Dat bankje is van ons! De tassen worden open geritst en de broodjes en flesjes water komen voor het licht.  
De afgelopen wandelingen hebben we gezien dat Duitsers onderweg vaak een (zelf meegebrachte) bier drinken. En daarom heeft Jan vandaag een paar blikjes in zijn rugtas gestoken. Hein draagt er ook twee omdat Jan anders een te zware rugtas zou hebben. Het is de hele dag al behoorlijk warm, dus hopelijk zijn ze nog wel een beetje koel. De blikjes hebben de hele wandeling achterin de rugtassen liggen schudden. Als dat maar goed gaat. Als Hotze zijn blikje opentrekt spuit het bier hem over zijn broek. En omdat geen vermaak groter is dan leedvermaak wordt er luidruchtig om gelachen.  “Ach dat droogt wel weer op”, oppert Hotze nuchter. Tineke en Foekje delen een blikje bier. Ze durven het niet aan om een heel blik op te drinken, immers we zijn er nog niet en de route gaat straks nog stevig omhoog.
BIERTJE?
Vanaf ons bankje hebben we een fantastisch uitzicht over het gebied; bovenop een heuvel staat de radiotoren “Steinegge”. Daar eindigt ongeveer onze wandeling van vandaag. Het lijkt nog ver en hoog.
Enigszins met tegenzin stappen we op.  wandelen verder en groeten een paardje, dat in een weiland langs de weg staat te grazen. Hij weigert het gras dat Foekje hem aanbiedt aan te nemen. Nou, dan niet.

We dalen weer stevig af en we wandelen de ‘Noller Schlucht’ in. Een ‘Schlucht’ (in het Nederlands: kloof) is een door erosie uitgeslepen doorgang in het heuvelachtige landschap. Vaak stroomt er een riviertje doorheen en soms loopt er een weg doorheen (in dit geval van noord naar zuid). Het wandelpad naar beneden en omhoog uit een ‘Schlucht’ is vaak steil. Zo ook nu. De voeten staan weer eens voorin de schoenen.
Het hotel is dicht maar de bloemenpracht is overweldigend
Onderaan gekomen staan een paar huisjes en een hotel. We hebben de indruk dat het hotel ter ziele is. Het gebouw is aan de voorkant grotendeels overwoekerd met blauwe regen. Een prachtig gezicht natuurlijk, maar niet goed voor de klandizie, zullen we maar zeggen. De witte wilde margrieten die voor het hotel groeien steken mooi af bij de rest.

We steken de weg over en vervolgen het pad dat, omdat we aan de andere kant van de kloof zijn aanbeland, weer stevig omhoog gaat. Foekje en Tineke laten zich zo nu en dan graag een stukje door Jan en Hein omhoog duwen. Dat maakt het klimwerk er beslist lichter op.
Bijna missen we een afslag in het zacht groene bos. Daar waar we denken dat we een horizontaal pad rechtdoor kunnen nemen moeten we linksaf, heuvel opwaarts. Jan en Hein duwen daar waar het kan. Hotze is net een ‘oude diesel’. Soms raakt hij iets achterop om even later in een constante snelheid weer aan te sluiten. En hoe zit het dan met onderhoud van deze diesel, horen we de oplettende lezer opperen. Daarin kunnen we kort zijn; geen onderhoud nodig.
 
En alweer gaat het heuvelopwaarts
We denken weer op hoogte te zijn, maar daarin hebben we ons vergist. We moeten nog even een stukje hoger. Dit deel van het traject loopt over een ‘bergkam’. Aan beide zijden van het pad lopen de heuvels in een hoog percentage naar beneden af. Er wordt gesuggereerd dat je hier in de winter met een sleetje lekker naar beneden kunt glijden, maar dan zullen er, om te voorkomen dat je in spreidstand in aanraking met een boom komt, eerst flink wat bomen gekapt moeten worden.

