Het is stralend weer als we net na negen uur de oprit afrijden.
Via allerlei leuke weggetjes bereiken we na een dik half uur de finishplaats
van vandaag. Meteen bij aankomst komt Tineke haar thermoskan voor het licht. Reden?
Bij de startauto, waar we normaliter ons koffietje drinken, is het qua
natuurschoon veel minder interessant. Het smakelijke hete brouwsel vindt gretig
aftrek bij het wandelgezelschap, waarvan een aantal het ter plaatse aanwezige
bankje bevolkt. Tineke haar home made baksels gaan er letterlijk en figuurlijk
in als koek. En hoewel de wandeling nog niet is begonnen zit de stemming er
meteen al weer goed in. We hebben er zin in.
Te koud of te warm
In Steenwijk-west wordt de startauto, op dezelfde plek als
waar vorige keer de finishauto stond, geparkeerd. Het is nog even een gedoe
rond de kleding van de dames. Wordt het te warm of blijft het te koud. Na kort
beraad en krachtige aanwijzingen van de heren is het dan zover om te
vertrekken. Het is kwart over tien. We wandelen de trap van het talud bij de
brug af. Het is een moddertrap met hele grote treden. De spieren, die nog koud
zijn, worden meteen lekker opgerekt. We slaan de warming-up vandaag maar over.
We lopen langs de vijf vingerige boom |
We passeren de jachthaven van Steenwijk. Het is er druk. De
bootjesmensen hebben gezamenlijk een grote kraan gehuurd waarmee de, tijdens de
winterperiode op de wallekant gestalde, boten in het koude water worden getild.
We blijven even staan kijken; je weet maar nooit. In het tv-programma ‘the
funiest home videos’ zie je nog wel eens een filmpje over hoe een boot in een
dergelijke actie uit de lucht valt. Maar hoe we, met de camera’s in de hand,
ook blijven staan wachten; vandaag laat een vliegende boot zich niet op beeld
vastleggen.
Rams Woerthe
Via het Rams Woerthe Park wandelen we naar het centrum van
de stad. Het park dat in 1899 is aangelegd is 10 hectare groot en ronduit
prachtig. De as ervan wordt
gevormd door een lange slingerende vijver die parallel loopt aan de oude,
tegenwoordig afgedamde, Steenwijker
Aa. Er groeien circa 45
verschillende soorten bomen
en heesters. Aan de stadskant van het park, bij Vila Rams Woerthe is een hertenkamp aangelegd waarin vele damherten op de
schrale grond hun kostje bij elkaar proberen te schrapen. Gelukkig worden de
dieren door de plaatselijke bevolking bijgevoerd. Op borden langs het hek wordt
expliciet aangegeven wat wel en wat niet aan de dieren mag en kan worden
aangeboden.
Het is nog te vroeg voor koffie, anders hadden we hier wel een bakkie kunnen drinken |
Niet duur: 90.000 gulden |
Als sluitstuk
van het park staat Villa Rams Woerthe, gebouwd in 1899 in Art Nouveau-stijl
(Jugendstil) en ontworpen door architect A.L. van Gendt (ook bekend van het
Concertgebouw in Amsterdam). Opdrachtgever was industrieel en filantroop Jan
Hendrik Tromp Meesters, die er zelf maar negen jaar in heeft gewoond. In 1908
overlijdt hij op 53 jarige leeftijd. Zijn weduwe wil er niet blijven wonen en
verkoopt het pand in 1917 voor 90.000 gulden aan de gemeente Steenwijk.
Oude stad
We slaan links
af, passeren de vestingwallen en wandelen de oude binnenstad in. Steenwijk
bestaat als sinds de 8e eeuw. In het jaar 1327 werden haar
stadsrechten bevestigd door de Bisschop van Utrecht, maar het vermoeden bestaat
dat Steenwijk in de 13e eeuw al stadsrechten had. Dat was namelijk
toen de stad werd voorzien van haar eerste omwalling. Het nauwe straatje waar
we doorheen lopen heeft vele leuke winkeltjes, waar we maar moeilijk aan
voorbij komen. Er is in elk geval veel vrouwelijke belangstelling voor de in de
etalages getoonde waar. De markt van Steenwijk, het centrum van de stad, is
omzoomd door mooie oude panden, maar door de wekelijkse opstelling van
marktkramen wordt ons het uitzicht erop deels verborgen gehouden. Het is
gezellig druk en de terrasjes aan de zonzijde van het plein zijn op dit vroege
uur al redelijk goed gevuld. We lopen aan Bakker Bart voorbij waar Jan en
Foekje hun eerste pauze hielden toen ze met de fiets op weg waren naar
Gibraltar. Het moet gezegd dat het toen behoorlijk kouder was.
