zondag 21 april 2019

NFW (04) Aldtsjerk - Damwâld

Afstand: 16 kilometer
Terrein: Onverharde paden, klinkerwegen en smalle fietspaden. 
Weer: Heerlijk wandelweer; een stralend blauwe lucht en 20 klein nulletje C. 

We verzamelen ons op het adres It Roer nummer 7. Dat doen we tijdens deze Noardlike Fryske Wâldenpaad eigenlijk altijd al. We drinken er koffie. Foekje heeft citroencake gebakken die, ondanks dat het enigszins citroenig van smaak is, er als zoete koek ingaat. We nemen onze tijd. Het wordt een prima dag.

Zoals altijd wordt de finish-auto naar zijn plaats gereden. In eerste instantie is gekozen voor het parkeerterrein bij de Sionskerk in Damwoude. Maar als we daar arriveren is het niet duidelijk of de parkeerfaciliteit wel de hele dag open blijft, of dat men de hekken na de kerkdienst gaat sluiten. Om helemaal veilig te zijn wordt de C-max langs de Haadwei geposteerd. In de rode Focus rijden we naar de “Zwarte Singel” in Aldtsjerk . Omdat er weinig ruimte is om te parkeren heeft Hotze in een handomdraai (of stuuromdraai) een plekje gevonden. We kunnen weer los.
We steken de Klaas Douweswei over en stappen de natuur in.....
Wat er tijdens de tocht gebeurde
We steken de Klaas Douweswei over en stappen de natuur in. Onverharde paden voeren ons langs in bloei staande rododendrons. Dit gebied wordt het “Oudkerkster Oudland” genoemd. “Oudlanden” zijn gebieden die als eerste bedijkt werden (vanaf ongeveer 1100 na Chr.). Ze bestaan uit lage natte gronden en hoger gelegen kreekruggen. Omdat het getij hier nauwelijks invloed had, waren met name kreekruggen de eerste bewoonde delen, die samen met de natte delen omdijkt konden worden. 

Readtsjerk
Het zonnetje staat al hoog aan de hemel en het is heerlijk wandelweer. De zandpaden gaan over in klinkerweggetjes en we passeren het kerkje (Hervormd) van Readtsjerk. Het staat letterlijk en figuurlijk op de rand van de “Trynwâlden” op een zandrug uit de laatste ijstijd. Het kerkje was in de middeleeuwen nog omgeven door moeras en veen, maar de monniken van het klooster “Claerkamp” in Rinsumageest hebben de veengebieden ontgonnen. Het klooster gebruikte het kerkje als uithof (kloosterboerderij). 
Het kerkje van Readtsjerk is een van de oudste kerken in Fryslân
Aan het einde van de 11e/ begin 12eeeuw bouwden de bewoners van Readtsjerk een sober Romaans kerkje in hun dorp. Zoals veel kerken in Fryslân was ook dit kerkje gewijd aan de Heilige Martinus. Fryslân, ten westen van de Lauwers, behoorde toe aan het bisdom Utrecht, die Sint Martinus als heilige vereerde. 
Waarschijnlijk ontleent het dorpje Readtsjerk (Roodkerk) haar naam aan de kerk. De oud-Friese benaming “da Rada tzerka”, die hier in 1422 als kerknaam voorkwam, is waarschijnlijk afgeleid aan de kleur van gebruikte bakstenen die, zoals wel meer voorkwam, rood gesausd waren. 

We wandelen in oostelijke richting, verlaten de zandgronden en komen in een groot veengebied terecht. Stonden we bij het kerkje van Readtsjerk nog boven zeeniveau, in het veengebied wandelen we er meer dan een meter onder.

Dit gebied wordt in de volksmond het “Bûtefjild” genoemd; een uitgestrekt veengebied waar in de 15eeeuw turf werd gewonnen door schiere monniken. Deze monniken waren afkomstig van de uithof de “Schierstins“ in Feanwâlden; behorende bij het klooster Claerkamp. In de crisisjaren van de vorige eeuw en tot na de Tweede Wereldoorlog werd het gebied ontgonnen door de N.V. Ontginningsmaatschappij De Drie Provinciën. Onder andere dankzij de toenmalige eigenaren, de heren Ottema en Wiersma, is een groot deel van het gebied gespaard gebleven en heeft nu de status van Reservaat. 

