zondag 5 april 2015

Driewegsluis – Steenwijk (16 kilometer)

Eerste paasdag moet een mooie wandeldag worden. De weersvooruitzichten zijn veelbelovend. Piet heeft zonnig weer voorspeld met maar weinig wind en geen regen. En dat Piet Paulusma geen regen heeft voorspeld mag een unicum heten. Meestal bevat het weerbericht van deze, van oorsprong Herbaijumer, regen, wind, zon en droge perioden. Het is voor de toehoorder de taak om één van deze predicties bij het weer van dat moment te zoeken. Maar vandaag is het zonnig; hebben we middag temperaturen tussen 12:00 en 18:00 uur en is er overdag geen sprake van nachtvorst. Bedankt Piet!

De laatste van de drie etappes van het Ferdinand Domela Nieuwenhuispad is aan de beurt om bewandeld te worden. Dit FDN-pad is een extensie van 3 wandelingen aan het Friese Woudenpad en is in totaliteit 35 kilometers lang. De tocht van vandaag voert ons van de Driewegsluis bij Nijetrijne naar de westelijke rand van het stadje Steenwijk.

Paasontbijt
Maar…… zoals gezegd is het eerste Paasdag. En dat vraagt om een paasontbijtje. Om half negen schuiven Hein, Hotze en Tineke bij Foekje en Jan aan aan een ontbijt met gekookte eieren en gebakken broodjes in de vorm van paashazen. De boter wordt in de vorm van een lammetje geserveerd en wordt door het opsmeren in rap tempo geofferd. We nemen de tijd voor het ontbijt waardoor we pas tegen half tien in de auto’s stappen om naar het eindpunt van de wandelroute van vandaag te rijden.
Eerst even met een kopje koffie in het zonnetje
Nadat we de finishauto aan de westelijke rondweg van Steenwijk hebben geparkeerd rijden we naar de startplek; het parkeerterrein bij Driewegsluis. In de beschutting van het servicegebouwtje bij de jachthaven drinken we, zittend op Foekje haar plaid, Tineke haar lekkere koffie. Een kleine dissonant is dat de afvalbakken van de jachthaven hier ook staan, maar het is er wel heerlijk warm. De zon schijnt volop en zorgt er voor dat de koffie in de bekertjes maar mondjesmaat afkoelt. Er liggen zoveel glassplinters dat de zon van twee zijden op ons schijnt. De glassplinters op straat weerkaatst het zonlicht. Hadden we nu maar een zonnebril mee. Maar als je je kop om de hoek van het gebouw steekt en de frisse noordenwind zich laat gelden, vragen we ons af of we er verstandig aan doen om te starten, of dat we ons hier beter kunnen ‘neergeven’. De temperatuurmeter van de auto gaf, toen we hier naartoe reden maar 7 graden aan.

Sluisdeuren
We starten toch. Dikke jassen en truien worden aangetrokken om de koude te kunnen weerstaan. En daar gaan we weer. Meteen hebben we een kleine hindernis te nemen. Het zijn twee sluisdeuren die de schutkolk van de Driewegsluis gescheiden houden van  de rivier de Linde. Omdat de sluisdeuren gesloten zijn is het wandelpad, dat eroverheen loopt, open.
Gesloten sluisdeuren maken een wandelbruggetje
Via een verhard fiets- casus quo wandelpad lopen we, met de wind in de rug en de kop in de zon, in zuidelijke richting. Het landschap is open en biedt ons daardoor prachtige vergezichten. Het valt ons op dat er weinig weidevogels zijn. Nergens horen we het melodieuze geroep van de kieviet, laat staan het hartverscheurende gekrijs van de rosse grutto.
Tineke: "Doe je nieuwe fototoestel maar snel in het hoesje,Hein".
Kan het ruimtelijker?
In een weilandje bij een boerderij staan een paar Shetlanders. Maar in welke taal de wandeldames ze ook aanspreken, ze zetten geen bek op het aangeboden groene gras. En op het moment dat Jan een foto van het tweetal wil maken draaien ze hem hun kont toe. De Shetlanders; welteverstaan. 

Oldemarkt
Na een paar kilometer arriveren we in de ‘outskirts’ van het plaatsje Oldemarkt. We nemen er even de tijd om wat kledingstukken uit te trekken. Met de wind in de rug en een volle zon in het gezicht is het toch warmer dan dat we eerst dachten. Vlakbij waar we ons verkleedpartijtje houden is een groot terrein waarop veel verschillende oude machines die de boeren vroeger gebruikten zijn uitgestald. Hotze vindt er een oude maaimachine waarmee zijn vader vroeger het gras maaide. Het toestel is in een vervallen staat, maar hij weet de leken onder ons de werking ervan duidelijk te maken. Waarschijnlijk heeft de eigenaar van het terrein het niet zo bedoeld, maar we ervaren de uitstalling als een soort openluchttentoonstelling waarvoor we niet hoeven te betalen. Aan het einde van het terrein staan nog een paar oude tractoren, waar ook nog de nodige kiekjes van worden geschoten.
Er valt nog wel iets van deze maaimachine te maken
De naam Oldemarkt wordt voor het eerst in 1336 in de geschiedenisboeken genoemd (Dodovene). Het heeft in de dorpskern nog een paar oude gebouwen die verwijzen naar de handelsrijke geschiedenis. Handel, verkeer en bedrijvigheid zorgden voor de bloei van Oldemarkt, met name de botermarkt (Lambertusmarkt) en de biggenmarkt. De Lambertusmarkt wordt nog jaarlijks gehouden en trekt duizenden bezoekers.
Het veerhuis bij de haven in Oldemarkt
Een wandelaar zoekt steun bij een lantaarnpaal

IJsco
In het dorp loopt de temperatuur, door de beschuttende karakter van de gebouwen, behoorlijk op. Bij een cafetaria staat een manshoge ijsco. “Wie heeft er zin in een ijsje?” Dat laat de groep zich niet twee keer vragen. Op het kniehoge hekwerk langs de weg zetten we ons te ruste om van de koude witte caloriebom te genieten.
Hotze: "Is dyn ijsco krekt like kâld as dy fan my?"
Om deze foto te maken heeft Jan zijn ijsje even naast Hotze neergezet. 

