Jan zet meteen na het wakker worden een kan koffie en een
kan theewater. Vervolgens genieten diegenen die voor een hotelovernachting
hebben gekozen van een heerlijk uitgebreid ontbijt. Als Jan en Foekje bij de
finishplaats arriveren staan Hotze, Tineke en Hein al te wachten. In
Oerlinghausen parkeren we op een parkeerterreintje vlakbij een natuurvriendenhuis.
Jan en Foekje stappen in de rode Ford en we rijden met z’n allen terug naar de
start op het parkeerterrein bij het Mercurehotel in Bielefeld. Daar is het eerst tijd
voor koffie en koek met een prachtig uitzicht over een deel van de stad
Bielefeld. Voor wie ze nog niet droeg; de wandelschoenen worden weer
aangetrokken en stevig geveterd.
We gaan op pad. Allereerst lopen we langs het grauwe en
grijze hotel. Vroeger stond op dezelfde plaats een
prachtig jachtslot, maar dat is in de oorlog platgebombardeerd. De omgeving
rondom was en is nog steeds prachtig met statige huizen. We beginnen de tocht
met een sterke afdaling naar het centrum van Bielefeld. Als we onder een
viaduct doorlopen, rijdt er op dat moment een goederentrein overheen. Wat een
lawaai.
De torens van de grote kerk in Bielefeld |
Langs het parcours door de stad staan mooie gebouwen. Zo
komen we langs het stadsgymnasium en de kerk met de twee spitse torens. Na een
oversteek over een drukke weg klimmen we richting de burcht Ravensburg. En het
is een klimmetje van de eerste categorie; een echt kuitenbijtertje. Op de weg die naar de burcht leidt staat een auto met een woord op de kentekenplaat waar Hotze en Jan wel oren naar hebben. En ook het gewenste aantal klopt precies.
.....ook het gewenste aantal klopt precies |
We
aanschouwen de burcht van de buitenkant. Immers we hebben geen tijd om lang te
dralen. Het wordt vandaag weer een warme dag en de wandeling is berekend op dik
zeventien kilometers.
Het eerstvolgende stuk van de route is zonder al teveel hoogteverschillen.
We komen veel fietsers, joggers en mensen die hun honden uitlaten tegen. Honden
zijn leuk maar een nadeel kan zijn, dat
er stront kan liggen. En helaas…….. Foekje trapt in zo’n kakje. Jammer!!
Iets verderop lopen we langs een sokkel waar, zo lijkt het, een standbeeld is afgesloopt. Gelukkig is Hein bereid om als remplaçant te fungeren. Achteraf blijkt het hier niet te gaan om een lege sokkel, maar om een markeringssteen in het landschap.
De eerste stop is een broodjesstop. Foekje slaat deze stop
over. Het ontbijt was zo copieus dat er nog geen nieuwe brandstof dient te
worden ingenomen. We wandelen langs de Bismarckturm die ook wel ‘IJzeren Anton’
wordt genoemd. Het is een 9,5 meter hoge ijzeren uitkijktoren die in 1895 is
gebouwd. Natuurlijk willen we met z’n allen even naar boven. Op het platform trakteert
Hein op stroopwafels. Die van Foekje mag er zijn, het blijkt een dubbele
stroopwafel te zijn. De wafels zijn door een dikke laag stroop aan elkaar geplakt.
Onder het motto “wie wat bewaart heeft wat” eet Foekje een helft op en
bewaart de andere helft. Voor slechtere tijden zullen we maar zeggen.
De tweede stop is een koffiestop op een bankje met een
prachtig uitzicht. Jan en Hein hebben daarvoor wel eerst de zware massieve bank
op z’n plaats teruggezet. Hotze en Jan speculeren over het stevige autogeraas
wat wel hoorbaar is, maar waarvoor visueel geen ondersteunende verklaring voor te
geven is. We zouden hier uren kunnen zitten, maar dat zit er vandaag helaas
even niet in.
Meteen na de koffie gaat de tocht via een lange trap naar
beneden. Foekje heeft last van opstartproblemen waardoor ze, als het ware verstijfd, naar beneden komt lopen. “GEEN FOTO’s”, bijt ze de fotograaf van
dienst toe. Jan doet dat stiekem wel en terugkijkend lijkt het of er een oude
vrouw naar beneden strompelt…. Het is een gelukje te noemen dat
Foekje haar spierpijn er snel weer uitloopt.
De hoge temperatuur vraagt van ons. Omdat we significant
meer zweten, moet er natuurlijk meer worden gedronken. Ook ons
uithoudingsvermogen heeft onder de warmte te lijden.
Onze derde stop is een thee-stop onder een boom op een
kruising. We zien fietsers, wandelaars en ruiters met paarden. Een prachtig
pauzeplaatsje. Onder de bomen waait een koel windje. De spieren kunnen nu even
afkoelen.
Een paar kilometer verder, als we een dal in wandelen zien
we het dorpje Oerlinghausen al op de heuvelwand liggen. Het pad gaat nu nog
neerwaarts, maar als we Oerlinghausen bereiken moet er weer stevig worden
geklommen. De weggetjes in het dorp zijn vele percentages hoog en ook moeten we
een lange trap nemen om boven te geraken. Achter de oude Joodse begraafplaats
pauzeren we kort. Op het groene veldje staat een heerlijke zit/ligbank met een
geweldig mooi uitzicht. Zo’n bank zouden we in Grou aan It Roer ook wel willen
hebben. Omdat we een moment kunnen zitten, is de druk even van de spieren.
Je zult hier maar wonen. Dat wil toch niemand? |
We zijn er nog niet. Na dit korte intermezzo stappen we weer op.
De weg gaat nog steeds cresendo omhoog. We lopen langs de ‘Kumsttonne’, de
resten van een windmolen, en passeren ook de resten van een kapel en een soort
mausoleum voor gevallenen uit WO I.
Een fietser vraagt ons of we een rol duck tape willen
overhandigen aan een jonge wandelaar met een geel t-shirt. De jongeman is het
rolletje tape en zijn zonnebril verloren en is er nu naarstig naar op zoek;
zodoende lopen we hem tegemoet. De backpacker is blij met de tape, maar had
liever gezien dat we zijn bril hadden gevonden… Helaas moeten we hem daarin
teleurstellen.
We moeten, om bij de finishauto uit te komen, de gebaande
Hermannsweg verlaten en buigen af van de route. Het gaat nu alleen nog maar
naar beneden. Via een donker bos en een steil aflopend bladerenpad komen we
weer bij het natuurvriendenhuis en uiteindelijk de finishauto uit. Tineke moet
nog even een plasje plegen en gaat daarbij met haar bips in de brandnetels
zitten. Ze is druk in de weer met Brede Weegbreebladeren om de jeuk te
minimaliseren. Hotze wil zijn wandelstok achter in de auto leggen, maar door de
vele bagage lukt hem dat niet. “Myn stok koe wol groeid wêze”, stelt hij vast.
Maar uiteindelijk lukt het hem toch.
Hotze stapt in de auto. De passagiersstoel voorin is bij de
finishauto altijd zijn plek. Hij trekt het portier dicht. Dan schreeuwt Foekje
het plotseling uit van de pijn. Ze heeft de vinger tussen de deur gekregen. Hoewel
pijnlijk, valt de schade achteraf gelukkig mee. De pijnlijkheid verdwijnt
gaandeweg de tijd.
------------------
Toen we vanochtend met de startauto terug naar Bielefeld
reden, is het Tineke opgevallen dat er op de kruising in Oerlinghausen een
restaurant zit. Hebben ze daar ook schnitzels? Bij navraag blijkt dit het geval
te zijn en even later zitten we op het kleine terras voor het eveneens kleine restaurant
aan vier dikke bier (Hein zal rijden, dus die drinkt een frisje) en worden korte
tijd later heerlijke lappen vlees in de vorm van schnitzels geserveerd. Voor
het restaurantje, annex “Bundeskegelbahn” staat een knots van een kastanjeboom.
Zou de naam van het restaurant hieraan zijn ontleend? (Unter den Kastanien).
Bij terugkeer bij het hotel in Bielefeld, worden de nodige
spullen van de ene in de andere auto overgeladen. Hein, Foekje en Jan gaan
terug naar Grou; Hotze en Tineke blijven nog een dagje langer op camping “Auf
den Johannisberg”.
Veel meer foto's van deze prachtige wandeltocht krijg je door deze LINK aan te klikken.