Hotze en Tineke zijn, zoals gebruikelijk, een paar dagen
geleden al met de caravan richting het Teutoburgerwald gereden. Foekje, Hein en
Jan vertrekken zaterdagochtend om half acht.
In eerste instantie hebben we afgesproken dat onze
kampeerders bij het finishpunt op de andere drie zullen wachten, maar omdat Jan
een pan met thuis gekookt overheerlijk eten meebrengt, hebben we toch maar besloten
om op de camping af te spreken. Dan kan de krokant gebakken kip eventjes in het
koelkastje. Ongeveer een half uur rijden voordat ze de camping bereiken wordt
via sms contact gezocht en zodoende staat Hotze ze bij de ingang van de camping
op te wachten.
Campingdrukte
Omdat het een grote, zeg maar hele grote, camping is, is een
gids onmisbaar. Met pannen, tassen en stoelen wandelen ze de camping op. Het is
toch zeker vijf minuten wandelen tot aan het “kipje”. Het is druk op de
camping; caravans en tenten staan hutje mutje. Maar er is gelukkig nog wel
plaats voor Hein zijn mega-tent. Ondanks de drukte rondom is het er best
vertoeven, ware het niet dat er zoveel mieren (Duits: Ameisen /Frysk:
Mychhimmels) zijn. Ze lopen zelfs in de caravan! Tineke heeft er al een paar
mierenlokdoosjes tegenaan gegooid maar zonder succes. Nou ja, de doosjes lokken
wel, er komen er namelijk steeds meer bij.
Hotze heeft de luifel op afwateren staan. Hierdoor is een
van de staanders lager dan de andere. Als je dus niet uitkijkt loop je daar met
je kop tegenaan. Zowel Hotze, Tinke als Hein weten op een zeker moment niet op
tijd hun hoofd te laten zakken. Met als gevolg dat de luifel zo nu en dan heen
en weer schudt omdat er iemand met zijn kop tegenaan is gelopen.
Op de camping |
En terwijl de koffie wordt genuttigd zet Hein zijn mega-tent
in een ‘poep-en-een-scheet’ op. Tineke trakteert op een soort van cake. Het
zijn grote stukken maanzaad-cake die er behoorlijk ‘in hangen’. Maanzaad is een
papaversoort en heeft sporen van morfine waar je high van kunt raken. Maanzaadcake
is dus eigenlijk een soort ‘spacecake’. In de sportwereld is morfine verboden.
Als topsporters meer dan 2 gram maanzaad naar binnen werken zijn ze de lul. We
stellen op voorhand vast dat het wel eens een hele gezellige dag zou kunnen
gaan worden.
Piepende banden
Na de koffie, en zoals gewoonlijk weer te laat, verlaten we
de camping en rijden naar de finishplaats. We hoeven daarvoor maar een paar
kilometer te rijden. De zwarte Ford rijdt voorop met Hein achter het stuur. We
hebben niet een straatnaam voorhanden en terwijl Hein rijdt gebruikt Jan zijn
gps als routeplanner. Hein scheurt met de zwarte Focus van het parkeerterrein
bij de camping. Maar ook onderweg naar de finishplek rijdt hij bij tijd en
wijle met piepende banden weg. Zijn excuus? “Deze auto is anders ingesteld dan
die andere”. En nadat rookwolken zijn opgetrokken en na wat onduidelijk heen en
weer gerijd weten we het eindpunt van de wandeltocht uiteindelijk te vinden. We
parkeren de auto onder een paar bomen in de verwachting dat hij daar straks
lekker in de schaduw staat. Als we achterom kijken zien we het stadje Dissen,
waar we zojuist doorheen zijn gereden, liggen. Het uitzicht is enorm.
Een half uur later zijn we op de plek waar we twee weken
geleden zijn gestopt. Het is rustig op de parkeerplek. Foekje wisselt nog snel
even haar spijkerbroek voor een driekwart van lichte stof. Het kon vandaag wel
eens warm worden. Hein wandelt vandaag op zijn lichte sportschoenen. Dat is
lekker wandelen zolang de keien op het pad niet al te dik en te puntig worden.
De zool is een stuk flexibeler dan die van wandelschoenen. Afwachten dus hoe
dat gaat .
Het uitzicht is enorm |
Het spoor bijster
We zijn nog geen 100 meter onderweg als we het pad al
bijster zijn. Gelukkig bieden de gps-en van Tineke en Jan uitkomst. Even een
stukje terug, rechtsaf en dan omhoog. En als de schrijver dezes schrijft
“omhoog”, dan bedoelt hij ook “omhoog”. Pas na ongeveer een kilometer hebben we
het hoogste punt (voor alsnog) bereikt. We blijven even staan uitpuffen. Het is
warm.
