Foekje en Jan ontwaken in hun grote hotelkamer, Hotze en
Tineke in hun gezellige caravan en Hein in zijn kleine tentje. Verschil moet er
zijn, nietwaar?
Na het uitgebreide ontbijt rijden Jan en Foekje naar de
camping in Bad Rothenfelde. Veel campinggasten zijn al bezig hun spulletjes in
te pakken; bedrijvigheid alom. Het heeft de afgelopen nacht geregend en overal
hangen tentzeilen en matjes te drogen. Als ze arriveren heeft Hein zijn tent
ook al afgebroken en in de foedraal opgeborgen.
De koffie drinken we ditmaal in de caravan. Niet dat het
koud is, maar de lucht is bijzonder vochtig. De hemel ziet eruit alsof het zo
meteen weer gaat regenen.
Tineke verhaalt over haar mierenjacht. De kleine insecten
waren de afgelopen nacht weer manmachtig aanwezig. Het mierenlokdoosje heeft
zijn werk goed verricht. Het heeft veel mieren aangetrokken. Gelukkig houden de
kleine insecten zich nu even rustig en kunnen we redelijk ongestoord onze
koffie slurpen. Foekje heeft sportkoeken meegenomen die er letterlijk en
figuurlijk als koek ingaan.
Slakkenmoes
Zoals gebruikelijk te laat, zetten we af richting de
finishplaats. Omdat we in het midden van de tweedaagse route ons kampement
hebben, is het tot aan de finish best nog wel een eindje rijden. We parkeren de
zwarte Focus langs een weggetje. In het gras in de berm kruipen hele dikke
huisjesslakken. Jammer dat Jan, bij het inparkeren, er eentje tot moes heeft
gereden. Maar gelukkig blijkt het niet een zeldzame soort te zijn. Er zitten nog
veel exemplaren van deze ondersoort in het gras. Geen reden dus om
milieudefensie te bellen.
Hotze rijdt terug. We hebben een paar kilometer gereden als
Jan tot de ontdekking komt dat we een afslag hebben vergeten. We hadden af
moeten slaan. De weg waarop we nu rijden loopt het zuiden in, richting Zuid
Afrika. We moeten toch echt in westelijke richting. Hotze denkt bij een
‘Baustelle’ te kunnen keren door de auto tussen een paar paaltjes door te rijden.
Als blijkt dat dat niet past, moet er midden op de weg worden gekeerd. Hierdoor
moet het tegemoetkomende verkeer stevig vaart minderen. Op de achterbank is
sprake van enig tumult. Zonder kleerscheuren en deuken in de auto rijden we de
weg terug en nemen de goede afslag.
Een half uur later komen we weer bij de plek waar we
gisteren geëindigd zijn. Het uitzicht wordt belemmerd door een dikke laag
laaghangende bewolking. Hier en daar breken een paar zonnestralen door het
wolkendek heen, maar voor de rest is het egaal grijs. De temperatuur is
eigenlijk best aangenaam maar het vochtigheidsgehalte is, als eerder
gememoreerd, bijzonder hoog. Dat kon nog best eens zweten worden vandaag.
De steile afdaling van gisteren is een stevige klim vandaag.
Een groepje wandelaars met honden in alle soorten en formaten, kruist ons pad. We hebben ons voorgenomen om vooral dit eerste
gedeelte rustig aan te doen. Maar gelukkig valt de klim mee en staan we in een
kwartiertje weer bovenop de bergkam. Als de groep voltallig is wandelen we
verder.
160 treden
Honderd meter verderop staat de Steinegge. Deze zendmast,
bovenop de heuvelrug en ver boven de bomen uitstekend, is te beklimmen. We
kunnen er bovenop. Hein, Jan en Hotze klimmen 160 treden omhoog. Foekje volgt
zonder rugzak; die is bij Tineke in bewaring gegeven die niet naar boven wil.
