zondag 27 augustus 2017

Bielefeld - Oerlinghausen (17K)

Jan zet meteen na het wakker worden een kan koffie en een kan theewater. Vervolgens genieten diegenen die voor een hotelovernachting hebben gekozen van een heerlijk uitgebreid ontbijt. Als Jan en Foekje bij de finishplaats arriveren staan Hotze, Tineke en Hein al te wachten. In Oerlinghausen parkeren we op een parkeerterreintje vlakbij een natuurvriendenhuis. Jan en Foekje stappen in de rode Ford en we rijden met z’n allen terug naar de start op het parkeerterrein bij het Mercurehotel in Bielefeld. Daar is het eerst tijd voor koffie en koek met een prachtig uitzicht over een deel van de stad Bielefeld. Voor wie ze nog niet droeg; de wandelschoenen worden weer aangetrokken en stevig geveterd.
Een mooi uitzicht voor bij een kopje koffie
We gaan op pad. Allereerst lopen we langs het grauwe en grijze hotel. Vroeger stond op dezelfde plaats een prachtig jachtslot, maar dat is in de oorlog platgebombardeerd. De omgeving rondom was en is nog steeds prachtig met statige huizen. We beginnen de tocht met een sterke afdaling naar het centrum van Bielefeld. Als we onder een viaduct doorlopen, rijdt er op dat moment een goederentrein overheen. Wat een lawaai.
De torens van de grote kerk in Bielefeld
Langs het parcours door de stad staan mooie gebouwen. Zo komen we langs het stadsgymnasium en de kerk met de twee spitse torens. Na een oversteek over een drukke weg klimmen we richting de burcht Ravensburg. En het is een klimmetje van de eerste categorie; een echt kuitenbijtertje. Op de weg die naar de burcht leidt staat een auto met een woord op de kentekenplaat waar Hotze en Jan wel oren naar hebben. En ook het gewenste aantal klopt precies. 
.....ook het gewenste aantal klopt precies
We aanschouwen de burcht van de buitenkant. Immers we hebben geen tijd om lang te dralen. Het wordt vandaag weer een warme dag en de wandeling is berekend op dik zeventien kilometers.
Het eerstvolgende stuk van de route is zonder al teveel hoogteverschillen. We komen veel fietsers, joggers en mensen die hun honden uitlaten tegen. Honden zijn leuk maar een nadeel kan zijn, dat er stront kan liggen. En helaas…….. Foekje trapt in zo’n kakje. Jammer!!

