zaterdag 9 juni 2018

GFP (19) Meeden - Wedde

Afstand: 17 kilometer
Terrein: Veel verharde wandelpaden en wegen. Ten zuiden van Oude Pekela een aantal kilometers door de landerijen.
Weer: Zonnig en warm. Aanvankelijk wat wind, maar later nagenoeg windstil. Tegen het einde van de tocht toch weer wat sterkere wind.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Vroeg in de ochtend rijden we via Winschoten naar Wedderveer, waar we de finishauto op het parkeerterrein bij recreatieoord Weddermeer parkeren. Snel rijden we daarna naar de startplaats van vandaag; we hebben er zin in.

Bij de startauto drinken we zoals gewoonlijk koffie en eten er door Tineke zelfgebakken koekjes bij. We starten.
Yes, we kunnen weer
Het eerste stuk van de tocht van vandaag gaat over een schelpenpaadje. De noordenwind is vrij stevig en zorgt voor verkoeling. Dat blijkt als we bij een elektriciteitsverdeelstation (mooi “galgje-woord”) door bossages uit de wind worden gehouden. Als er geen wind staat, dan is het warm. Het is een rustig paadje waar we heel af en toe even aan de kant moeten om fietsers te laten passeren. We merken dat we de grens met Duitsland naderen: “Gutenmorgen”, klinkt het. Veel Duitse fietsers dus.

Een paar kilometer verderop, op de verharde weg, worden we getrakteerd op voorbijrijdende oude auto’s. Toen we vanochtend naar de start reden kwamen we al een paar prachtige exemplaren tegen. Schijnbaar wordt er ergens een “oldtimer-rally” gehouden.

Emergo
Dan plotseling schieten we weer een bosachtig gebied in. Het gebied rondom een grote visvijver heet “Emergo”. Het recreatiegebied is door Staatsbosbeheer aangelegd en in 1973 geopend. Het terrein beslaat een oppervlakte van 49 hectare waarvan de vijver voor 9 hectare deel uitmaakt. Droevig detail is dat tijdens het aanleggen van de visvijver drie kinderen, tijdens het spelen, op 21 mei 1973 onder het zand bedolven raakten en stikten. 
De visvijver in het recreatiegebied "Emergo"
Meestal, als we aan oost Groningen denken, denken we dat het een kale en ruimtelijke omgeving is, maar het valt ons op hoeveel bomen en bos er is. Het valt ons niet tegen; sterker nog, het bevalt ons wel.

De wandeling door “Emergo” is mooi; al staat het gras op de paden vrij hoog. En ook na het recreatiegebied blijven we tussen de bomen door wandelen. Op een gegeven moment merken we dat we van de route af zijn. We maken een doorsteek langs een polderkanaaltje en komen zo weer op het “rechte” pad. We wandelen Oude Pekela in.
Een mooie oude boerderij (bij binnenkomst van Oude Pekela)
Je hebt het op veel plaatsen in Nederland, dus waarom zou het hier anders zijn. De straat waar we doorheen lopen wordt bewoond door, laten we het zo zeggen; de zelfkant van de samenleving: de sociaal armeren. Veel tuinen liggen er verwaarloosd bij en hier en daar staan grote partytenten in voortuinen. Tegenover deze huizen ligt een parkje met een waterpartij. 

Teken
Het loopt inmiddels tegen half één; tijd dus voor de lunch. In het parkje nemen we stelling op een bankje met mozaïeksteentjes. Het is een veelkleurig bankje met leuke figuren erop. De koffie en boterhammen komen voor het licht. Hein trekt zijn schoenen uit en merkt tot zijn ontsteltenis dat hij teken op zijn lichaam heeft. Bij een check-up blijkt dat we allemaal wel één of meer van deze potentiele ziekmakers op ons hebben. Maar Hein spant de kroon. Na de zuiveringsactie kunnen we dan uiteindelijk aan de koffie en broodjes beginnen. Het zit er prachtig. Ook staat er een beetje wind, wat met dit warme weer nog iets voor verkoeling zorgt.
Heeeele grote stepping stones
In de vijver liggen grote betonnen blokken waarover je heen kunt lopen. Natuurlijk willen we dat allemaal. Hotze probeert, staande op 1 van de blokken en zijn wandelstok als peddel gebruikend, weg te varen, maar de blokken zijn goed met de aarde verbonden dus mislukt zijn aktie.

