De laatste van de drie etappes van het Ferdinand Domela
Nieuwenhuispad is aan de beurt om bewandeld te worden. Dit FDN-pad is een
extensie van 3 wandelingen aan het Friese Woudenpad en is in totaliteit 35
kilometers lang. De tocht van vandaag voert ons van de Driewegsluis bij
Nijetrijne naar de westelijke rand van het stadje Steenwijk.
Paasontbijt
Maar…… zoals gezegd is het eerste Paasdag. En dat vraagt om
een paasontbijtje. Om half negen schuiven Hein, Hotze en Tineke bij Foekje en
Jan aan aan een ontbijt met gekookte eieren en gebakken broodjes in de vorm van
paashazen. De boter wordt in de vorm van een lammetje geserveerd en wordt door
het opsmeren in rap tempo geofferd. We nemen de tijd voor het ontbijt waardoor
we pas tegen half tien in de auto’s stappen om naar het eindpunt van de
wandelroute van vandaag te rijden.
Eerst even met een kopje koffie in het zonnetje |
Nadat we de finishauto aan de westelijke rondweg van
Steenwijk hebben geparkeerd rijden we naar de startplek; het parkeerterrein bij
Driewegsluis. In de beschutting van het servicegebouwtje bij de jachthaven
drinken we, zittend op Foekje haar plaid, Tineke haar lekkere koffie. Een
kleine dissonant is dat de afvalbakken van de jachthaven hier ook staan, maar
het is er wel heerlijk warm. De zon schijnt volop en zorgt er voor dat de
koffie in de bekertjes maar mondjesmaat afkoelt. Er liggen zoveel glassplinters
dat de zon van twee zijden op ons schijnt. De glassplinters op straat weerkaatst
het zonlicht. Hadden we nu maar een zonnebril mee. Maar als je je kop om de
hoek van het gebouw steekt en de frisse noordenwind zich laat gelden, vragen we
ons af of we er verstandig aan doen om te starten, of dat we ons hier beter
kunnen ‘neergeven’. De temperatuurmeter van de auto gaf, toen we hier naartoe
reden maar 7 graden aan.
Sluisdeuren
We starten toch. Dikke jassen en truien worden aangetrokken
om de koude te kunnen weerstaan. En daar gaan we weer. Meteen hebben we een
kleine hindernis te nemen. Het zijn twee sluisdeuren die de schutkolk van de
Driewegsluis gescheiden houden van de rivier
de Linde. Omdat de sluisdeuren gesloten zijn is het wandelpad, dat eroverheen
loopt, open.
Gesloten sluisdeuren maken een wandelbruggetje |
Via een verhard fiets- casus quo wandelpad lopen we, met de
wind in de rug en de kop in de zon, in zuidelijke richting. Het landschap is
open en biedt ons daardoor prachtige vergezichten. Het valt ons op dat er
weinig weidevogels zijn. Nergens horen we het melodieuze geroep van de kieviet,
laat staan het hartverscheurende gekrijs van de rosse grutto.
Tineke: "Doe je nieuwe fototoestel maar snel in het hoesje,Hein". |
Kan het ruimtelijker? |
In een weilandje bij een boerderij staan een paar
Shetlanders. Maar in welke taal de wandeldames ze ook aanspreken, ze zetten
geen bek op het aangeboden groene gras. En op het moment dat Jan een foto van
het tweetal wil maken draaien ze hem hun kont toe. De Shetlanders;
welteverstaan.
Oldemarkt
Na een paar kilometer arriveren we in de ‘outskirts’ van het
plaatsje Oldemarkt. We nemen er even de tijd om wat kledingstukken uit te
trekken. Met de wind in de rug en een volle zon in het gezicht is het toch
warmer dan dat we eerst dachten. Vlakbij waar we ons verkleedpartijtje houden
is een groot terrein waarop veel verschillende oude machines die de boeren
vroeger gebruikten zijn uitgestald. Hotze vindt er een oude maaimachine waarmee
zijn vader vroeger het gras maaide. Het toestel is in een vervallen staat, maar
hij weet de leken onder ons de werking ervan duidelijk te maken. Waarschijnlijk
heeft de eigenaar van het terrein het niet zo bedoeld, maar we ervaren de
uitstalling als een soort openluchttentoonstelling waarvoor we niet hoeven te
betalen. Aan het einde van het terrein staan nog een paar oude tractoren, waar ook
nog de nodige kiekjes van worden geschoten.
Er valt nog wel iets van deze maaimachine te maken |
De naam Oldemarkt wordt voor het eerst in 1336 in de
geschiedenisboeken genoemd (Dodovene). Het heeft in de dorpskern nog een paar
oude gebouwen die verwijzen naar de handelsrijke geschiedenis. Handel, verkeer
en bedrijvigheid zorgden voor de bloei van Oldemarkt, met name de botermarkt (Lambertusmarkt)
en de biggenmarkt. De Lambertusmarkt wordt nog jaarlijks gehouden en trekt
duizenden bezoekers.
Een wandelaar zoekt steun bij een lantaarnpaal |
IJsco
In het dorp loopt de temperatuur, door de beschuttende karakter
van de gebouwen, behoorlijk op. Bij een cafetaria staat een manshoge ijsco.
“Wie heeft er zin in een ijsje?” Dat laat de groep zich niet twee keer vragen.
Op het kniehoge hekwerk langs de weg zetten we ons te ruste om van de koude
witte caloriebom te genieten.