Iets verderop lopen we langs een sokkel waar, zo lijkt het, een standbeeld is afgesloopt. Gelukkig is Hein bereid om als remplaçant te fungeren. Achteraf blijkt het hier niet te gaan om een lege sokkel, maar om een markeringssteen in het landschap. 
Eigenlijk best wel een tegenvallend standbeeld; bovendien het beweegt....
De eerste stop is een broodjesstop. Foekje slaat deze stop over. Het ontbijt was zo copieus dat er nog geen nieuwe brandstof dient te worden ingenomen. We wandelen langs de Bismarckturm die ook wel ‘IJzeren Anton’ wordt genoemd. Het is een 9,5 meter hoge ijzeren uitkijktoren die in 1895 is gebouwd. Natuurlijk willen we met z’n allen even naar boven. Op het platform trakteert Hein op stroopwafels. Die van Foekje mag er zijn, het blijkt een dubbele stroopwafel te zijn. De wafels zijn door een dikke laag stroop aan elkaar geplakt. Onder het motto “wie wat bewaart heeft wat” eet Foekje een helft op en bewaart de andere helft. Voor slechtere tijden zullen we maar zeggen.
1895; Bismrackturm
De tweede stop is een koffiestop op een bankje met een prachtig uitzicht. Jan en Hein hebben daarvoor wel eerst de zware massieve bank op z’n plaats teruggezet. Hotze en Jan speculeren over het stevige autogeraas wat wel hoorbaar is, maar waarvoor visueel geen ondersteunende verklaring voor te geven is. We zouden hier uren kunnen zitten, maar dat zit er vandaag helaas even niet in.
Meteen na de koffie gaat de tocht via een lange trap naar beneden. Foekje heeft last van opstartproblemen waardoor ze, als het ware verstijfd, naar beneden komt lopen. “GEEN FOTO’s”, bijt ze de fotograaf van dienst toe. Jan doet dat stiekem wel en terugkijkend lijkt het of er een oude vrouw naar beneden strompelt…. Het is een gelukje te noemen dat Foekje haar spierpijn er snel weer uitloopt. 
Het pad is zooo steil dat het verboden is om met de fiets te trap af te rijden
De hoge temperatuur vraagt van ons. Omdat we significant meer zweten, moet er natuurlijk meer worden gedronken. Ook ons uithoudingsvermogen heeft onder de warmte te lijden.
Onze derde stop is een thee-stop onder een boom op een kruising. We zien fietsers, wandelaars en ruiters met paarden. Een prachtig pauzeplaatsje. Onder de bomen waait een koel windje. De spieren kunnen nu even afkoelen.
Een paar kilometer verder, als we een dal in wandelen zien we het dorpje Oerlinghausen al op de heuvelwand liggen. Het pad gaat nu nog neerwaarts, maar als we Oerlinghausen bereiken moet er weer stevig worden geklommen. De weggetjes in het dorp zijn vele percentages hoog en ook moeten we een lange trap nemen om boven te geraken. Achter de oude Joodse begraafplaats pauzeren we kort. Op het groene veldje staat een heerlijke zit/ligbank met een geweldig mooi uitzicht. Zo’n bank zouden we in Grou aan It Roer ook wel willen hebben. Omdat we een moment kunnen zitten, is de druk even van de spieren.
Je zult hier maar wonen. Dat wil toch niemand?
We zijn er nog niet. Na dit korte intermezzo stappen we weer op. De weg gaat nog steeds cresendo omhoog. We lopen langs de ‘Kumsttonne’, de resten van een windmolen, en passeren ook de resten van een kapel en een soort mausoleum voor gevallenen uit WO I.
Een fietser vraagt ons of we een rol duck tape willen overhandigen aan een jonge wandelaar met een geel t-shirt. De jongeman is het rolletje tape en zijn zonnebril verloren en is er nu naarstig naar op zoek; zodoende lopen we hem tegemoet. De backpacker is blij met de tape, maar had liever gezien dat we zijn bril hadden gevonden… Helaas moeten we hem daarin teleurstellen.
Het mausoleum voor gevallenen uit WO I
We moeten, om bij de finishauto uit te komen, de gebaande Hermannsweg verlaten en buigen af van de route. Het gaat nu alleen nog maar naar beneden. Via een donker bos en een steil aflopend bladerenpad komen we weer bij het natuurvriendenhuis en uiteindelijk de finishauto uit. Tineke moet nog even een plasje plegen en gaat daarbij met haar bips in de brandnetels zitten. Ze is druk in de weer met Brede Weegbreebladeren om de jeuk te minimaliseren. Hotze wil zijn wandelstok achter in de auto leggen, maar door de vele bagage lukt hem dat niet. “Myn stok koe wol groeid wêze”, stelt hij vast. Maar uiteindelijk lukt het hem toch.
Hotze stapt in de auto. De passagiersstoel voorin is bij de finishauto altijd zijn plek. Hij trekt het portier dicht. Dan schreeuwt Foekje het plotseling uit van de pijn. Ze heeft de vinger tussen de deur gekregen. Hoewel pijnlijk, valt de schade achteraf gelukkig mee. De pijnlijkheid verdwijnt gaandeweg de tijd.
------------------

Toen we vanochtend met de startauto terug naar Bielefeld reden, is het Tineke opgevallen dat er op de kruising in Oerlinghausen een restaurant zit. Hebben ze daar ook schnitzels? Bij navraag blijkt dit het geval te zijn en even later zitten we op het kleine terras voor het eveneens kleine restaurant aan vier dikke bier (Hein zal rijden, dus die drinkt een frisje) en worden korte tijd later heerlijke lappen vlees in de vorm van schnitzels geserveerd. Voor het restaurantje, annex “Bundeskegelbahn” staat een knots van een kastanjeboom. Zou de naam van het restaurant hieraan zijn ontleend? (Unter den Kastanien).

Bij terugkeer bij het hotel in Bielefeld, worden de nodige spullen van de ene in de andere auto overgeladen. Hein, Foekje en Jan gaan terug naar Grou; Hotze en Tineke blijven nog een dagje langer op camping “Auf den Johannisberg”.

Wat moeten we er nog aan toevoegen. Vandaag was het alweer een mooie tocht.

Veel meer foto's van deze prachtige wandeltocht krijg je door deze LINK aan te klikken.


Geen opmerkingen: