zondag 15 mei 2016

Lengerich - Bad Iburg (17K)

Voor Foekje en Jan het is vroeg opstaan in het hotel in Osnabrück. Nog even douchen, koffie zetten en daarna naar het rijkelijke ontbijt. Deze keer worden ze wel getrakteerd op eieren en spek. Daar zullen ze straks goed op kunnen lopen.
Tijdens het ontbijt zien ze dat op de weg een auto staande wordt gehouden. Zo te zien wordt das Auto in beslaggenomen, want de bestuurder moet lopende zijn weg vervolgen.

Via een prachtige route ‘durch die Umgebung’ van Osnabrück rijden ze terug naar het 15 kilometer zuidelijker gelegen Tecklenburg. Het is een drukte van belang op de camping. De ‘éénnachtskampeerders’ zijn al druk bezig om de spulletjes op te pakken en er is een constante stroom van mensen die  op en neer toilettaire voorzieningen lopen.
In de ‘gemütliche’ caravan drinken we koffie en eten er alvast een jodenkoek met chocolade bij. En nadat Hein zijn nachtelijk verblijf in de vorm van een tent heeft opgeruimd stappen we in de auto en rijden we naar de route.
Vanochtend zetten we de startauto vlak bij het hek neer. We denken niet dat er vandaag een vrachtauto over dit pad hoeft te rijden. Het is per slot van rekening eerste pinksterdag. We eten nog een door Foekje meegebrachte sportkoek, die door Tineke wordt omgedoopt in snuffelkoek. Bij het ruiken aan de  koek blijft er een kruimeltje aan haar neus hangen, vandaar de naam snuffelkoek.
Het pad moet hier ergens langs gaan. 
Achter onze neus aan
Het begin van de route is iets onduidelijk. Ook het routeboekje biedt niet meteen uitkomst. De wandeltochten van de afgelopen jaren hebben ons geleerd om, als je het even niet meer weet, gewoon achter je neus aan te lopen. Gegarandeerd, negen van de tien keer loop je goed. Zo ook nu.
Plotseling zwaait Tineke haar wandelstokken ongecontroleerd in de rondte; ze struikelt. En waar struikelt ze over, hoort men de lezer denken? Uit de grond omhoog steekt een stokje van zo’n anderhalve centimeter. Tja, het is begrijpelijk dat je daardoor je evenwicht kunt verliezen.
Een kronkelend bospaadje leidt ons naar een gazen hek. En dat hek staat er niet voor niets. Erachter is een gapend gat van vele meters diep. We staan voor een groeve, die zoals het zich laat aanzien, de laatste jaren niet meer is geëxploiteerd. Rechtdoor gaat niet, dus dan maar rechtsaf. We wandelen om de groeve heen en zien dan pas hoe diep hij is. Je zou er een leuk zwembad aan hebben.
Na de groeve gaat het pad plotseling stevig omhoog. Op zich is het natuurlijk altijd al wat lastiger om omhoog en naar beneden te wandelen, maar het pad is bezaaid met grof puin dat het wandelen extra moeilijk maakt. Uiteindelijk komen we boven en staan we andermaal voor een hoog hek. Ook hier is het wel duidelijk met welk doel dit hek is geplaatst. We hebben uitzicht over een grote groeve, die merkbaar nog steeds wordt gebruikt. De bij afgravingen ontstane en voor dit soort kalksteengroeves typische trapvorm is duidelijk zichtbaar. Achter de groeve staat de grote cementfabriek van Lengerich en over de fabriek heen zien wij het vlakke landschap van Münsterland liggen.  
Achter deze afrastering loopt de grond steil naar beneden
Uienlucht
We lopen langs de rand van de groeve en merken dat de lucht een beetje ‘uiig’ ruikt. De bodem van de bossen is bijna volledig begroeid met ‘Alllium Ursinum’ oftewel Daslook. Deze planten houden van een kalkrijke ondergrond en die is hier natuurlijk veel voor handen. Zover het oog rijkt zien we de planten staan. Het is een prachtig gezicht. Ons wandelpad slingert zich er als het ware gewoon doorheen. We krijgen trek in gerechten die uien als basis hebben. Hein roept vanuit de verte dat hij volgende week ‘hachee’ voor ons gaat koken. Dat is dan bij deze geregeld Hein!!
Wel duidelijk waar de uienlucht vandaan komt
De route is heuvelachtiger dan die van gisteren. Bij tijd en wijle gaat het steil omhoog om even later weer in dezelfde percentages te zakken. Het heeft beslist zijn charme, maar het is ook best ‘anstrengend’. De uitzichten naar beide zijden van de heuvelrug zijn soms adembenemend, maar zoals zo vaak treedt hierbij een soort van gewenning op. De oooo’s en aaaaah’s worden minder geuit dan de voorgaande tochten; maar het blijft geweldig mooi.