Ten zuiden van Oldemarkt komen we weer in een ietwat bossiger omgeving. Het landschap is licht glooiend en de weilanden worden omzoomd met rijke boomwallen. We wandelen over lange rechte singels waarlangs struiken de eerste tekenen van het voorjaar tonen. Hier en daar ontspruiten groene puntjes op het grijze hout. Niet dat het vandaag bijzonder warm is, maar de zonneschijn zal het groenwordingsproces zeker activeren.
Het is lente
Een aflopend zaakje
Als we een perceel bos uit wandelen staat er, als geroepen, een picknickbankje. Het is nog geen tijd voor koffie, maar de broodjes en koekjes vinden gretig aftrek. Het is er heerlijk vertoeven. Aan de noordkant van ons groeit een steeds groener wordend bos en als we in zuidelijke richting kijken zien we in de weilanden langzaam in het landschap wegzakken. Het is een aflopend zaakje in Oldemarkt.
Na een half uurtje steken we weer van wal.
"Denkend aan Holland zie ik brede kanalen traag door oneindig laagland gaan";
vrij naar het gedicht "Herinneringen aan Holland"van Hendrik Marsman
De landweggetjes waarover we wandelen zijn gelukkig rustig van autoverkeer.
We praten er onderweg met zijn allen over dat het wandeltempo vandaag bijzonder laag ligt. Maar er is zoveel te zien, te eten en te fotograferen. Geen wonder dus.
Na een paar kilometer over asfalt te hebben gelopen nemen we een afslag een zandpad op. Het moet gewoon weer even wennen dat we op zachte ondergrond lopen. En ook vanaf nu kunnen de wandelstokken weer worden gebruikt.
Aan het einde van de reed komen we bij het kanaal van Steenwijk naar Ossenzijl. Er is ter plekke een kleine zwemplek, maar gelet op de temperatuur en de redelijke frisse wind laten we het zwemmen maar even voor wat het is. Nog maar te zwijgen over de temperatuur van het water zelf.
Dit wordt een mooie foto........
Walbeschoeiing
En weer is het landschap veranderd. Het 13 kilometer lange kanaal bepaalt de omgeving. We wandelen langs het water naar het oosten, richting Steenwijk. Tineke hangt zo nu en dan op haar knieën zittend over de houten beschoeiing van de wallekant heen om, met het fototoestel zo laag mogelijk boven het water, foto’s te maken. Zo raakt ze soms behoorlijk achterop wat de rest van het wandelgezelschap noopt om zo nu en dan even halt te houden.
Oneindige weidsheid
Bij een ouderwetse hefbrug gaat het onverharde pad over in een geasfalteerd fietspad. De picknickbankjes zijn hier niet dik gezaaid zodat we in de luwte van een bomenrij bij een huis in de berm op de plaid een plekje zoeken. Nu staat er koffie en thee op de drankenlijst. Met daarbij heerlijke, door Tineke gebakken, koek. Jan oppert dat onze wandeltochten goed voor de beweging en conditie zijn, maar dat we er geen gewicht door kwijtraken.
We zitten langs het kanaal en we hebben zicht op een ophaalbrug. Er passeert een grote plezierboot waarvoor de brugdek even in verticale stand moet worden gezet. Niets hier wordt met de hand nog bediend tegenwoordig; alle bruggen hebben een detectiesysteem wat er voor zorgt dat de brug op tijd voor de pleziervaart open wordt gezet.
Eigenlijk is het in de berm best te vertoeven
....de watertoren van Steenwijkerwold torent boven de begroeiing uit
Nadat het plaid weer is opgerold wandelen we verder langs het kanaal. Links van ons is het zacht glooiende landschap zichtbaar terwijl aan de zuidelijke overkant van het kanaal de vlakte zich tot aan de Giethoornse veenplassen uitstrekt. De watertoren van Steenwijkerwold torent hoog boven de begroeiing uit.
We zijn Steenwijk tot op een steenworpafstand genaderd
We verlaten de relatieve rust van het platteland en wandelen bij Steenwijk de ventweg van de westelijke rondweg op. Voor de laatste keer steken we, op niveau, het kanaal over. Net na de brug hebben we vier uur eerder onze finishauto geparkeerd. Het zwarte vehikel staat in de volle zon te blinken. Jan heeft hem namelijk gisteren net gewassen.

Bakkie doen
In ‘ een poep en een scheet’ staan we weer op de parkeerplaats bij Driewegsluis. We hebben ons onderweg verlekkerd met een bezoekje aan het plaatselijke paviljoen, maar door het grote aantal auto’s, dat een stevige drukte in de taveerne verraad, besluiten we om naar huis te gaan en thuis nog een ‘bakkie’ te doen.
Wat offeren we eerst op; het lam of de haas?
Bij Jan en Foekje op de bar-set op het terras drinken we koffie. De door Foekje gebakken paashaas en paaslam worden heerlijk opgepeuzeld. We sluiten deze zonnige wandeldag af met een wijntje en een biertje (voor elk wat wils).