Nog slechts een paar honderd meter zijn we van de finish van vandaag verwijderd. Maar die laatste meters gaan flink heuvel af. Tineke vindt het op zich niet erg om de dag op deze manier te eindigen, maar ze kijkt nu al op tegen de eerste meters van morgen. Die gaat dan over hetzelfde spoor, maar dan bergop.

Al een poosje horen we luide knallen door het bos echoën. Eerst dachten we dat er iemand nog een voorraadje oud vuurwerk had liggen, maar nu we bij de auto staan weten we beter. De knallen komen van het schietterrein waar we zojuist langs zijn gewandeld. Het terrein is afgezet met een gazen hek, maar dat zal geen kogels tegenhouden. Er is niemand gewond geraakt.

We stappen in en rijden naar Bad Iburg om de startauto op te halen. Zoals gezegd heeft Jan voor vanavond gekookt en eten we op de camping. Omdat het vandaag behoorlijk warm is geweest en we nogal bezweet zijn geraakt besluiten we om ons eerst op te frissen voordat we aan tafel gaan. Foekje en Jan hebben een hotel gereserveerd in Bad Laer; de Brouwers rijden terug naar de camping. Tot straks.

Het hotel waar Jan en Foekje inchecken kent meerdere gebouwen. Het oude hoofdgebouw van het hotel is 200 jaar geleden gebouwd in vakwerkstijl. Erachter is een nieuw gebouw opgetrokken. Foekje en Jan moeten naar de overkant van de straat, waar in een woning nog diverse kamers zijn. Als ze de gordijnen van hun kamer open schuiven, zien ze dat vlak achter het hotel de kerk staat. De deuren zijn op nog geen15 meter verwijderd. Op hetzelfde moment begint de klok te luiden. Een minutenlang “dingdong” klinkt door de openstaande ramen. Ze zijn benieuwd hoe dat op de vroege zondagochtend gaat klinken.

De hotelkamer is van het grotere soort. Luxe en modern ingericht en …….. er is een bubbelbad. Foekje kruipt in bad en als Jan nog op een paar knoppen heeft gedrukt gaan alle registers open. Het water bubbelt, blaast en stroomt dat het een lieve lust is. Zelf de gekleurde lampjes in de badrand branden. Dit is feest. Jan appt naar de campingbewoners dat het wat later wordt: Foekje wil niet uit bad.

Als Foekje en Jan bij de caravan aankomen worden ze door Tineke getrakteerd op een grote bier. Hotze is net teruggekeerd van de douches en Hein gaat nu onderweg. Als de bier door het keelgat naar binnen is gegleden gaat Jan de caravan in om het eten op te zetten. Tineke loopt hem na om nog een paar mieren dood te meppen.
De beestjes lopen overal. Tineke heeft het vermoeden dat ze via de stroomkabel bij de caravan opklimmen en via een gaatje bij het stopcontact naar binnen komen. De stroomdraad wordt daarom over de luifel geleid. Probleem opgelost zou men denken.

Jan heeft thuis een grote pan Indiase groente curry gekookt die in de caravan alleen maar opgewarmd hoeft te worden. De spicy gekruide kip is voorgebakken en ondergaat dezelfde behandeling als de curry. De rijst moet natuurlijk nog wel even worden gekookt, maar dat is een fluitje van een cent. Het duurt niet lang eer het vijftal voor de caravan aan de dis zit.
Foekje en Jan zijn gisterenavond naar een proeverij geweest en daar hebben ze een paar flessen wijn van meegenomen. Eentje ervan wordt bij het eten geserveerd en is een krachtige aanvulling op het maal. Tineke zorgt voor het toetje; een heerlijk yoghurtje in diverse smaken. Als afsluiting van deze copieuze maaltijd gaat een kopje koffie er nog wel in.

Tegen negen uur verlaten Jan en Foekje de camping en rijden terug naar hun hotel. Op de terugweg zien ze het in de verte weerlichten.