Geen honden toegestaan
Omdat we midden in het broedseizoen zitten, mogen we niet door een deel van het Reservaat. Honden zijn tijdens de broedperiode niet toegestaan, dus wandelen we langs de verharde Ottemaweg. Langs de oevers van “It Waaigat” drinken we (uit de wind en in het warme zonnetje) onze koffie. Het is een heerlijk plekje.
In de zon en uit de wind is het hier heerlijk koffiedrinken
Langs de petgaten “De Wiel” en de “Lodde hel” wandelen we verder. De route door de gebieden “Bouwe Pet” en “Het Houtwiel” gaat over een verhard fietspad. Voordeel is dat het stevig doorstapt; nadeel is, dat we met grote regelmaat in de berm moeten om fietsers te kunnen laten passeren. Pas bij “It Goddeloas Tolhûs” verlaten we het drukke fietspad. 

Goddeloos
Het goddeloze tolhuis is de naam van een voormalig tolhuis aan de “Goddeloze Singel” langs de Valomstervaart. Het huis is in 1934 afgebroken en is er een boerderijtje voor in de plaats gekomen. 
In vroeger tijden zou dit een ongure plek zijn geweest. Er doen tientallen spookverhalen de ronde over zowel het tolhuis als de bijbehorende Goddeloze Singel en het bruggetje “De Skillige Piip”. Schrijver Teun de Vries, die in Feanwâlden is opgegroeid, verhaalt in zijn werk van deze plek. 
Omstreeks 1900 zou in het tolhuis een weduwe hebben gewoond die de mannelijke voorbijgangers niet alleen een slokje verkocht, maar ook een “winkeltje onder haar rokken” had. Ze zou wel twaalf kinderen hebben gekregen, van wie een aantal een onbekende vader hebben.

Bouillon ipv thee
Even verderop nemen we een korte pauze. Door het ontbreken van bankjes nemen we plaats in de berm van de verharde weg en drinken, vanwege de warmte, dit keer geen thee maar een bouillon om het zoutverlies aan te vullen. 
Het is nog een “hoannetrêd” naar de auto in Damwoude. Het valt ons op dat de natuur wakker wordt en meer kleur krijgt. Her en der dartelen lammetjes in de wei. Het wordt voorjaar.
Het is nog een "hoannetrêd" naar Damwâld
Heb je zin om onze foto’s van het Noardlike Fryske Wâldenpaad te bekijken? Klik dan op deze LINK

Vertrek Grou: 11:00 uur
Start wandeltocht: 12:00 uur
Finish wandeltocht: 16:40 uur



zondag 7 april 2019

NFW (03) Hurdegaryp - Aldstjerk

Afstand: 15 kilometer
Terrein: Onverharde paden, klinkerwegen en smalle fietspaden. 
Weer: Heerlijk wandelweer; heel licht bewolkt en 20 graden. Kortom: kortebroekenweer.

De finishauto wordt in Aldtsjerk langs de “Zwarte Singel”, (een wandelpaadje) geparkeerd, in de schaduw van kolossale beukenbomen. De autorit naar de start is slechts een “hoannetrêd”.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
We wandelen over een dijk langs het water van de “Bouwepet”. Het dijkje maakt dat we over het landschap uit kunnen kijken. Veel eenden foerageren in het voedselrijke water. Maar van kievieten is wederom geen sprake. Waar zijn die prachtige weidevogels toch gebleven, vragen we ons voor de zoveelste keer af. Wel zwemt er een flink aantal zwanen in het prachtige blauwe water, waarvan een aantal zich gewillig laat portretteren.  

Scandinavië?
Vlak voordat we het natuurreservaat verlaten komen we langs een Geologisch Monument. Het monument is gemaakt van zwerfkeien die in de voorlaatste ijstijd (150.000 tot 100.000 jaar geleden) door landijsgletsjers uit Scandinavische streken zijn meegevoerd. De zwerfkeien zijn tijdens de ruilverkaveling in 1996 in de omgeving gevonden en in het monument verwerkt. Ze vormen de landen Noorwegen, Zweden en Finland. Op een plaquette bij het monument staat:

Van Finland, Zweden en daarneven,
Liggen hier de stenen wijd verspreid.
Door ijsgeweld van daar verdreven
In een lang vervlogen tijd.
Rotsen werden stenen, leem en zand.
De keien vormen hier hun moederland.