Op heldere dagen zal je vanaf de bovenste ring van de toren ver kunnen kijken,
maar de nevel en laaghangende bewolking verhinderen dat vandaag. Om ons heen is
het een grijze boel. Als we in de richting van de route kijken zien we dat de
volgende heuvels in de laaghangende wolken zijn opgegaan. Dat kon straks nog
best wel eens spannend gaan worden.
Hotze: "Sjochts neat!!" |
We hervatten de reis. We wandelen verder in zuidoostelijke
richting. Het pad gaat hortend en stotend omhoog en hoe hoger we komen des te
grijzer wordt het. De bergkam waarover we wandelen is de vroegere grens tussen
Pruisen en Hannover. Om de zoveel meter staan grensstenen met aan de ene kant
een “P” en aan de andere kant een “H” geschilderd. Duitsland was vroeger
verdeeld in een aantal grote en kleinere koning- en keizerrijken. De
markeringen van de oude staten is hier nog terug te vinden.
Even later wandelen we door een surrealistische wereld in.
De bewolking hangt tussen de bomen. Al wandelend zweten we heel wat centiliters
water weg op een dag als vandaag. Maar omdat het in deze vochtige omstandigheid
niet verdampt plakt de kleding op de huid. Plakkerig weer dus. We zijn in de
wolken. De natuur is overweldigend mooi. Langs het pad groeien Orchideeën en
Akelei. En overal bloeit de gele- en rode brem. De uienlucht van een paar
etappes geleden is ook terug.
Een snufje wijn
Onderweg komt het gesprek op culinairiteiten. Hein heeft een
poosje geleden een heerlijke spaghettisaus gemaakt met, zoals hij dat zegt: een
snufje wijn. Het zal wel een scheutje zijn….. J Maar even later wordt er verbaal aandacht gegeven
aan de toestand in de wereld. Zoals vroeger altijd op de radio werd gedaan: “De
toestand in de wereld, door mr. G.B.J. Hiltermann”.
Op de heuvel ‘Hankenüll’ bereiken we het, tot nu toe,
hoogste punt van de Hermannsweg: 307 meter. We zijn voor het eerst boven de
driehonderd meter gestegen. Geen wonder dat we in de wolken lopen. Iets
verderop gebruiken we een schuilhut om onze meegebracht etens- en drinkwaren te
nuttigen. Er zit een raamkozijn in de muur waar geen ruit voor zit en daar
tocht het stevig doorheen. De jassen worden over de benen gegooid om ze niet
teveel af te laten koelen. Maar niet al te lang zitten dan. Met gevulde buiken
en goed geluimd stappen we even later verder het parcours op.
Het mag dan een tochtige oude hut zijn maar de tekst bij de
ingang spreekt boekdelen:
De houten toren schommelt lekker heen en weer |
En als je weer beneden bent ben je natuurlijk blij |
Zicht is nul komma
nul
Na ongeveer een kilometer komen we bij de uitspanning
“Luisenturm” die van ons, omdat we al pauze hebben gehad, geen klandizie heeft
te verwachten. Wel beklimmen we de houten toren die ernaast staat. We
realiseren ons dat het uitzicht best nul komma nul zal zijn maar we klimmen
toch naar boven. En inderdaad; het zicht is slechts een paar honderd meter. In
het dal voor ons moet het stadje Borgholzhausen liggen. Het enige wat we kunnen
doen is gissen in welke richting het ligt.
Entree van Borgholzhausen...... |
.... met mooie huizen..... |
... en een plekje om even uit te rusten |
De afdaling naar het dal is op sommige plekken behoorlijk
steil. We lopen met onze voeten voorin de schoenen. Na anderhalve kilometer te
zijn afgedaald wandelen we plotseling in de straten van het kleine stadje.
Aanvankelijk lijkt het rustig te zijn; immers het is zondag, maar in het
centrum van het dorp is het drukte van belang. Allerlei mensen in diverse
uniformen staan op het plein bij de kerk te wachten. Maar waarop. Is het een
‘Schutzenfest”? Of misschien een “Landes Trachtenfest”. We weten het niet en
eigenlijk kan het ons ook niet zoveel schelen. We doen ‘een slag’ om de kerk en
pakken dan de route weer op.
