zondag 29 mei 2016

Dissen - Halle Wfl (18K)

Foekje en Jan ontwaken in hun grote hotelkamer, Hotze en Tineke in hun gezellige caravan en Hein in zijn kleine tentje. Verschil moet er zijn, nietwaar?
Een hotel met toegevoegde waarde.....
Na het uitgebreide ontbijt rijden Jan en Foekje naar de camping in Bad Rothenfelde. Veel campinggasten zijn al bezig hun spulletjes in te pakken; bedrijvigheid alom. Het heeft de afgelopen nacht geregend en overal hangen tentzeilen en matjes te drogen. Als ze arriveren heeft Hein zijn tent ook al afgebroken en in de foedraal opgeborgen.
De koffie drinken we ditmaal in de caravan. Niet dat het koud is, maar de lucht is bijzonder vochtig. De hemel ziet eruit alsof het zo meteen weer gaat regenen.
Tineke verhaalt over haar mierenjacht. De kleine insecten waren de afgelopen nacht weer manmachtig aanwezig. Het mierenlokdoosje heeft zijn werk goed verricht. Het heeft veel mieren aangetrokken. Gelukkig houden de kleine insecten zich nu even rustig en kunnen we redelijk ongestoord onze koffie slurpen. Foekje heeft sportkoeken meegenomen die er letterlijk en figuurlijk als koek ingaan.

Slakkenmoes
Zoals gebruikelijk te laat, zetten we af richting de finishplaats. Omdat we in het midden van de tweedaagse route ons kampement hebben, is het tot aan de finish best nog wel een eindje rijden. We parkeren de zwarte Focus langs een weggetje. In het gras in de berm kruipen hele dikke huisjesslakken. Jammer dat Jan, bij het inparkeren, er eentje tot moes heeft gereden. Maar gelukkig blijkt het niet een zeldzame soort te zijn. Er zitten nog veel exemplaren van deze ondersoort in het gras. Geen reden dus om milieudefensie te bellen.
Hotze rijdt terug. We hebben een paar kilometer gereden als Jan tot de ontdekking komt dat we een afslag hebben vergeten. We hadden af moeten slaan. De weg waarop we nu rijden loopt het zuiden in, richting Zuid Afrika. We moeten toch echt in westelijke richting. Hotze denkt bij een ‘Baustelle’ te kunnen keren door de auto tussen een paar paaltjes door te rijden. Als blijkt dat dat niet past, moet er midden op de weg worden gekeerd. Hierdoor moet het tegemoetkomende verkeer stevig vaart minderen. Op de achterbank is sprake van enig tumult. Zonder kleerscheuren en deuken in de auto rijden we de weg terug en nemen de goede afslag.

Een half uur later komen we weer bij de plek waar we gisteren geëindigd zijn. Het uitzicht wordt belemmerd door een dikke laag laaghangende bewolking. Hier en daar breken een paar zonnestralen door het wolkendek heen, maar voor de rest is het egaal grijs. De temperatuur is eigenlijk best aangenaam maar het vochtigheidsgehalte is, als eerder gememoreerd, bijzonder hoog. Dat kon nog best eens zweten worden vandaag.
De steile afdaling van gisteren is een stevige klim vandaag. Een groepje wandelaars met honden in alle soorten en formaten, kruist ons pad.  We hebben ons voorgenomen om vooral dit eerste gedeelte rustig aan te doen. Maar gelukkig valt de klim mee en staan we in een kwartiertje weer bovenop de bergkam. Als de groep voltallig is wandelen we verder.
Een hele klim voor een bewolkt uitzicht
160 treden
Honderd meter verderop staat de Steinegge. Deze zendmast, bovenop de heuvelrug en ver boven de bomen uitstekend, is te beklimmen. We kunnen er bovenop. Hein, Jan en Hotze klimmen 160 treden omhoog. Foekje volgt zonder rugzak; die is bij Tineke in bewaring gegeven die niet naar boven wil. Op heldere dagen zal je vanaf de bovenste ring van de toren ver kunnen kijken, maar de nevel en laaghangende bewolking verhinderen dat vandaag. Om ons heen is het een grijze boel. Als we in de richting van de route kijken zien we dat de volgende heuvels in de laaghangende wolken zijn opgegaan. Dat kon straks nog best wel eens spannend gaan worden.
Hotze: "Sjochts neat!!"
We hervatten de reis. We wandelen verder in zuidoostelijke richting. Het pad gaat hortend en stotend omhoog en hoe hoger we komen des te grijzer wordt het. De bergkam waarover we wandelen is de vroegere grens tussen Pruisen en Hannover. Om de zoveel meter staan grensstenen met aan de ene kant een “P” en aan de andere kant een “H” geschilderd. Duitsland was vroeger verdeeld in een aantal grote en kleinere koning- en keizerrijken. De markeringen van de oude staten is hier nog terug te vinden.