Geologisch Monument Scandinavië
We vervolgen onze route dwars door Scandinavië en wandelen via een klinkerweggetje richting Mûnein. We bevinden ons nu in “de Trynwâlden”; een zandrug in het Friese landschap. De naam Trynwâlden is waarschijnlijk een afgeleide van “Thrimwalda” wat in oud Fries zoiets betekent als “in de drie wouden”. 
Echter volgens een sage is de naam afgeleid van Tryntsje wâlden, naar Tryntsje (Catharina), een rijke vrouw, die zeven boerderijen en zeven zonen zou hebben gehad. Elk van deze zonen zou na haar dood een van de boerderijen hebben geërfd en op deze locatie een dorp hebben gesticht. Zo zou de oudste, genaamd Alde, Aldtsjerk hebben gesticht. Haar andere zonen - Oene, Reade, Wynse, Gyke, Rypke en Tyte -zouden Oentsjerk, Readtsjerk, Wijns, Gytsjerk, Ryptsjerk en Tytsjerk hebben gesticht.

De natuur ontluikt
Via zand- en fietspaden slingeren we tussen de dorpen in de Trynwâlden door. Vlak onder Oentsjerk vinden we een bankje uit de wind en in de zon. We drinken er onze koffie en happen onze broodjes. Het valt op dat de bosschages al wat groen worden: de natuur ontluikt.

We komen door Gytsjerk en langs de “Praktijkboerderij” in Oentsjerk. Tenminste, zo heette het vroeger. Het draagt nu de naam: “Dairy Academy Oenkerk”, maar de Praktijkboerderij bestaat niet meer. De landerijen zijn een paar jaar geleden allemaal verkocht. De opstallen doen nu dienst als manege en goederenopslag.
De tuin van Roodbaart bij Staniastate
De route gaat ook door de tuin van Staniastate. Deze “stins” dateert van 1843, nadat een brand de residentie in 1813 volledig had verwoest. Het eerste slot dateerde van het begin van de 16eeeuw in opdracht van de naamgever Jeppe Stania. Aan het einde van de negentiende eeuw was de State een zomerresidentie van de famile Van Welderen Rengers, die in de winter in hun stadswoning in Leeuwarden verbleven.
De tuin rondom de State werd aangelegd onder leiding van de beroemde Lucas Pieters Roodbaart. We wandelen om de vijverpartij heen en riskeren te worden ondergekakt door Blauwe Reigers die hoog in de bomen hun nesten hebben gemaakt. De grond is wit-grijs van de shit.

Café met de balk
Door de bosachtige omgeving zetten we koers richting de finish. In Aldtsjerk komen we langs het “ijscafé met de balk”: Café Moarkswâl. Op de plafondbalken in het café staan de namen van de personen die als eerste over ijs vanuit Leeuwarden bij het café arriveren. Een traditie die al meer dan 100 jaar oud is. Het is erg jammer dat alle namen verloren zijn gegaan met de brand in 1982, maar gelukkig is het grootste aantal met behulp van oud kastelein Woudstra weer in ere hersteld.
De beroemde brug over de "Moark"
We nemen even tijd om heen en weer over de oude ophaalbrug over de Moark te lopen. Onder dit bruggetje door komen de elfstedenrijders als ze van Dokkum onderweg zijn naar Leeuwarden. Jan kan zich nog herinneren hoe hij deze brug tijdens de Elfstedentocht van 1985 als horde nam. Omdat het dooiweer was, was het niet mogelijk om onder de brug door te schaatsen. Er stond te veel water op het ijs en er moest gekluund worden. 

Slaapexperience
Ook maken we een detour door de tuin van State “De Klinze”. De oudste vermelding dateert van 1567. In dat jaar woonden Johannes van Heemstra en zijn vrouw Jantien Hendriksdr in het huis dat toen “oppe Clincke” heette.

“Oppe Clincke” heeft twee betekenissen. In de eerste plaats: gelegen op (de top van) een zandrug of heuvel in moerassig gebied. Dat klop in dit geval, want De Klinze staat op het hoogste punt van de zandrug waar Aldtsjerk op is gebouwd. De tweede betekenis is: de mooiste plek. En ook daar zit een kern van waarheid in. 
"Oppe Clincke"
Nadat het gebouw jarenlang dienst heeft gedaan als hotel-restaurant is het nu in handen van beddenzaak Van der Meulen. Vijf suites zijn ingericht voor een 'slaapexperience' voor klanten van de beddenwinkels. Je kunt er komen proefslapen op een wel hele unieke manier.

De route leidt ons door de prachtige tuin met vijver. En via de majestueuze Zwarte Singel komen we na een prachtige wandeling aan bij de finishauto. 
  
Heb je zin om onze foto’s van het Noardlike Fryske Wâldenpaad te bekijken? Klik dan op deze LINK

Vertrek Grou: 10:00 uur
Start wandeltocht: 11:25 uur
Finish wandeltocht: 16:00 uur