Ravensburg
Twee kilometer ten zuiden van Borgholzhausen verlaten we de
verharde weg en schieten we een steil bospad in. Het stijgingspercentage zal
rond de 20 procent liggen. Hein en Jan lopen vooruit om een bankje te zoeken.
Het is immers bijna theetijd. Bovenop de heuvel komen we bij de burcht ‘Ravensburg’.
Dit is alles wat er nog van het ooit zo roemruchtige kasteel is overgebleven |
De graven van Kalvelage vestigen zich rond het jaar 1000 in
de burcht. Maar in op 18 juni 1252 verkoopt Jutta van Ravensburg haar
bezittingen in Vechta en het Emsland aan het prinsdom Münster. In 1346 sterft
het gravenhuis uit met graaf Bernhard von Ravensburg. Daarna heersen
verschillende vorstendommen over de burcht, maar dat tijdperk is historie. Nu
is het slechts een ruïne met een openluchttheatertje.
Op het terras, dat vandaag gesloten is, hangt een bordje waarop
staat dat er op het terrein rond de ruïne geen zelf meegebrachte etens- en
drinkwaren mogen worden genuttigd. Na onze verbazing erover te hebben
uitgesproken, verlaten we het kasteel en confisqueren meteen het allereerste
bankje dat we tegenkomen; het is immers theetijd. De hete thee en het restant
aan broodjes verdwijnt rapido in onze magen. Het is zwaar bewolkt en soms wat
nevelig. De temperatuur is, om stil te zitten, net iets aan de lage kant. We
maken snel weer dat we vort komen.
Ooit was dit een prachtig bankje met een evenzo prachtig uitzicht |
Onderaan de kasteelruïne langs, lopen we verder richting
finish. Dit is een bijzonder bosachtige streek. Zouden we wel helder zicht
hebben gehad vandaag, dan zou het door de vele bomen zijn weggenomen. Het valt
ons op dat de bomen ook heel groot zijn. Ze groeien letterlijk en figuurlijk
tot in de wolken, al is dat op een dag als vandaag nou ook weer niet zo
moeilijk. Een paar kilometer blijft de route op ongeveer dezelfde hoogte,
waarna we daarna steil afdalen het ‘Hesseltal’ in. Maar zoals het al de hele
Hermannsweg is gegaan; als je naar beneden gaat moet je even later weer omhoog.
De klim uit het Hesseldal is een kuitenbijtertje. Ondanks
het stijgingspercentage en de vele oneffenheden op het pad, worden we door twee
fietsers gepasseerd. Hoewel; zij moeten ook regelmatig even van de fiets omdat
het hen te pittig is. Na een dikke kilometer zijn we weer op hoogte en zetten
we onze tocht in een flexibele horizontale lijn voort.
Jasje-aan-jasje-uit
Het weer is sinds het vertrek vanochtend onveranderd.
Mistflarden vliegen ons om de oren. De temperatuur is gematigd en de
luchtvochtigheid waarschijnlijk bijna honderd procent. Het is zweten geblazen.
Als je stilstaat kan de jas aan, maar als je weer wandelt moet die stante pede
weer uit. Hein is vandaag koploper in het aantal keren ‘jasje-aan-jasje-uit’.
Gaan we nog goed, Tineke? |
Een surrealistische omgeving |
Uit de mist doemt de ‘Richtfunkturm’ van ‘die Deutsche Bahn’
op. De in 1953 in opgerichte zendmast is niet meer in gebruik. De zendmast werd
gebruikt voor de communicatie van de Duitse spoorwegen, maar heden ten dage
wordt er via satellieten gecommuniceerd. Als er überhaupt nog gecommuniceerd
wordt.