Even later wandelen we door een surrealistische wereld in. De bewolking hangt tussen de bomen. Al wandelend zweten we heel wat centiliters water weg op een dag als vandaag. Maar omdat het in deze vochtige omstandigheid niet verdampt plakt de kleding op de huid. Plakkerig weer dus. We zijn in de wolken. De natuur is overweldigend mooi. Langs het pad groeien Orchideeën en Akelei. En overal bloeit de gele- en rode brem. De uienlucht van een paar etappes geleden is ook terug.

Een snufje wijn
Onderweg komt het gesprek op culinairiteiten. Hein heeft een poosje geleden een heerlijke spaghettisaus gemaakt met, zoals hij dat zegt: een snufje wijn. Het zal wel een scheutje zijn….. J Maar even later wordt er verbaal aandacht gegeven aan de toestand in de wereld. Zoals vroeger altijd op de radio werd gedaan: “De toestand in de wereld, door mr. G.B.J. Hiltermann”.

Op de heuvel ‘Hankenüll’ bereiken we het, tot nu toe, hoogste punt van de Hermannsweg: 307 meter. We zijn voor het eerst boven de driehonderd meter gestegen. Geen wonder dat we in de wolken lopen. Iets verderop gebruiken we een schuilhut om onze meegebracht etens- en drinkwaren te nuttigen. Er zit een raamkozijn in de muur waar geen ruit voor zit en daar tocht het stevig doorheen. De jassen worden over de benen gegooid om ze niet teveel af te laten koelen. Maar niet al te lang zitten dan. Met gevulde buiken en goed geluimd stappen we even later verder het parcours op.

Het mag dan een tochtige oude hut zijn maar de tekst bij de ingang spreekt boekdelen:

 Het geluid dat we al een poosje horen komt, zo lijkt het, elke stap dichterbij: “Zwoeizwoeizwoeizwoei”. Plotseling zien we aan de linkerhand een hoge windturbine staan. Tenminste, we denken dat het een hoge mast is, want de bovenkant ervan kunnen we niet zien. De grote bladen draaien met hoge snelheid in de rondte. We blijven even staan kijken. Normaal gesproken kom je er nooit zo dicht bij en bovendien biedt het geheel (turbine en mist) een schimmig schouwspel.
De houten toren schommelt lekker heen en weer
En als je weer beneden bent ben je natuurlijk blij
Zicht is nul komma nul
Na ongeveer een kilometer komen we bij de uitspanning “Luisenturm” die van ons, omdat we al pauze hebben gehad, geen klandizie heeft te verwachten. Wel beklimmen we de houten toren die ernaast staat. We realiseren ons dat het uitzicht best nul komma nul zal zijn maar we klimmen toch naar boven. En inderdaad; het zicht is slechts een paar honderd meter. In het dal voor ons moet het stadje Borgholzhausen liggen. Het enige wat we kunnen doen is gissen in welke richting het ligt.
Entree van Borgholzhausen......
.... met mooie huizen.....
... en een plekje om even uit te rusten
De afdaling naar het dal is op sommige plekken behoorlijk steil. We lopen met onze voeten voorin de schoenen. Na anderhalve kilometer te zijn afgedaald wandelen we plotseling in de straten van het kleine stadje. Aanvankelijk lijkt het rustig te zijn; immers het is zondag, maar in het centrum van het dorp is het drukte van belang. Allerlei mensen in diverse uniformen staan op het plein bij de kerk te wachten. Maar waarop. Is het een ‘Schutzenfest”? Of misschien een “Landes Trachtenfest”. We weten het niet en eigenlijk kan het ons ook niet zoveel schelen. We doen ‘een slag’ om de kerk en pakken dan de route weer op.