Station Steenwijk; denkt u bij het uitstappen om uw bagage........ |
Achter de grote
Sint Clemenskerk (1409) langs lopen we naar het NS-station. Deze kerk behoort,
met zijn 87 meter tot de hoogste van Nederland. Bij het station wordt
uitgekeken naar een openbaar toilet, maar deze voorziening ontbreekt. De
toilettaire noden zullen tot buiten de stad moeten worden uitgesteld. We
gebruiken de nieuwe loopbrug over het spoor om tot aan de andere kant te
geraken, hierdoor wijken we kort van de vastgelegde route af. We wandelen langs
de uitvalsweg richting A32. Tineke en Hein lopen onder het motto ‘als de nood
het hoogst is’ met enige voorsprong onder het viaduct de stad uit;
Seniorenbankje
Na een kort
stukje tegen de nog wat frisse noordoostenwind in komen we in het bos. De bomen
en struiken hebben nagenoeg nog geen bladeren, maar toch beschermt de
kwantiteit aan begroeiing ons tegen de wind. Het is zelfs aangenaam in het bos.
Bij een bankje, dat we vanwege zijn hoge opstelling het seniorenbankje noemen,
ontdoen we ons van de ons teveel opwarmende kledingstukken en eten we en-passant
ook maar even een broodje. De grond rondom de bank is vergeven van bosmieren.
Om de rugzakken niet door de krioelende meute te laten wegslepen hangt Jan die
van hem en Foekje in een boom; heeft ‘ie
vroeger bij de padvinderij geleerd.
Het is een knappe mier die bij deze rugzakken kan komen |
In het water
van het veengebiedje voor ons krioelt het van jonge salamanders. Jan, die de
kleine reptielen eens van dichtbij wil bekijken, stapt met 1 voet op een boven
het water uitstekende graspol. Door zijn gewicht zakt de pol weg en staat hij
plotseling met zijn maat 44 in het water. Een ‘kletspoot’ natuurlijk. Snel
trekt hij de voet terug maar kan niet voorkomen dat het water over de schoen
heen naar binnen stroomt. Tja, het helpt natuurlijk niet als je waterdichte
schoenen draagt en het water eroverheen loopt.
De Woldberg
Langzaam
wandelen we de Woldberg op waarvan de flanken zijn begroeid met beukenbomen.
Het ontkiemende blad van de beuken is fragiel van structuur en zacht groen van
kleur. Door de boven de aarde liggende boomwortels is het zaak goed voor je te
kijken. De Woldberg is een 26 meter hoge heuvel. Het vormt de noordelijkste
punt van een stuwwallencomplex waartoe
ook de Havelterberg behoort. Deze stuwwal is ontstaan tijdens de laatste
ijstijd het Saalien, doordat de gletsjers grote hoeveelheden grond voor zich
uit schoven. Het Saalien heerste tussen 238 en 126 kiloannum geleden.
Behoorlijk gedateerde grond dus.
Het is wel degelijk goed uitkijken met die boomwortels |
Op en in de
buurt van de Woldberg zijn veel zandpaden in de tweede oorlog verhard. Het puin
wat men hiervoor heeft gebruikt is afkomstig uit Rotterdam en is het product
van het Duitse bombardement dat, als represaille voor het niet willen
capituleren, werd uitgevoerd. Tonnen van dat puin is hier gestort.
Toch nog een verdwaalde wandelaar |
Na de Woldberg
wandelen we door afwisselend bos- en veengebied met zo nu en dan een door bomen
omrand weiland. Het valt ons op hoe rustig het is. We verbazen ons erover dat
op zulke mooie dagen als vandaag, er niet meer wandelaars onderweg zijn.