Alex-Shotte Hütte
Het wordt tijd voor koffie en broodjes, maar waar zijn de bankjes? Op de kaart wordt een kilometer verderop een schuilhut aangegeven. Daar gaan we een bakkie doen. Hein en Jan lopen vooruit om, als er meer belangstelling voor de hut zou zijn, een aantal plaatsen te confisqueren. In ijltempo halen ze een groepje vrouwelijke wandelaars in, maar de hut is onvindbaar.
Op een, door struikgewas, bijna onvindbare en onleesbare wegwijzer wordt de hut aangegeven. Ze slaan het pad naar links in en komen na een halve kilometer bij de hut aan. Moeten ze de anderen waarschuwen om ook linksaf te slaan? Jan belt Foekje maar die neemt niet op. Hein belt Tineke met meer resultaat. Men is het bord al voorbij, maar wandelen terug en even later is de club weer compleet.
Uitzicht vanuit de Alex-Schotte Hütte; de regenbui is in aantocht
De ‘Alex-Schotte Hütte’ is genoemd naar de man die in deze omgeving jachtopziener was en zich heeft ingespannen voor de bouw van de schuilhut. De hut is gebouwd op het hoogste puntje van Münsterland - 235 meter. Het uitzicht bij de hut is geweldig mooi. Wat minder mooi is dat vanuit de verte een donkere wolk onze richting opdrijft. Laten we de bui hier maar even afwachten. De koffie en broodjes komen voor het licht.
In de hut wordt het een drukte van belang als een groep ‘lokalen’ zich meldt om te schuilen. Omdat de bui langer op zich laat wachten dan verwacht, doodt de groep Duitsers de tijd met het zingen van liederen. Niet speciaal ons ding, maar het klinkt goed. Na een flinke bui stappen we weer op.

Geen Apfelstrudel
Het is drukker op de route dan dat het gisteren was. Op een gegeven moment wandelen we in een soort van optocht door het Teutoburger Wald. De reden ervan wordt al snel duidelijk als we via een overvol parkeerterrein bij een uitspanning aankomen waar het een drukte van belang is. We kijken even of er in deze herberg nog plaats is voor vijf vermoeide wandelaars, maar de tent zit aan de nok toe vol. Geen koffie met Apfelstrudel dus, maar wel de gelegenheid om even van de toiletten gebruik te maken. Schijnbaar opgelucht kunnen we even later verder.
Schoeisel van hout; geen klompen maar gewone schoenen
Langs het pad staan schoenen. Niet zomaar 'schoenen', maar schoenen van hout. Kunst natuurlijk!
Op een kruispunt van paden staat een picknickbankje; tijd voor thee. Het is zowaar druk op de kruising. Vele wandelaars passeren ons al groetend met een naar Duitse tongval klinkend “hhhalloooo”. Zou ‘Grüss Gott” hier ook kunnen?