Ravensburg
Twee kilometer ten zuiden van Borgholzhausen verlaten we de verharde weg en schieten we een steil bospad in. Het stijgingspercentage zal rond de 20 procent liggen. Hein en Jan lopen vooruit om een bankje te zoeken. Het is immers bijna theetijd. Bovenop de heuvel komen we bij de burcht ‘Ravensburg’.
Dit is alles wat er nog van het ooit zo roemruchtige kasteel is overgebleven
De graven van Kalvelage vestigen zich rond het jaar 1000 in de burcht. Maar in op 18 juni 1252 verkoopt Jutta van Ravensburg haar bezittingen in Vechta en het Emsland aan het prinsdom Münster. In 1346 sterft het gravenhuis uit met graaf Bernhard von Ravensburg. Daarna heersen verschillende vorstendommen over de burcht, maar dat tijdperk is historie. Nu is het slechts een ruïne met een openluchttheatertje.
Op het terras, dat vandaag gesloten is, hangt een bordje waarop staat dat er op het terrein rond de ruïne geen zelf meegebrachte etens- en drinkwaren mogen worden genuttigd. Na onze verbazing erover te hebben uitgesproken, verlaten we het kasteel en confisqueren meteen het allereerste bankje dat we tegenkomen; het is immers theetijd. De hete thee en het restant aan broodjes verdwijnt rapido in onze magen. Het is zwaar bewolkt en soms wat nevelig. De temperatuur is, om stil te zitten, net iets aan de lage kant. We maken snel weer dat we vort komen.
Ooit was dit een prachtig bankje met een evenzo prachtig uitzicht

Onderaan de kasteelruïne langs, lopen we verder richting finish. Dit is een bijzonder bosachtige streek. Zouden we wel helder zicht hebben gehad vandaag, dan zou het door de vele bomen zijn weggenomen. Het valt ons op dat de bomen ook heel groot zijn. Ze groeien letterlijk en figuurlijk tot in de wolken, al is dat op een dag als vandaag nou ook weer niet zo moeilijk. Een paar kilometer blijft de route op ongeveer dezelfde hoogte, waarna we daarna steil afdalen het ‘Hesseltal’ in. Maar zoals het al de hele Hermannsweg is gegaan; als je naar beneden gaat moet je even later weer omhoog.
De klim uit het Hesseldal is een kuitenbijtertje. Ondanks het stijgingspercentage en de vele oneffenheden op het pad, worden we door twee fietsers gepasseerd. Hoewel; zij moeten ook regelmatig even van de fiets omdat het hen te pittig is. Na een dikke kilometer zijn we weer op hoogte en zetten we onze tocht in een flexibele horizontale lijn voort.

Jasje-aan-jasje-uit
Het weer is sinds het vertrek vanochtend onveranderd. Mistflarden vliegen ons om de oren. De temperatuur is gematigd en de luchtvochtigheid waarschijnlijk bijna honderd procent. Het is zweten geblazen. Als je stilstaat kan de jas aan, maar als je weer wandelt moet die stante pede weer uit. Hein is vandaag koploper in het aantal keren ‘jasje-aan-jasje-uit’.
Gaan we nog goed, Tineke?
Een surrealistische omgeving