Omdat Jan en Tineke zo nu en dan een fotootje schieten,
raken ze achterop. Dan ontdekt Jan dat ze zojuist alweer een afslag hebben
gemist. Hij roept de vooruitlopende meute toe, maar er komt geen reactie. Er
dan maar achteraan. Als de groep uiteindelijk weer compleet is, is het te ver
om weer naar de oorspronkelijke route terug te lopen. Dan maar proberen om met
de gps een aansluitend pad te vinden. Dat lukt en na ongeveer 1 kilometer extra
te hebben gewandeld zijn we weer op de Hermannsweg aanbeland.
Rechts van ons staat een hut: de ‘Freedenhütte’. Het is
eigenlijk nog wat te vroeg op het parcours; we zijn nog maar dik 2 kilometer
onderweg, maar er gaan geluiden op dat er een broodje genuttigd moet worden. Op
een bij de hut geplaatste picknickbank pakken we uit. Foekje schenkt de koffie
uit en doet zichzelf te goed aan een stuk ‘maanzaadcake’, dat ze vanochtend,
toen ze het niet allemaal naar binnen kreeg, in een plastic zakje heeft
meegenomen.
All-terrain-segway
Tegen het houten gebouwtje staan een fiets en een segway
geparkeerd. Wat zou iemand hier met zo’n modern ding in het bos doen.
Plotseling verschijnen uit een diepe geul een tweetal mannen waarvan eentje
behoorlijk spastisch oogt. Hij stapt op de tweewieler en weg is’t ie. Wonderlijk.
De broodjes gaan er in als koek. Dat is iets vreemd omdat
bij sommige de maanzaadjes nog tussen de tanden zitten. Hein slaakt een kreet.
“Wat is er aan de hand”. Hij had zich voorgenomen een bepaalde volgorde te
hanteren bij het verorberen van zijn zelf gesmeerde boterhammen, maar nu houdt
hij zich niet aan zijn voornemens. O Hein, wat erg!!
Foekje heeft haar notitieboekjes meegenomen en is druk bezig
om de eigenaardigheden van deze morgen, tot nu toe, te noteren. De schrijver
dezes neemt niet al haar aantekeningen over want dan zou het verslag te lijvig
worden.
Even wat puntjes opschrijven voor het verslag |
Na de koffie steken we weer van wal en steken het bruggetje
over dat de geul, waar zojuist de twee Duitsers uit waren gekropen, omspant.
Dan rechtsaf en meteen weer iets omhoog. Verderop lopen we aan de bosrand.
Tussen de boomstammen door zien we een zonnig en licht heuvelig landschap.
Tegen de bosrand aan staan prachtige huizen. Hotze en Jan mijmeren erover om
hier een huis te hebben. Ver van het geroezemoes van het vaak drukke Duitsland
met een prachtige natuur rondom huis. Maar tja, in dat geval zouden we het
Pikmeer moeten missen.
Dit is wel een héle grote bank |
We ontdekken een leuke bank. Het is een soort chaise longue,
maar dan van hout. Foekje heeft al plaatsgenomen als Tineke er ook bij op wil.
Zij wil de ligbank aan de voorkant beklimmen, maar aan die kant is het te hoog
zodat ze geholpen moet worden om de bank te bedwingen. Het is een fraai
gezicht: twee vrouwen op/in een hele grote bank.
Doorkijkraam
Bij een huis langs de route is een doorkijkraam gemaakt. De
wandelaar wordt uitgenodigd om door dit raam te kijken. Wat je dan ziet is een
mooi aangelegde en goed onderhouden tuin. Natuurlijk worden er een paar foto’s
van gemaakt. De afgelopen kilometer zijn we weer een stukje gedaald, maar als
we een haakse bocht naar rechts nemen zien we het pad voor ons weer gestaag
omhoog gaan. Het duurt dan ook niet lang voordat we weer op 240 meter hoogte
zijn.
Natuurlijk moeten hier foto's van worden gemaakt |
We steken de drukke weg Osnabrück – Hilter over. Hilter is
in dit verband juist geschreven. Hitler was iemand anders.
“Waar is jouw rode zakdoek?” vraagt Foekje aan Jan. De grote
rode zakdoek die Jan aan zijn rugzak heeft geknoopt hangt er niet meer. Zonder
het te merken is hij die tijdens de wandeling verloren.
Een paar honderd meter verder steken we het spoor over en
als we kort daarna rechtsaf slaan zien we onder ons de auto’s op de “33”
voorbijgaan. Vanochtend is de zwarte Focus hier nog langsgekomen. Net aan de overkant
van het viaduct is op de vangrail een kaboutertje geschilderd.