Klik voor alle foto's van de Hermannsweg-wandeling op deze LINK.




zondag 15 mei 2016

Lengerich - Bad Iburg (17K)

Voor Foekje en Jan het is vroeg opstaan in het hotel in Osnabrück. Nog even douchen, koffie zetten en daarna naar het rijkelijke ontbijt. Deze keer worden ze wel getrakteerd op eieren en spek. Daar zullen ze straks goed op kunnen lopen.
Tijdens het ontbijt zien ze dat op de weg een auto staande wordt gehouden. Zo te zien wordt das Auto in beslaggenomen, want de bestuurder moet lopende zijn weg vervolgen.

Via een prachtige route ‘durch die Umgebung’ van Osnabrück rijden ze terug naar het 15 kilometer zuidelijker gelegen Tecklenburg. Het is een drukte van belang op de camping. De ‘éénnachtskampeerders’ zijn al druk bezig om de spulletjes op te pakken en er is een constante stroom van mensen die  op en neer toilettaire voorzieningen lopen.
In de ‘gemütliche’ caravan drinken we koffie en eten er alvast een jodenkoek met chocolade bij. En nadat Hein zijn nachtelijk verblijf in de vorm van een tent heeft opgeruimd stappen we in de auto en rijden we naar de route.
Vanochtend zetten we de startauto vlak bij het hek neer. We denken niet dat er vandaag een vrachtauto over dit pad hoeft te rijden. Het is per slot van rekening eerste pinksterdag. We eten nog een door Foekje meegebrachte sportkoek, die door Tineke wordt omgedoopt in snuffelkoek. Bij het ruiken aan de  koek blijft er een kruimeltje aan haar neus hangen, vandaar de naam snuffelkoek.
Het pad moet hier ergens langs gaan. 
Achter onze neus aan
Het begin van de route is iets onduidelijk. Ook het routeboekje biedt niet meteen uitkomst. De wandeltochten van de afgelopen jaren hebben ons geleerd om, als je het even niet meer weet, gewoon achter je neus aan te lopen. Gegarandeerd, negen van de tien keer loop je goed. Zo ook nu.
Plotseling zwaait Tineke haar wandelstokken ongecontroleerd in de rondte; ze struikelt. En waar struikelt ze over, hoort men de lezer denken? Uit de grond omhoog steekt een stokje van zo’n anderhalve centimeter. Tja, het is begrijpelijk dat je daardoor je evenwicht kunt verliezen.
Een kronkelend bospaadje leidt ons naar een gazen hek. En dat hek staat er niet voor niets. Erachter is een gapend gat van vele meters diep. We staan voor een groeve, die zoals het zich laat aanzien, de laatste jaren niet meer is geëxploiteerd. Rechtdoor gaat niet, dus dan maar rechtsaf. We wandelen om de groeve heen en zien dan pas hoe diep hij is. Je zou er een leuk zwembad aan hebben.
Na de groeve gaat het pad plotseling stevig omhoog. Op zich is het natuurlijk altijd al wat lastiger om omhoog en naar beneden te wandelen, maar het pad is bezaaid met grof puin dat het wandelen extra moeilijk maakt. Uiteindelijk komen we boven en staan we andermaal voor een hoog hek. Ook hier is het wel duidelijk met welk doel dit hek is geplaatst. We hebben uitzicht over een grote groeve, die merkbaar nog steeds wordt gebruikt. De bij afgravingen ontstane en voor dit soort kalksteengroeves typische trapvorm is duidelijk zichtbaar. Achter de groeve staat de grote cementfabriek van Lengerich en over de fabriek heen zien wij het vlakke landschap van Münsterland liggen.  
Achter deze afrastering loopt de grond steil naar beneden
Uienlucht
We lopen langs de rand van de groeve en merken dat de lucht een beetje ‘uiig’ ruikt. De bodem van de bossen is bijna volledig begroeid met ‘Alllium Ursinum’ oftewel Daslook. Deze planten houden van een kalkrijke ondergrond en die is hier natuurlijk veel voor handen. Zover het oog rijkt zien we de planten staan. Het is een prachtig gezicht. Ons wandelpad slingert zich er als het ware gewoon doorheen. We krijgen trek in gerechten die uien als basis hebben. Hein roept vanuit de verte dat hij volgende week ‘hachee’ voor ons gaat koken. Dat is dan bij deze geregeld Hein!!
Wel duidelijk waar de uienlucht vandaan komt
De route is heuvelachtiger dan die van gisteren. Bij tijd en wijle gaat het steil omhoog om even later weer in dezelfde percentages te zakken. Het heeft beslist zijn charme, maar het is ook best ‘anstrengend’. De uitzichten naar beide zijden van de heuvelrug zijn soms adembenemend, maar zoals zo vaak treedt hierbij een soort van gewenning op. De oooo’s en aaaaah’s worden minder geuit dan de voorgaande tochten; maar het blijft geweldig mooi.