Gelukkig voor ons natuurlijk, maar toch best apart.
"De Koepel" van de Bisschop van Utrecht |
De Koepel
Het landschap
is licht glooiend. Net na de vakantiehuisjes van park Fredeshiem lopen we langs
het mooie boerderijtje ‘De Koepel’. Het gebouwtje heeft een torentje met daarom
een spits rieten kegeldak. Zo’n 400 jaar geleden heeft de Bisschop van Utrecht
dit buiten laten bouwen. De beste man hield van rust en het buiten zijn. Als we
rond kijken begrijpen we zijn keuze. Ooit schijnt hier de bekende Nederlandse
schaatsster Stien Baas-Kaiser gewoond te hebben. Onze fototoestelletjes draaien
even overuren.
Kort na De
Koepel komen we op een zeer heuvelachtig heideterrein; het Eeserveld. Dit
gebied wordt gekenmerkt door zijn vele grafheuvels. We lopen er als het ware omheen
en houden de doden aan onze rechterhand. De graven zijn prehistorisch
gedateerd.
Via een semi
verhard pad komen we aan bij de Huis De Eese. In 1923 kocht de toenmalige
minister van buitenlandse zaken Van Karnebeek het landgoed, dat nog altijd in
het bezit van de familie is.
We wandelen als
een hele poos over het landgoed want dat deel wat nu nog in het bezit van de
Van Karnebeeks is bestaat voor 440 ha uit bos en 360 ha uit landbouwgrond. Op
het landgoed ligt een oud slot dat omgracht is en waarop het jaartal 1619 is
vermeld; al is de eerste datering aanzienlijk vroeger. Andere bijzondere
gebouwen zijn het oude landhuis en de grote schuur. Zij vormen samen de bebouwde
kern van het landgoed. Het landgoed is opengesteld voor het publiek, het oude
slot niet.
Aardappel in de keel
Het wandelpad
loopt vlak voor het landhuis langs. Op de brede oprijlaan loopt een hond, een
Bordercollie, met een tak in zijn bek. Je kunt zien dat het beestje oud is want
hij is al behoorlijk grijs op zijn snuit. Jan gooit de stok een paar keer weg,
waarop de oude hond in zijn tempo de tak apporteert. Plotseling komt een man
het terrein aflopen die de hond met een paar krachtige woorden dwingt het
terrein weer op te lopen. De man, waarschijnlijk een nazaat van minister Van
Karnebeek, spreekt met een tongval zoals je die van de adel in ons land weet te
herinneren. De aardappel ligt ver achter in het keelgat. De manier van zijn
handelen zijn van het niveau snoeverij. ‘Le peuple’, het volk, wordt hier
terplekke van de adel gescheiden.
Als we een
zijlaan aflopen worden we gepasseerd door een nieuwe Jaguar Stationcar. De
jonkheer bezoekt zijn vazallen in de grote schuur die aan de overkant van de
weg staat. We zijn het er met zijn allen over eens dat het woord ‘snob’ hier
zeker op zijn plaats is.
Huis Eese |
Bij de grote
rode schuur zoeken we een plekje uit de wind om even te pauzeren. De koffie en
broodjes worden met smaak geconsumeerd. Even het lichaamsgewicht van je benen
halen; even rust. De warme zon zorgt ervoor dat onze benen lekker warm blijven;
een weldaad voor de mens.
Na een klein
half uur maken we weer ‘risselaasje’ om verder te gaan. Hotze en Jan lopen nog
een paar keer voor de staldeuren langs in de hoop dat de videocamera boven de
deur hen registreert. Maar dan zetten we af, in oostelijke richting. Overal in
deze omgeving wordt ons bij huizen en andere gebouwen de toegang ontzegd door
de boodschap ‘strikt privé, verboden toegang, artikel 461 WvSR ’. Op zich wel
leuk bedacht, maar het is niet helemaal duidelijk welke meerwaarde de
toevoeging van het woord ‘strikt’ aan het verbod geeft. Verboden is verboden,
toch?
We wandelen
rond een terrein, waaromheen vele bordjes met dit soort waarschuwingen staan.
Er wordt iets gebouwd. Vanwege de hoge hekken die eromheen zijn geplaatst is
het niet waar te nemen wat er wordt gebouwd. Jan oppert dat het wel eens een
nieuw vervallen kasteel kon worden.
Geen wandelaar en (nog) geen addertje te bekennen |
Addertje onder het gras
Ook op dit deel
van de route ondervinden we geen hinder van medewandelaars. In geen velden en
wegen zijn medelandgenoten te bekennen. Rondom ons fluiten vogeltjes het
hoogste lied. Op het pad rond een heidegebiedje worden we opgeschrikt door een
adder die vlak voor ons langs het pad oversteekt. En hoewel het beest zeker
niet langer is dan een centimeter of 80, roept de verschijning ervan respect
op. Het veelkleurige reptiel verdwijnt even snel als het tevoorschijn is
gekomen. Jan zijn inspanningen om het dier in een andere richting te laten
kruipen sorteren niet het beoogde effect. Het addertje verdwijnt in het gras.
Goed naar de grond blijven kijken of er nog niet een slang oversteekt |
Na deze toch
enigszins schrikbarende encounter geven we extra aandacht aan de situatie op de
grond voor ons. Je wilt niet op een adder gaan staan, laat staan dat je er door
wordt gebeten. Het pad gaat de vlakte weer op. Aan de ene kant trekt een
zware Caterpillar een ploeg door de
gortdroge grond; een wolk van zanddeeltjes achter zich opwerpend. Aan de andere
kant staat in een heideveldje een eenzaam schaap met een bijzonder klein
lammetje. Fotogeniek, dat wel. Maar als je je grote Canon niet bij je hebt
blijven het stipjes aan de horizon.
...een zware Caterpillar trekt een ploeg door de gortdroge grond... |
Zwemslang
Plotseling
ritselt voor ons wederom een slang over het pad. Het is nu een ringslang. Het
beestje is circa 60 centimeter lang en heeft, zoals de naam al aangeeft, een
ring achter zijn kop. Het reptiel schrikt van onze aanwezigheid en maakt
plotseling een omtrekkende beweging maar ziet daarbij Tineke over het hoofd. De
onverwachte move van de slang dwingt Tineke een sprong in de lucht te maken. De
slang rolt het talud af richting de sloot en zwemt in ijltempo naar de
overkant. We hebben nooit geweten dat slangen zo goed konden zwemmen. We kijken
het beest na hoe hij aan de overkant weer bij de wal opkruipt en in het hoge
gras verdwijnt.
We wandelen
verder. En net op het moment dat we van de schrik zijn bekomen dient de
volgende slang zich alweer aan. Dit keer is het een slangetje van ongeveer 40
centimeter; weer een ringslang. Ook dit reptieltje zoekt snel een veilig
heenkomen.
Vorig jaar
hebben we honderden kilometers gewandeld. Ook toen zijn we vaak over
heidevelden gelopen, maar nimmer is ons een slang, van welke soort dan ook, het
pad gekruist. En nu, vandaag, op 1 dag, zomaar 3 stuks. Dat we dat nog mogen
meemaken. De heerlijkheid Eese is een heerlijkheid voor slangen.
Hotze onderwerpt de 'tichtset' aan een grondige inspectie |
Theetje drinken
We lopen nog
door een klein bosje waarna we de oversteek naar de auto maken. Het laatste
stuk was zo enerverend dat we er niet meer aan toe zijn gekomen om onze thee te
drinken. Ook zijn we geen picknickbankjes meer tegengekomen. Bovendien waren
een aantal van ons gezelschap, na al het slangengebeuren, er niet zozeer meer
op gebrand om in de natuur te bivakkeren. Bij de auto, op hetzelfde bankje als
vanochtend, drinken we thee en eten we de laatste koekjes.
De finishauto
staat nog netjes bij de brug in Steenwijk. Via de A32 rijden we terug naar
Grou. Het is nog steeds zonnig. Omdat de wind in het noordoosten zit is het
voor de garages tussen de nummers 7 en 9 nog best vertoeven. Om deze geweldige
dag te vieren drinken we op de oprit nog een paar biertjes. We blikken terug op
de wandeling van vandaag en stellen vast dat er in Nederland nog best heel veel
leuks te zien is; en zo dichtbij…….