De zendmast staat op de “Große Egge, met zijn 312 meter de
tot nu hoogste heuvel op het parcours. De Große Egge mag dan nog niet heel hoog
zijn, maar in het verleden hebben toch nog 3 vliegtuigen hem niet weten te
ontwijken en zijn er op kapot gevlogen. In 1940 vloog er een Messerschmitt
Bf109 tegenaan en in 1942 een Heinkel He111. Het laatste ongeluk vond plaats in
1965 toen de piloot van een Starfighter 104 van de Duitse luchtmacht door
laaghangende bewolking het zicht was verloren. De brokstukken lagen over een
gebied van 800 meter verspreid. Delen van de straaljager rolden als vuurballen
de berg af, richting de boerderijen in het dal.
De "Große Egge" is een gevaarlijke berg |
Vandaag is er ook sprake van laaghangende bewolking; “Mann
kann nur beten und hoffen”.
We blijven nog heel even op ‘hoogte’ wandelen om daarna de
afdaling richting Hall (in Westfalen) in te zetten. Op sommige stukken gaat het
weer crescendo naar beneden. Als we op een beetje open veld komen, kunnen we
door de bomen en de wolkenflarden het kleine stadje zien liggen. In de verte
zien we de zwarte finish-Focus al staan, maar de route moet nog een flinke
bocht maken eer we er arriveren. Het blijkt dat de auto aan de Wehrterstraße
staat. Wie heeft er zin in een snoepje?
Uitzicht over het stadje Halle (Westfalen) |
Een aantal leden van het wandelgezelschap heeft de pijp
leeg. Het is dan weliswaar niet zo warm als gisteren, maar de vochtige lucht en
de zwaarte van het parkoers hakken er toch best in. En eerlijk is eerlijk, op
Hein na, raken we natuurlijk allemaal een beetje op leeftijd.
We stappen in de zwarte bolide en zetten koers richting
Dissen. Aangekomen bij de startauto wisselen als gewoonlijk tassen, schoenen en
wandelstokken van auto. We nemen ons voor om in Bad Rothenfelde iets te eten,
maar eerst rijden we terug naar de camping. Dan kunnen we ons een beetje
opfrissen en van kleding wisselen. Na het korte intermezzo op de grote, maar nu
grotendeels lege camping, rijden we met twee auto’s de stad in. Hotze en Tineke
rijden na de dis terug naar de camping. Zij blijven nog een paar dagen, terwijl
Jan, Foekje, Hein vanavond nog naar Fryslân terugreizen.
Het is heerlijk gezellig in de stad. De zon is inmiddels
gaan schijnen en de terrasjes zijn goed bezet. In een restaurant, niet ver van
het parkeerterrein, gaan we naar binnen. Misschien kunnen we buiten zitten,
maar we zijn al de hele dag buiten geweest en bovendien is het binnen net iets
aangenamer van temperatuur. Het lieftallige dienstertje neemt de bestelling op:
4 halve liters bier, 1 cola en 5 schnitzels. De vermoeidheid van een uur
geleden is waarschijnlijk verdwenen want we krijgen weer praatjes volop. De
cola is voor Hein. Hem rest de twijfelachtige eer om de dik 200 kilometer naar
huis te rijden.
De schnitzels smaken goed en samen met de frieten zorgen ze
ervoor dat de magen snel goed gevuld raken. We nemen geen toetje. Toen we
eerder van het parkeerterrein naar het restaurant liepen kwamen we langs een
Italiaanse ijssalon. De gasten op het terras hadden heerlijke ijsjes voor zich. Foekje en Jan willen die wel eens proberen.
En zo komt het dat we op de terugweg nog een ijsje nemen.
Hein neemt plaats achter het stuur. Waar is de uitgang van
het parkeerterrein? Tineke gesticuleert zich een slag in de rondte om Hein naar
de uitgang te dirigeren. In de auto wordt er hartelijk om gelachen. Na een
flinke mep op de claxon verlaten Jan, Foekje en Hein de parkeervoorziening en
rijden terug naar huis. Hotze en Tineke rijden terug naar de camping.
Wil je alle foto's van de wandeltocht "Hermannsweg 2016"zien, klik dan op deze link.