Voor Foekje en Jan het is vroeg opstaan in het hotel in
Osnabrück. Nog even douchen, koffie zetten en daarna naar het rijkelijke
ontbijt. Deze keer worden ze wel getrakteerd op eieren en spek. Daar zullen ze
straks goed op kunnen lopen.
Tijdens het ontbijt zien ze dat op de weg een auto staande
wordt gehouden. Zo te zien wordt das Auto in beslaggenomen, want de bestuurder
moet lopende zijn weg vervolgen.
Via een prachtige route ‘durch die Umgebung’ van Osnabrück
rijden ze terug naar het 15 kilometer zuidelijker gelegen Tecklenburg. Het is
een drukte van belang op de camping. De ‘éénnachtskampeerders’ zijn al druk
bezig om de spulletjes op te pakken en er is een constante stroom van mensen
die op en neer toilettaire voorzieningen
lopen.
In de ‘gemütliche’ caravan drinken we koffie en eten er
alvast een jodenkoek met chocolade bij. En nadat Hein zijn nachtelijk verblijf
in de vorm van een tent heeft opgeruimd stappen we in de auto en rijden we naar
de route.
Vanochtend zetten we de startauto vlak bij het hek neer. We
denken niet dat er vandaag een vrachtauto over dit pad hoeft te rijden. Het is
per slot van rekening eerste pinksterdag. We eten nog een door Foekje
meegebrachte sportkoek, die door Tineke wordt omgedoopt in snuffelkoek. Bij het
ruiken aan de koek blijft er een
kruimeltje aan haar neus hangen, vandaar de naam snuffelkoek.
Het begin van de route is iets onduidelijk. Ook het
routeboekje biedt niet meteen uitkomst. De wandeltochten van de afgelopen jaren
hebben ons geleerd om, als je het even niet meer weet, gewoon achter je neus
aan te lopen. Gegarandeerd, negen van de tien keer loop je goed. Zo ook nu.
Plotseling zwaait Tineke haar wandelstokken ongecontroleerd in
de rondte; ze struikelt. En waar struikelt ze over, hoort men de lezer denken?
Uit de grond omhoog steekt een stokje van zo’n anderhalve centimeter. Tja, het
is begrijpelijk dat je daardoor je evenwicht kunt verliezen.
Een kronkelend bospaadje leidt ons naar een gazen hek. En
dat hek staat er niet voor niets. Erachter is een gapend gat van vele meters
diep. We staan voor een groeve, die zoals het zich laat aanzien, de laatste
jaren niet meer is geëxploiteerd. Rechtdoor gaat niet, dus dan maar rechtsaf.
We wandelen om de groeve heen en zien dan pas hoe diep hij is. Je zou er een leuk
zwembad aan hebben.
Na de groeve gaat het pad plotseling stevig omhoog. Op zich
is het natuurlijk altijd al wat lastiger om omhoog en naar beneden te wandelen,
maar het pad is bezaaid met grof puin dat het wandelen extra moeilijk maakt.
Uiteindelijk komen we boven en staan we andermaal voor een hoog hek. Ook hier
is het wel duidelijk met welk doel dit hek is geplaatst. We hebben uitzicht
over een grote groeve, die merkbaar nog steeds wordt gebruikt. De bij
afgravingen ontstane en voor dit soort kalksteengroeves typische trapvorm is
duidelijk zichtbaar. Achter de groeve staat de grote cementfabriek van
Lengerich en over de fabriek heen zien wij het vlakke landschap van Münsterland
liggen.
We lopen langs de rand van de groeve en merken dat de lucht
een beetje ‘uiig’ ruikt. De bodem van de bossen is bijna volledig begroeid met ‘Alllium
Ursinum’ oftewel Daslook. Deze planten houden van een kalkrijke ondergrond en
die is hier natuurlijk veel voor handen. Zover het oog rijkt zien we de planten
staan. Het is een prachtig gezicht. Ons wandelpad slingert zich er als het ware
gewoon doorheen. We krijgen trek in gerechten die uien als basis hebben. Hein
roept vanuit de verte dat hij volgende week ‘hachee’ voor ons gaat koken. Dat
is dan bij deze geregeld Hein!!
Wel duidelijk waar de uienlucht vandaan komt |
Alex-Shotte Hütte
Het wordt tijd voor koffie en broodjes, maar waar zijn de
bankjes? Op de kaart wordt een kilometer verderop een schuilhut aangegeven.
Daar gaan we een bakkie doen. Hein en Jan lopen vooruit om, als er meer
belangstelling voor de hut zou zijn, een aantal plaatsen te confisqueren. In
ijltempo halen ze een groepje vrouwelijke wandelaars in, maar de hut is
onvindbaar.
Op een, door struikgewas, bijna onvindbare en onleesbare
wegwijzer wordt de hut aangegeven. Ze slaan het pad naar links in en komen na
een halve kilometer bij de hut aan. Moeten ze de anderen waarschuwen om ook
linksaf te slaan? Jan belt Foekje maar die neemt niet op. Hein belt Tineke met
meer resultaat. Men is het bord al voorbij, maar wandelen terug en even later
is de club weer compleet.
De ‘Alex-Schotte Hütte’ is genoemd naar de man die in deze
omgeving jachtopziener was en zich heeft ingespannen voor de bouw van de
schuilhut. De hut is gebouwd op het hoogste puntje van Münsterland - 235 meter.