Alex-Shotte Hütte
Het wordt tijd voor koffie en broodjes, maar waar zijn de bankjes? Op de kaart wordt een kilometer verderop een schuilhut aangegeven. Daar gaan we een bakkie doen. Hein en Jan lopen vooruit om, als er meer belangstelling voor de hut zou zijn, een aantal plaatsen te confisqueren. In ijltempo halen ze een groepje vrouwelijke wandelaars in, maar de hut is onvindbaar.
Op een, door struikgewas, bijna onvindbare en onleesbare wegwijzer wordt de hut aangegeven. Ze slaan het pad naar links in en komen na een halve kilometer bij de hut aan. Moeten ze de anderen waarschuwen om ook linksaf te slaan? Jan belt Foekje maar die neemt niet op. Hein belt Tineke met meer resultaat. Men is het bord al voorbij, maar wandelen terug en even later is de club weer compleet.
Uitzicht vanuit de Alex-Schotte Hütte; de regenbui is in aantocht
De ‘Alex-Schotte Hütte’ is genoemd naar de man die in deze omgeving jachtopziener was en zich heeft ingespannen voor de bouw van de schuilhut. De hut is gebouwd op het hoogste puntje van Münsterland - 235 meter. Het uitzicht bij de hut is geweldig mooi. Wat minder mooi is dat vanuit de verte een donkere wolk onze richting opdrijft. Laten we de bui hier maar even afwachten. De koffie en broodjes komen voor het licht.
In de hut wordt het een drukte van belang als een groep ‘lokalen’ zich meldt om te schuilen. Omdat de bui langer op zich laat wachten dan verwacht, doodt de groep Duitsers de tijd met het zingen van liederen. Niet speciaal ons ding, maar het klinkt goed. Na een flinke bui stappen we weer op.

Geen Apfelstrudel
Het is drukker op de route dan dat het gisteren was. Op een gegeven moment wandelen we in een soort van optocht door het Teutoburger Wald. De reden ervan wordt al snel duidelijk als we via een overvol parkeerterrein bij een uitspanning aankomen waar het een drukte van belang is. We kijken even of er in deze herberg nog plaats is voor vijf vermoeide wandelaars, maar de tent zit aan de nok toe vol. Geen koffie met Apfelstrudel dus, maar wel de gelegenheid om even van de toiletten gebruik te maken. Schijnbaar opgelucht kunnen we even later verder.
Schoeisel van hout; geen klompen maar gewone schoenen
Langs het pad staan schoenen. Niet zomaar 'schoenen', maar schoenen van hout. Kunst natuurlijk!
Op een kruispunt van paden staat een picknickbankje; tijd voor thee. Het is zowaar druk op de kruising. Vele wandelaars passeren ons al groetend met een naar Duitse tongval klinkend “hhhalloooo”. Zou ‘Grüss Gott” hier ook kunnen?