Om deze foto te maken heeft Jan zijn ijsje even naast Hotze neergezet. |
Ten zuiden van Oldemarkt komen we weer in een ietwat bossiger
omgeving. Het landschap is licht glooiend en de weilanden worden omzoomd met
rijke boomwallen. We wandelen over lange rechte singels waarlangs struiken de
eerste tekenen van het voorjaar tonen. Hier en daar ontspruiten groene puntjes
op het grijze hout. Niet dat het vandaag bijzonder warm is, maar de zonneschijn
zal het groenwordingsproces zeker activeren.
Het is lente |
Een aflopend zaakje
Als we een perceel bos uit wandelen staat er, als geroepen,
een picknickbankje. Het is nog geen tijd voor koffie, maar de broodjes en
koekjes vinden gretig aftrek. Het is er heerlijk vertoeven. Aan de noordkant
van ons groeit een steeds groener wordend bos en als we in zuidelijke richting
kijken zien we in de weilanden langzaam in het landschap wegzakken. Het is een
aflopend zaakje in Oldemarkt.
Na een half uurtje steken we weer van wal.
"Denkend aan Holland zie ik brede kanalen traag door oneindig laagland gaan"; vrij naar het gedicht "Herinneringen aan Holland"van Hendrik Marsman |
De landweggetjes waarover we wandelen zijn gelukkig rustig
van autoverkeer.
We praten er onderweg met zijn allen over dat het
wandeltempo vandaag bijzonder laag ligt. Maar er is zoveel te zien, te eten en
te fotograferen. Geen wonder dus.
Na een paar kilometer over asfalt te hebben gelopen nemen we
een afslag een zandpad op. Het moet gewoon weer even wennen dat we op zachte
ondergrond lopen. En ook vanaf nu kunnen de wandelstokken weer worden gebruikt.
Aan het einde van de reed komen we bij het kanaal van
Steenwijk naar Ossenzijl. Er is ter plekke een kleine zwemplek, maar gelet op
de temperatuur en de redelijke frisse wind laten we het zwemmen maar even voor
wat het is. Nog maar te zwijgen over de temperatuur van het water zelf.
Walbeschoeiing
En weer is het landschap veranderd. Het 13 kilometer lange kanaal
bepaalt de omgeving. We wandelen langs het water naar het oosten, richting
Steenwijk. Tineke hangt zo nu en dan op haar knieën zittend over de houten
beschoeiing van de wallekant heen om, met het fototoestel zo laag mogelijk
boven het water, foto’s te maken. Zo raakt ze soms behoorlijk achterop wat de
rest van het wandelgezelschap noopt om zo nu en dan even halt te houden.
Oneindige weidsheid |
Bij een ouderwetse hefbrug gaat het onverharde pad over in
een geasfalteerd fietspad. De picknickbankjes zijn hier niet dik gezaaid zodat
we in de luwte van een bomenrij bij een huis in de berm op de plaid een plekje
zoeken. Nu staat er koffie en thee op de drankenlijst. Met daarbij heerlijke,
door Tineke gebakken, koek. Jan oppert dat onze wandeltochten goed voor de
beweging en conditie zijn, maar dat we er geen gewicht door kwijtraken.
We zitten langs het kanaal en we hebben zicht op een ophaalbrug. Er passeert een grote plezierboot waarvoor de brugdek even in verticale stand moet worden gezet. Niets hier wordt met de hand nog bediend tegenwoordig; alle bruggen hebben een detectiesysteem wat er voor zorgt dat de brug op tijd voor de pleziervaart open wordt gezet.
We zitten langs het kanaal en we hebben zicht op een ophaalbrug. Er passeert een grote plezierboot waarvoor de brugdek even in verticale stand moet worden gezet. Niets hier wordt met de hand nog bediend tegenwoordig; alle bruggen hebben een detectiesysteem wat er voor zorgt dat de brug op tijd voor de pleziervaart open wordt gezet.
Eigenlijk is het in de berm best te vertoeven |
....de watertoren van Steenwijkerwold torent boven de begroeiing uit |
Nadat het plaid weer is opgerold wandelen we verder langs
het kanaal. Links van ons is het zacht glooiende landschap zichtbaar terwijl
aan de zuidelijke overkant van het kanaal de vlakte zich tot aan de Giethoornse
veenplassen uitstrekt. De watertoren van Steenwijkerwold torent hoog boven de
begroeiing uit.
We zijn Steenwijk tot op een steenworpafstand genaderd |
We verlaten de relatieve rust van het platteland en wandelen
bij Steenwijk de ventweg van de westelijke rondweg op. Voor de laatste keer
steken we, op niveau, het kanaal over. Net na de brug hebben we vier uur eerder
onze finishauto geparkeerd. Het zwarte vehikel staat in de volle zon te
blinken. Jan heeft hem namelijk gisteren net gewassen.
Bakkie doen
In ‘ een poep en een scheet’ staan we weer op de
parkeerplaats bij Driewegsluis. We hebben ons onderweg verlekkerd met een
bezoekje aan het plaatselijke paviljoen, maar door het grote aantal auto’s, dat
een stevige drukte in de taveerne verraad, besluiten we om naar huis te gaan en
thuis nog een ‘bakkie’ te doen.
Bij Jan en Foekje op de bar-set op het terras drinken we
koffie. De door Foekje gebakken paashaas en paaslam worden heerlijk opgepeuzeld. We sluiten
deze zonnige wandeldag af met een wijntje en een biertje (voor elk wat wils).