RIZA
Na de quick lunch gaan we verder. Bij de Rooms Katholieke Kerk slaan we linksaf langs de vaart. De kerk is niet meer in gebruik, getuige het grote slot op het toegangshek en een fikse boom die in een dakgoot groeit. We lopen nu langs het Pekelerhoofddiep. Deze vaart, maar eigenlijk al het boezemwater in oost Groningen, was in de jaren 70-80 van de vorige eeuw regelmatig in het nieuws. De aanpalende karton- en aardappelmeelfabrieken waren dermate vervuilend dat het schuim, dat op het water van de vaart stond, bij harde wind als grote vlokken door de dorpen Oude- en Nieuwe Pekela waaide. Ir. J.H. Jansen van het Rijks Instituut voor de Zuivering van Afvalwater schrijft: “De kwaliteit van het water was heel erg slecht. Inwoners en industrie loosden hun afvalwater ongezuiverd. Op veel plaatsen was daardoor het water zuurstofloos. Je had òf water zonder vissen of water waar regelmatig op grote schaal vissterfte plaatsvond. Door de lozingen van de strokarton- en aardappelmeelindustrie stonken de kanalen zo erg dat je ze op een afstand van 5 kilometer nog kon ruiken”. Gelukkig lijkt de situatie aanmerkelijk verbeterd en “zie” je niets meer van die vervuiling. 
Draaibrug over het Pekelerhoofddiep
Het zuidoostelijke deel van Oude Pekela heeft een ander aanzien dan het noordwestelijke deel. De huizen zijn hier over het algemeen van riant formaat en de tuinen zijn doorsneegewijs goed onderhouden. Het contrast tussen “arm & rijk” lijkt in “Ol Pekel” pijnlijk zichtbaar.
In een klein speeltuintje staan “survival-achtige” toestellen opgesteld; en dat wil Hein natuurlijk wel even proberen. Ook Foekje kan de lokroep van de "wip wap" niet weerstaan....De anderen van het wandelgezelschap nemen het korte intermezzo te baat om wat water te drinken en even de benen rust te geven. 
WIP WAP
Paard
Via wandelpaden gaan we onderlangs de Pekela’s. We gaan dwars door de landerijen waar mais, aardappelen, bieten en graan worden verbouwd. In het open veld heeft de zon vrij spel. De wind is gaan liggen waardoor de temperatuur verder is opgelopen. 
Langs een kanaaltje zien we een picknickbankje zodat al ver van tevoren om thee wordt geroepen. Een boom bij het bankje biedt enige schaduw terwijl er zo nu en dan een verfrissend “koeltsje” staat. Het is ook heerlijk om in het gras te liggen…. dus duurt deze pauze iets langer dan we normaal gewend zijn met theepauzes. 
Tijdens onze siësta zijn we er getuige van hoe een amazone er niet in slaagt om haar paard, bereden, over een bruggetje te voeren. Het edele dier weigert pertinent wat de berijdster noopt om haar paard aan de teugels over de klap te leiden. Arm dier.

Uiteindelijk stappen we weer op. Via een lange, nagenoeg kaarsrechte weg komen we in Blijham. We zien dat ook in deze plaats de verschillen groot zijn: mooie huizen met mooie tuinen en huizen die tot de categorie “opknappers” horen en die, wanneer je er mee bezig bent om het te restaureren, “afknappers” blijken te zijn. 
Een rode sloot
De laatste kilometer van de etappe voert ons langs een sloot waarvan het water roodgekleurd is. Waarschijnlijk is dit het gevolg van een sterk ijzerhoudende grondsoort. Het laatste stukje wandelen we over de verharde weg terwijl we eigenlijk het pad door het hoge gras moeten volgen. We merken het te laat op, maar laten het er, met het risico om meer teken, deze keer maar bij. 

Wandelstok
Bij het recreatiepark Weddermeer verkopen ze bij de receptie ijs. We nemen een ijsje en likken het buiten op, in een fel schijnende zon. Jan heeft met zijn afstandsbediening de ruiten van de auto al opengezet zodat de wind even door het vihicule kan waaien. Snel pakken we de spullen achter in de auto en maken ons uit de voeten, op naar de startauto.
Vlak voor het recreatiepark komen we deze oude schuur tegen. Een mooi foto-object
Bij de startauto worden de spullen van de Brouwers in hun eigen auto overgepakt. Op dat moment komt Tineke erachter dat er een wandelstok ontbreekt: “Hé, er is maar 1 wandelstok”. Oei!!! Tineke heeft haar wandelstok, toen ze de ijsjes afrekende, bij de balie van de receptie van het recreatiepark laten staan. 

Dit feit roept herinneringen op aan het Pieterpad, toen ze haar stok op een veerpont liet staan en we een half uur moesten wachten totdat het veer weer onze kant op kwam. We moeten nu een half uur rijden tot aan het punt waar de stok vermoedelijk is achtergebleven. Gelukkig staat de stok er nog; onaangeroerd!

Via dezelfde weg als we vanochtend zijn gekomen, rijden we terug naar huis. Het is bijna 6 uur als we in Grou arriveren. Jan kookt spaghetti. Dit wordt op het adres It Roer 9 in gezamenlijkheid opgepeuzeld en met een stevige bier weggespoeld. Na de maaltijd gaat Hein naar huis. De rest heeft nog een avondje “Gabe Skroar” voor de boeg. Als we maar wakker kunnen blijven. 

Klik voor de foto's van deze tocht op: KLICK

Vertrek Grou: 08:00 uur
Start wandeltocht: 10:30 uur
Finish wandeltocht: 16:00 uur


zondag 3 juni 2018

GFP (18) Annerveenschekanaal – Meeden

Afstand 17 kilometer
Terrein: Onverharde paden en met name in en rond Veendam geasfalteerde paden en wegen.
Het weer: Licht bewolkt, soms wat gesputter en 1 regenbui. Warm en een zacht windje in de rug.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Hein is vandaag wederom niet mee.
Aan het einde van een doodlopende weg, net ten zuiden van Meeden, parkeren we de finishauto. Met een half uurtje arriveren we op de plek waar we de vorige keer zijn geëindigd. We drinken er koffie en eten een heerlijke koek.
Het warm; de broekspijpen kunnen wel worden afgeritst
We steken de Kielsterachterweg over en wandelen parallel aan een vaart richting Veendam. De vegetatie staat in het begin vrij hoog maar na een paar honderd meter wordt het wandelen iets gemakkelijker omdat het gras minder hoog is. Aan onze linkerzijde, aan de overkant van het kanaaltje, zien we met enige regelmaat zweefvliegtuigjes opstijgen. De lier, die de toestellen omhoogtrekt, staat nu precies aan de andere kant van het vliegveldje dan die keer dat we er voor de laatste keer waren. Het zal ermee te maken hebben dat ze dan tegen de wind in kunnen opstijgen. 
Aan het einde van het kanaaltje komen we langs een schutsluis die, getuige de begroeiing ter plaatse, de indruk geeft weinig gebruikt te worden. De sluis dient ervoor om met vaartuigen die vanuit de Veenkoloniën komen, naar de bij Wildervank en Veendam gelegen vijverpartijen te kunnen varen. Maar zoals gezegd ogen de sluizen niet als worden ze vaak gebruikt.
Er weer wordt een vliegtuigje omhoog getrokken
NNZC
Op de weg langs het vliegveldje blijven we even staan kijken naar zweefvliegtuigen die opstijgen en landen. Naast de opslagloods van de NNZC (Noord Nederlandse Zweefvlieg Club) ligt een aantal vliegtuigjes op hun beurt te wachten om te kunnen opstijgen. De NNZC is opgericht in 1932 en bezit zelf een vloot van acht zweefvliegtuigjes waarmee beginnende en volleerde vliegers het luchtruim kunnen kiezen. Het vliegveldje bij Borgercompagnie is pas in 2003 in gebruik genomen.
Het tempo waarmee de fragiele vliegtuigjes opstijgen is weerzinwekkend. In een hoek van zeker 45 graden schieten ze beangstigend snel omhoog. Maar het is wel een leuk gezicht ze te zien opstijgen, al moeten we er alle vier niet aan denken om erin te zitten….

Parkstad Veendam
We moeten onszelf ertoe dwingen om verder te lopen. Het is inmiddels broeierig warm geworden. Het lichte briesje in de rug geeft niet de verkoeling die we graag willen. Nog even gaat het langs het kanaaltje om uit te komen bij een meertje: de “Zeilplas”. We wandelen het recreatiegebied aan de westkant van Veendam in, het “Borgerwold” (woud van de burgers). Dit gebied beslaat een oppervlakte van 450 hectare waarvan 100 hectare water met ongeveer 25 kilometers aan fiets- en wandelpaden. Het is niet voor niets dat Veendam ook wel “parkstad” wordt genoemd. 
We lopen langs de oever van de grote waterplas en zo nu en dan passeren we vissers die, sommige al dagen achter elkaar, op hun stekkie zitten. Jan vraagt of er nog wat gevangen is, maar de visser antwoordt dat hij twee dagen achterelkaar niets heeft gevangen. Tja, geduld is een schone zaak.
Veel sloten en vaarten betekent veel bruggetjes
In een park op een bankje met uitzicht over het omliggende water drinken we koffie en eten een boterham, waarna we weer verder gaan in dit uitgestrekte gebied. We wandelen zeker een uur voor we in de “buitenwijken” van Veendam aankomen. Grote huizen op grote percelen grond, vaak gelegen aan vijvers en waterpartijen beheersen het straatbeeld. Eerlijk is eerlijk, deze “weelde” hadden we hier niet verwacht. Via een aantal woonwijken wandelen we het centrum van Veendam in. 
Veendam is met ca. 20.000 inwoners de op twee na grootste stad van de provincie Groningen. De in 1655 ontstane stad heeft zich in de negentiende eeuw ontwikkeld als centrum van de Groningse veenkoloniën. De geschiedenis is 350 jaar geleden begonnen met turfafgravingen. Uit de oorspronkelijke turfvaart ontstond in de loop van de tijd een kustvaart die zo belangrijk was dat verzekeringsmaatschappij Lloyds haar eerste kantoor op het vaste land van Europa oprichtte in Veendam. 

Foekje koopt bij een Turkse winkel een paar appels, een mandje perzikken en een paar heerlijke vleespasteitjes die we ter plekke verorberen. Het is gezellig druk in het centrum. Er is een Multi culinair festival gaande met veel kraampjes waar je iets kunt eten. Wij doen dat niet. De lucht is “zo zwart als een pachter”, zoals Groningers zeggen. Er dreigt regen, dus moeten we door.
Het is gezellig druk in Veendam
Oude AE
Ten noorden van het centrum is Veendam al bijna even ruim opgezet als het westelijke deel. In de vijvers zwemmen veel eenden en ganzen. Kort lopen we langs de “Oude AE”, een riviertje waaraan Veendam mede zijn ontstaan te danken heeft. Als we op het punt staan Veendam te verlaten en het natuurgebied ten noorden van de stad in te wandelen begint het te regenen. Gelukkig bieden de bomen met hun lover al enige bescherming tegen het hemelnat en kunnen we bij de ingang van het gebied onder een boom schuilen. Om van de nood een deugd te maken drinken we er thee en verorberen we onze laatste broodjes. 
 Een buitje, dus tijd voor thee
Na de regenbui wandelen we door het ruige natuurgebied richting Muntendam. Het zonnetje komt er alweer door wat het meteen klam warm maakt. Via de smalle “Bredeweg” zetten we koers naar het oosten en wandelen uiteindelijk onder de N33 door. Hier zijn we vanochtend met de auto al langsgereden. 

Hennepplantage
We wandelen over de “Beneden Veensloot”. Langs een smal wandel/fietspad staat een enorm grote hennepplantage. Het “Dagblad van het Noorden” schrijft op 4 november 2017 in een artikel dat: “De ontwikkeling en vermarkting van nieuwe toepassingen van het knolgewas, de cannabisplant en de uit de bodem bij Veendam gewonnen minerale grondstof kunnen de regio nieuwe industrie opleveren.” De hennep wordt onder meer gebruikt vanwege zijn sterke vezels en vanwege de eiwitrijkheid voor diervoeding. Het heeft dus niks met clandestiene “wietteelt” te maken. 
Een "mega" hennepplantage
Via de lange “Korte Akkers” wandelen we uiteindelijk de “Boven Veensloot” in. In de berm zitten twee dames die ons aanspreken. Zij wandelen ook het GFP, zij het in andere richting Samen stellen we vast dat we weinig mede-wandelaars tegenkomen. En dat is maar goed ook eigenlijk.

Aan het einde van het verharde deel van deze weg staat de auto. We hebben de “put eruit”; de warmte van vandaag heeft veel van ons genomen. Mede door de warmte en het stadse karakter van de tocht was het qua tijd een lange tocht. Snel stappen we in de auto en halen de startauto op. Via Hoogezand rijden we weer terug naar huis. 
Gelukkig staat 'ie er nog!

Meer foto’s? Klik dan op deze LINK!

Vertrek Grou: 08:00 uur
Start wandeltocht: 10:15 uur
Finish wandeltocht: 16:15 uur


zaterdag 2 juni 2018

GFP Enkhuizen Zuiderzeemuseum

Het routeboekje van het Groot Frieslandpad schrijft voor dat je, als je in Enkhuizen bent aangekomen, de boot naar Stavoren moet nemen om daar de route voort te zetten. In eerste instantie leek het ons acceptabel om het stukje met de boot over te slaan, maar als wij op 14 april 2017 in Enkhuizen langs het buitenmuseum van het “Zuiderzeemuseum” lopen, komen we op andere gedachten. 
We willen het openluchtmuseum wel eens van binnen bekijken, maar op dat moment ontbreekt het ons aan tijd. Er wordt geopperd dat we, op een later te bepalen tijdstip, met de boot van Stavoren naar Enkhuizen kunnen nemen; het museum bekijken en dezelfde dag weer naar Fryslân terugvaren.
Zuiderzeemuseum optima forma
Gevulde koek
Zo gezegd, zo gedaan. Op 2 juni 2018 stappen we op een druilerige ochtend in Stavoren op de veerboot naar Enkhuizen. Onderweg nemen we koffie met appelgebak. Hotze daarentegen neemt een Gevulde Koek, maar dan wel met zonder slagroom. Groot was zijn verontwaardiging dat zijn koffie met koek duurder was dan onze koffie met appeltaart MET slagroom...

Waarschijnlijk is het de meest bewolkte dag van het jaar, want het zonnetje laat ons eigenlijk volledig in de steek en soms miezert het een beetje; maar de temperatuur is redelijk aangenaam. We struinen het hele “buitenmuseum” door en sommige gebouwen bekijken we van binnen en van buiten. Ergens in een schuur, zittend op balen stro, eten we onze broodjes.
De fuiken hangen te drogen
Op de terugweg naar de haven gaan Foekje, Hotze en Hein nog even bij het “binnenmuseum” naar binnen. Tineke en Jan blijven buiten (voor de foto’s van de buitenkant van de gebouwen J).

Spareribs
Als we weer aan boord zijn, nemen we allen (behalve Tineke) een “grote bier”. Tijdens de overtocht is het een jolige boel. Terug naar huis rijden we door Hindeloopen, waar we nog een vorkje prikken. De spareribs zijn van stevig formaat en smaken voortreffelijk. Ook het andere gebodene is van prima smaak. 
Langs de boten in de jachthaven gaat het weer richting boot
Met een volle maag en goed gevulde SD-kaarten keren we huiswaarts. Tineke rijdt. Omdat we er al “bijna” langskomen worden we nog getrakteerd op een siteseeing langs de boerderij waar zij is opgegroeid. 

Tegen een uur of tien zijn we thuis. Het was een lange-, gezellige-, leerzame- en waardevolle dag.

Maar snel naar bed. Morgen wordt er weer gewandeld.

Heb je meer interesse in de foto’s van deze dag, klik dat op deze LINK