Uit de mist doemt de ‘Richtfunkturm’ van ‘die Deutsche Bahn’ op. De in 1953 in opgerichte zendmast is niet meer in gebruik. De zendmast werd gebruikt voor de communicatie van de Duitse spoorwegen, maar heden ten dage wordt er via satellieten gecommuniceerd. Als er überhaupt nog gecommuniceerd wordt.
De zendmast staat op de “Große Egge, met zijn 312 meter de tot nu hoogste heuvel op het parcours. De Große Egge mag dan nog niet heel hoog zijn, maar in het verleden hebben toch nog 3 vliegtuigen hem niet weten te ontwijken en zijn er op kapot gevlogen. In 1940 vloog er een Messerschmitt Bf109 tegenaan en in 1942 een Heinkel He111. Het laatste ongeluk vond plaats in 1965 toen de piloot van een Starfighter 104 van de Duitse luchtmacht door laaghangende bewolking het zicht was verloren. De brokstukken lagen over een gebied van 800 meter verspreid. Delen van de straaljager rolden als vuurballen de berg af, richting de boerderijen in het dal.
De "Große Egge" is een gevaarlijke berg
Vandaag is er ook sprake van laaghangende bewolking; “Mann kann nur beten und hoffen”.

We blijven nog heel even op ‘hoogte’ wandelen om daarna de afdaling richting Hall (in Westfalen) in te zetten. Op sommige stukken gaat het weer crescendo naar beneden. Als we op een beetje open veld komen, kunnen we door de bomen en de wolkenflarden het kleine stadje zien liggen. In de verte zien we de zwarte finish-Focus al staan, maar de route moet nog een flinke bocht maken eer we er arriveren. Het blijkt dat de auto aan de Wehrterstraße staat. Wie heeft er zin in een snoepje?
Uitzicht over het stadje Halle (Westfalen)

Een aantal leden van het wandelgezelschap heeft de pijp leeg. Het is dan weliswaar niet zo warm als gisteren, maar de vochtige lucht en de zwaarte van het parkoers hakken er toch best in. En eerlijk is eerlijk, op Hein na, raken we natuurlijk allemaal een beetje op leeftijd.

We stappen in de zwarte bolide en zetten koers richting Dissen. Aangekomen bij de startauto wisselen als gewoonlijk tassen, schoenen en wandelstokken van auto. We nemen ons voor om in Bad Rothenfelde iets te eten, maar eerst rijden we terug naar de camping. Dan kunnen we ons een beetje opfrissen en van kleding wisselen. Na het korte intermezzo op de grote, maar nu grotendeels lege camping, rijden we met twee auto’s de stad in. Hotze en Tineke rijden na de dis terug naar de camping. Zij blijven nog een paar dagen, terwijl Jan, Foekje, Hein vanavond nog naar Fryslân terugreizen.

Het is heerlijk gezellig in de stad. De zon is inmiddels gaan schijnen en de terrasjes zijn goed bezet. In een restaurant, niet ver van het parkeerterrein, gaan we naar binnen. Misschien kunnen we buiten zitten, maar we zijn al de hele dag buiten geweest en bovendien is het binnen net iets aangenamer van temperatuur. Het lieftallige dienstertje neemt de bestelling op: 4 halve liters bier, 1 cola en 5 schnitzels. De vermoeidheid van een uur geleden is waarschijnlijk verdwenen want we krijgen weer praatjes volop. De cola is voor Hein. Hem rest de twijfelachtige eer om de dik 200 kilometer naar huis te rijden.

De schnitzels smaken goed en samen met de frieten zorgen ze ervoor dat de magen snel goed gevuld raken. We nemen geen toetje. Toen we eerder van het parkeerterrein naar het restaurant liepen kwamen we langs een Italiaanse ijssalon. De gasten op het terras hadden heerlijke ijsjes voor zich.  Foekje en Jan willen die wel eens proberen. En zo komt het dat we op de terugweg nog een ijsje nemen.

Hein neemt plaats achter het stuur. Waar is de uitgang van het parkeerterrein? Tineke gesticuleert zich een slag in de rondte om Hein naar de uitgang te dirigeren. In de auto wordt er hartelijk om gelachen. Na een flinke mep op de claxon verlaten Jan, Foekje en Hein de parkeervoorziening en rijden terug naar huis. Hotze en Tineke rijden terug naar de camping.

Wil je alle foto's van de wandeltocht "Hermannsweg 2016"zien, klik dan op deze link.