'De commissie'. Hhhalloooo......
We pakken onze spulletjes weer in en gaan op pad voor de laatste kilometers van vandaag. Zo nu en dan sputtert het wat maar veel hinder hebben we er niet van. Naarmate we verder van de uitspanning komen des te rustiger wordt het op de Hermannsweg. Ongeveer een kilometer voor het stadje Bad Iburg zetten we de afdaling in. De voeten staan voorin onze schoenen; zodanig dat, wie zijn teennagels niet kort heeft geknipt, straks gaten in de sokken heeft.
Het pad loopt naar beneden het dal in
Slot Iburg
In Bad Iburg moeten we een drukke weg oversteken. Jan is al aan de overkant, maar de rest komt niet zo goed mee en moet lange tijd wachten voordat de passerende rij auto’s voldoende onderbroken is om de oversteek te wagen. Het slot Iburg dat bovenop een heuvel staat dateert al van het jaar 1100. Opgericht als woonhuis voor Bisschop Benno II van Osnabrück en Benedikt Abdij is het tegenwoordig voor commercieel gebruik ingericht. In dit slot is in 1668 Sophie Charlotte geboren; de eerste Koningin van het Pruisische Rijk.
Het stadje heeft het predicaat een badplaats te zijn, Bad Iburg, maar helaas is het vooral vergane glorie. De binnenstad valt qua gebouwen tegen en ook hier heeft de middenstand het zwaar. Veel winkelpanden staan leeg en zelfs te koop. Er is geen reden om er lang te blijven dus wandelen we door de nieuwbouw van het stadje naar de auto. Omdat we vanochtend alweer niet bijzonder vroeg zijn gestart komen we tegen half vijf bij de auto. Is het toch nog weer later geworden dan we hadden gedacht.
Historie: het slot van Bad Iburg..... en twee eenden
Pinksterdag
Wat gaan we doen? Eerst nog een hapje eten? De wandelaars hebben allemaal wel zin in een schnitzeltje. Maar het is eerste pinksterdag en Jan weet uit ervaring dat op dat soort dagen veel restaurants gesloten zijn. We zien wel. Misschien komen we onderweg iets tegen waar we kunnen eten.
Maar niets is minder waar. Langs de weg naar Lengerich, waar de startauto staat, is er geen geschikte lokaliteit te vinden. Dan eerst de auto maar ophalen en kijken of we in Lengerich, een redelijk groot dorp, nog iets kunnen vinden.
Even later crossen we door Lengerich maar ook hier zijn de restaurants die open zijn op 1 hand te tellen. We parkeren de auto’s in een straatje en gaan te voet verder. Bij een grote poort is een restaurant. We gaan de trappen naar boven, maar daar blijkt dat er geen eten geserveerd wordt. Iets verderop is een Italiaans restaurant, laten we die dan maar proberen.

19:40 Uhr
Als we de deur open doen wordt ons toegeroepen dat we tot ‘neunzehn Uhr vierzig’ kunnen eten. Waarschijnlijk is de enige tafel, die voor 5 personen geschikt is, vanaf dat tijdstip gereserveerd. Het is nu zes uur; dat moet lukken.
We bestellen allemaal een lekkere pizza. Hotze en Hein hebben eenzelfde soort met behoorlijk veel pepers. Hotze snakt op sommige momenten naar adem, maar hij vindt het wel lekker. Hein is er minder van gecharmeerd. Hij ruilt de helft van zijn pizza met Foekje. Zij drinken er elk een grote Weissbier bij en Hotze geniet van een gewoon biertje. Tineke en Jan doen het op een frisje.  De vraag wie straks rijdt is hiermee voldoende beantwoord.
Na een voortreffelijke maaltijd nemen we tegen half acht afscheid van elkaar. Hotze en Tineke rijden terug naar de camping en Jan, Hein en Foekje racen naar Fryslãn terug.

Het was weer een geweldig wandelweekend.

Klik voor alle foto's van de Hermannsweg-wandeling op deze LINK.