De weg gaat weer omhoog. We moeten Hein even tot de orde
roepen die i.p.v. de route te volgen, rechtdoor bij bewoners het erf op loopt.
Aan het einde van het brede pad staat een bankje met een mooi uitzicht over het
gebied waar we zojuist doorheen zijn gewandeld. Tineke gaat even zitten. Ze
heeft de pijp eigenlijk wel uit. Ze heeft last van haar knieën. We nemen even
de tijd om even te recupereren en drinken wat. Het is vandaag behoorlijk warm
en dat vreet energie. Het bankje staat in de schaduw, er waait een flauw windje
overheen en het uitzicht is mooi. Kortom een heerlijk plekje.
Het is niet zo druk op dit traject Autobahn |
Vanaf ons rustpunt hebben we een heerlijk uitzicht over het gebied waar we zojuist doorheen zijn gewandeld |
Na een stief kwartiertje gaat het weer verder. Via allerlei
leuke paadjes wandelen we langs de toppen van de ‘Hohnangel’ (262m) en de
‘Asberg’ (244m). We zitten dus behoorlijk op hoogte. Voor we ons dat realiseren
gaat het alweer bergafwaarts. De Hermannsweg gaat vandaag flink op en neer.
Biertje….???
We komen op een geasfalteerd weggetje en wandelen langs een
mooi huis op een nog mooiere locatie. Van hier heb je een prachtig zicht op de
bos vrije omgeving. Iets voorbij het huis staat een bankje. Dat bankje is van
ons! De tassen worden open geritst en de broodjes en flesjes water komen voor
het licht.
De afgelopen wandelingen hebben we gezien dat Duitsers
onderweg vaak een (zelf meegebrachte) bier drinken. En daarom heeft Jan vandaag
een paar blikjes in zijn rugtas gestoken. Hein draagt er ook twee omdat Jan
anders een te zware rugtas zou hebben. Het is de hele dag al behoorlijk warm,
dus hopelijk zijn ze nog wel een beetje koel. De blikjes hebben de hele
wandeling achterin de rugtassen liggen schudden. Als dat maar goed gaat. Als
Hotze zijn blikje opentrekt spuit het bier hem over zijn broek. En omdat geen
vermaak groter is dan leedvermaak wordt er luidruchtig om gelachen. “Ach dat droogt wel weer op”, oppert Hotze
nuchter. Tineke en Foekje delen een blikje bier. Ze durven het niet aan om een
heel blik op te drinken, immers we zijn er nog niet en de route gaat straks nog
stevig omhoog.
BIERTJE? |
Vanaf ons bankje hebben we een fantastisch uitzicht over het
gebied; bovenop een heuvel staat de radiotoren “Steinegge”. Daar eindigt
ongeveer onze wandeling van vandaag. Het lijkt nog ver en hoog.
Enigszins met tegenzin stappen we op. wandelen verder en groeten een paardje, dat in
een weiland langs de weg staat te grazen. Hij weigert het gras dat Foekje hem
aanbiedt aan te nemen. Nou, dan niet.
We dalen weer stevig af en we wandelen de ‘Noller Schlucht’
in. Een ‘Schlucht’ (in het Nederlands: kloof) is een door erosie uitgeslepen doorgang
in het heuvelachtige landschap. Vaak stroomt er een riviertje doorheen en soms loopt
er een weg doorheen (in dit geval van noord naar zuid). Het wandelpad naar
beneden en omhoog uit een ‘Schlucht’ is vaak steil. Zo ook nu. De voeten staan
weer eens voorin de schoenen.
Het hotel is dicht maar de bloemenpracht is overweldigend |
We steken de weg over en vervolgen het pad dat, omdat we aan
de andere kant van de kloof zijn aanbeland, weer stevig omhoog gaat. Foekje en
Tineke laten zich zo nu en dan graag een stukje door Jan en Hein omhoog duwen.
Dat maakt het klimwerk er beslist lichter op.
Bijna missen we een afslag in het zacht groene bos. Daar
waar we denken dat we een horizontaal pad rechtdoor kunnen nemen moeten we
linksaf, heuvel opwaarts. Jan en Hein duwen daar waar het kan. Hotze is net een
‘oude diesel’. Soms raakt hij iets achterop om even later in een constante
snelheid weer aan te sluiten. En hoe zit het dan met onderhoud van deze diesel,
horen we de oplettende lezer opperen. Daarin kunnen we kort zijn; geen
onderhoud nodig.