'De commissie'. Hhhalloooo......
We pakken onze spulletjes weer in en gaan op pad voor de laatste kilometers van vandaag. Zo nu en dan sputtert het wat maar veel hinder hebben we er niet van. Naarmate we verder van de uitspanning komen des te rustiger wordt het op de Hermannsweg. Ongeveer een kilometer voor het stadje Bad Iburg zetten we de afdaling in. De voeten staan voorin onze schoenen; zodanig dat, wie zijn teennagels niet kort heeft geknipt, straks gaten in de sokken heeft.
Het pad loopt naar beneden het dal in
Slot Iburg
In Bad Iburg moeten we een drukke weg oversteken. Jan is al aan de overkant, maar de rest komt niet zo goed mee en moet lange tijd wachten voordat de passerende rij auto’s voldoende onderbroken is om de oversteek te wagen. Het slot Iburg dat bovenop een heuvel staat dateert al van het jaar 1100. Opgericht als woonhuis voor Bisschop Benno II van Osnabrück en Benedikt Abdij is het tegenwoordig voor commercieel gebruik ingericht. In dit slot is in 1668 Sophie Charlotte geboren; de eerste Koningin van het Pruisische Rijk.
Het stadje heeft het predicaat een badplaats te zijn, Bad Iburg, maar helaas is het vooral vergane glorie. De binnenstad valt qua gebouwen tegen en ook hier heeft de middenstand het zwaar. Veel winkelpanden staan leeg en zelfs te koop. Er is geen reden om er lang te blijven dus wandelen we door de nieuwbouw van het stadje naar de auto. Omdat we vanochtend alweer niet bijzonder vroeg zijn gestart komen we tegen half vijf bij de auto. Is het toch nog weer later geworden dan we hadden gedacht.
Historie: het slot van Bad Iburg..... en twee eenden
Pinksterdag
Wat gaan we doen? Eerst nog een hapje eten? De wandelaars hebben allemaal wel zin in een schnitzeltje. Maar het is eerste pinksterdag en Jan weet uit ervaring dat op dat soort dagen veel restaurants gesloten zijn. We zien wel. Misschien komen we onderweg iets tegen waar we kunnen eten.
Maar niets is minder waar. Langs de weg naar Lengerich, waar de startauto staat, is er geen geschikte lokaliteit te vinden. Dan eerst de auto maar ophalen en kijken of we in Lengerich, een redelijk groot dorp, nog iets kunnen vinden.
Even later crossen we door Lengerich maar ook hier zijn de restaurants die open zijn op 1 hand te tellen. We parkeren de auto’s in een straatje en gaan te voet verder. Bij een grote poort is een restaurant. We gaan de trappen naar boven, maar daar blijkt dat er geen eten geserveerd wordt. Iets verderop is een Italiaans restaurant, laten we die dan maar proberen.

19:40 Uhr
Als we de deur open doen wordt ons toegeroepen dat we tot ‘neunzehn Uhr vierzig’ kunnen eten. Waarschijnlijk is de enige tafel, die voor 5 personen geschikt is, vanaf dat tijdstip gereserveerd. Het is nu zes uur; dat moet lukken.
We bestellen allemaal een lekkere pizza. Hotze en Hein hebben eenzelfde soort met behoorlijk veel pepers. Hotze snakt op sommige momenten naar adem, maar hij vindt het wel lekker. Hein is er minder van gecharmeerd. Hij ruilt de helft van zijn pizza met Foekje. Zij drinken er elk een grote Weissbier bij en Hotze geniet van een gewoon biertje. Tineke en Jan doen het op een frisje.  De vraag wie straks rijdt is hiermee voldoende beantwoord.
Na een voortreffelijke maaltijd nemen we tegen half acht afscheid van elkaar. Hotze en Tineke rijden terug naar de camping en Jan, Hein en Foekje racen naar Fryslãn terug.

Het was weer een geweldig wandelweekend.

Klik voor alle foto's van de Hermannsweg-wandeling op deze LINK.