Het uitzicht bij de hut is geweldig mooi. Wat minder mooi is dat vanuit de
verte een donkere wolk onze richting opdrijft. Laten we de bui hier maar even
afwachten. De koffie en broodjes komen voor het licht.
In de hut wordt het een drukte van belang als een groep
‘lokalen’ zich meldt om te schuilen. Omdat de bui langer op zich laat wachten
dan verwacht, doodt de groep Duitsers de tijd met het zingen van liederen. Niet
speciaal ons ding, maar het klinkt goed. Na een flinke bui stappen we weer op.
Geen Apfelstrudel
Het is drukker op de route dan dat het gisteren was. Op een
gegeven moment wandelen we in een soort van optocht door het Teutoburger Wald.
De reden ervan wordt al snel duidelijk als we via een overvol parkeerterrein
bij een uitspanning aankomen waar het een drukte van belang is. We kijken even
of er in deze herberg nog plaats is voor vijf vermoeide wandelaars, maar de
tent zit aan de nok toe vol. Geen koffie met Apfelstrudel dus, maar wel de
gelegenheid om even van de toiletten gebruik te maken. Schijnbaar opgelucht
kunnen we even later verder.
Langs het pad staan schoenen. Niet zomaar 'schoenen', maar schoenen van hout. Kunst natuurlijk!
Schoeisel van hout; geen klompen maar gewone schoenen |
Op een kruispunt van paden staat een picknickbankje; tijd
voor thee. Het is zowaar druk op de kruising. Vele wandelaars passeren ons al
groetend met een naar Duitse tongval klinkend “hhhalloooo”. Zou ‘Grüss Gott”
hier ook kunnen?
'De commissie'. Hhhalloooo...... |
Slot Iburg
In Bad Iburg moeten we een drukke weg oversteken. Jan is al
aan de overkant, maar de rest komt niet zo goed mee en moet lange tijd wachten
voordat de passerende rij auto’s voldoende onderbroken is om de oversteek te
wagen. Het slot Iburg dat bovenop een heuvel staat dateert al van het jaar
1100. Opgericht als woonhuis voor Bisschop Benno II van Osnabrück en Benedikt
Abdij is het tegenwoordig voor commercieel gebruik ingericht. In dit slot is in
1668 Sophie Charlotte geboren; de eerste Koningin van het Pruisische Rijk.
Het stadje heeft het predicaat een badplaats te zijn, Bad
Iburg, maar helaas is het vooral vergane glorie. De binnenstad valt qua
gebouwen tegen en ook hier heeft de middenstand het zwaar. Veel winkelpanden
staan leeg en zelfs te koop. Er is geen reden om er lang te blijven dus
wandelen we door de nieuwbouw van het stadje naar de auto. Omdat we vanochtend
alweer niet bijzonder vroeg zijn gestart komen we tegen half vijf bij de auto.
Is het toch nog weer later geworden dan we hadden gedacht.
Pinksterdag
Wat gaan we doen? Eerst nog een hapje eten? De wandelaars
hebben allemaal wel zin in een schnitzeltje. Maar het is eerste pinksterdag en
Jan weet uit ervaring dat op dat soort dagen veel restaurants gesloten zijn. We
zien wel. Misschien komen we onderweg iets tegen waar we kunnen eten.
Maar niets is minder waar. Langs de weg naar Lengerich, waar
de startauto staat, is er geen geschikte lokaliteit te vinden. Dan eerst de
auto maar ophalen en kijken of we in Lengerich, een redelijk groot dorp, nog
iets kunnen vinden.
Even later crossen we door Lengerich maar ook hier zijn de
restaurants die open zijn op 1 hand te tellen. We parkeren de auto’s in een
straatje en gaan te voet verder. Bij een grote poort is een restaurant. We gaan
de trappen naar boven, maar daar blijkt dat er geen eten geserveerd wordt. Iets
verderop is een Italiaans restaurant, laten we die dan maar proberen.
19:40 Uhr
Als we de deur open doen wordt ons toegeroepen dat we tot
‘neunzehn Uhr vierzig’ kunnen eten. Waarschijnlijk is de enige tafel, die voor
5 personen geschikt is, vanaf dat tijdstip gereserveerd. Het is nu zes uur; dat
moet lukken.
We bestellen allemaal een lekkere pizza. Hotze en Hein
hebben eenzelfde soort met behoorlijk veel pepers. Hotze snakt op sommige
momenten naar adem, maar hij vindt het wel lekker. Hein is er minder van gecharmeerd.
Hij ruilt de helft van zijn pizza met Foekje. Zij drinken er elk een grote
Weissbier bij en Hotze geniet van een gewoon biertje. Tineke en Jan doen het op
een frisje. De vraag wie straks rijdt is
hiermee voldoende beantwoord.
Na een voortreffelijke maaltijd nemen we tegen half acht afscheid
van elkaar. Hotze en Tineke rijden terug naar de camping en Jan, Hein en Foekje
racen naar Fryslãn terug.
Het was weer een geweldig wandelweekend.
Klik voor alle foto's van de Hermannsweg-wandeling op deze LINK.
Klik voor alle foto's van de Hermannsweg-wandeling op deze LINK.