We denken weer op hoogte te zijn, maar daarin hebben we ons
vergist. We moeten nog even een stukje hoger. Dit deel van het traject loopt
over een ‘bergkam’. Aan beide zijden van het pad lopen de heuvels in een hoog
percentage naar beneden af. Er wordt gesuggereerd dat je hier in de winter met
een sleetje lekker naar beneden kunt glijden, maar dan zullen er, om te
voorkomen dat je in spreidstand in aanraking met een boom komt, eerst flink wat
bomen gekapt moeten worden.
Nog slechts een paar honderd meter zijn we van de finish van
vandaag verwijderd. Maar die laatste meters gaan flink heuvel af. Tineke vindt
het op zich niet erg om de dag op deze manier te eindigen, maar ze kijkt nu al
op tegen de eerste meters van morgen. Die gaat dan over hetzelfde spoor, maar
dan bergop.
Al een poosje horen we luide knallen door het bos echoën.
Eerst dachten we dat er iemand nog een voorraadje oud vuurwerk had liggen, maar
nu we bij de auto staan weten we beter. De knallen komen van het schietterrein
waar we zojuist langs zijn gewandeld. Het terrein is afgezet met een gazen hek,
maar dat zal geen kogels tegenhouden. Er is niemand gewond geraakt.
We stappen in en rijden naar Bad Iburg om de startauto op te
halen. Zoals gezegd heeft Jan voor vanavond gekookt en eten we op de camping.
Omdat het vandaag behoorlijk warm is geweest en we nogal bezweet zijn geraakt
besluiten we om ons eerst op te frissen voordat we aan tafel gaan. Foekje en
Jan hebben een hotel gereserveerd in Bad Laer; de Brouwers rijden terug naar de
camping. Tot straks.
Het hotel waar Jan en Foekje inchecken kent meerdere
gebouwen. Het oude hoofdgebouw van het hotel is 200 jaar geleden gebouwd in vakwerkstijl.
Erachter is een nieuw gebouw opgetrokken. Foekje en Jan moeten naar de overkant
van de straat, waar in een woning nog diverse kamers zijn. Als ze de gordijnen
van hun kamer open schuiven, zien ze dat vlak achter het hotel de kerk staat.
De deuren zijn op nog geen15 meter verwijderd. Op hetzelfde moment begint de
klok te luiden. Een minutenlang “dingdong” klinkt door de openstaande ramen. Ze
zijn benieuwd hoe dat op de vroege zondagochtend gaat klinken.
De hotelkamer is van het grotere soort. Luxe en modern
ingericht en …….. er is een bubbelbad. Foekje kruipt in bad en als Jan nog op
een paar knoppen heeft gedrukt gaan alle registers open. Het water bubbelt,
blaast en stroomt dat het een lieve lust is. Zelf de gekleurde lampjes in de
badrand branden. Dit is feest. Jan appt naar de campingbewoners dat het wat
later wordt: Foekje wil niet uit bad.
Als Foekje en Jan bij de caravan aankomen worden ze door Tineke
getrakteerd op een grote bier. Hotze is net teruggekeerd van de douches en Hein
gaat nu onderweg. Als de bier door het keelgat naar binnen is gegleden gaat Jan
de caravan in om het eten op te zetten. Tineke loopt hem na om nog een paar
mieren dood te meppen.
De beestjes lopen overal. Tineke heeft het vermoeden dat ze
via de stroomkabel bij de caravan opklimmen en via een gaatje bij het
stopcontact naar binnen komen. De stroomdraad wordt daarom over de luifel
geleid. Probleem opgelost zou men denken.
Jan heeft thuis een grote pan Indiase groente curry gekookt
die in de caravan alleen maar opgewarmd hoeft te worden. De spicy gekruide kip
is voorgebakken en ondergaat dezelfde behandeling als de curry. De rijst moet
natuurlijk nog wel even worden gekookt, maar dat is een fluitje van een cent.
Het duurt niet lang eer het vijftal voor de caravan aan de dis zit.
Foekje en Jan zijn gisterenavond naar een proeverij geweest
en daar hebben ze een paar flessen wijn van meegenomen. Eentje ervan wordt bij
het eten geserveerd en is een krachtige aanvulling op het maal. Tineke zorgt
voor het toetje; een heerlijk yoghurtje in diverse smaken. Als afsluiting van deze
copieuze maaltijd gaat een kopje koffie er nog wel in.
Tegen negen uur verlaten Jan en Foekje de camping en rijden
terug naar hun hotel. Op de terugweg zien ze het in de verte weerlichten.
Klik voor alle foto's van de Hermannsweg-wandeling op deze LINK.