Het is net voor acht uur als de rode Ford Focus de oprit
tussen de nummers 7 en 9 afrijdt. Pa en ma halen zoon Hein van huis. Even later
vertrekken Jan en Foekje met hun zwarte Focus. We ontmoeten elkaar bij de
rotonde aan het begin van het dorp en rijden achter elkaar aan de A32 op,
richting Heerenveen, richting Rheine, richting start van de Hermannsweg.
We gaan bij Zwartemeer de grens over. Het is ook in
Duitsland nog lekker rustig op de vierbaans weg - der Autobahn. Net voordat we
de A31 verruilen voor de A30 doen we een “Parkplatz” aan waar een toilet is
gesitueerd. Het parkeerterrein is geel van de narcissen. Tineke heeft er bij
vertrek op aangedrongen om, voordat we starten, eerst nog een toilet op te
zoeken. We starten straks in de stad Rheine en wie weet wanneer we een
geschikte gelegenheid zullen vinden om een plasje te doen. In een bos is dat
vaak geen probleem, maar in een grote stad…? Je kunt moeilijk achter een
verkeersbord gaan staan wateren.
Am Markt
Na ongeveer 200K rijden we het dorpje Bevergern in. Het is
de finishplaats van vandaag. Op de markt, die toepasselijk “Am Markt” heet,
parkeert Jan zijn auto binnen de belijning van de parkeervakken. Hotze, die
iets later het terrein oprijdt, parkeert zijn auto bovenop een lijn en tegen
een muurtje. Het valt ons op dat de parkeervakken van verschillende grootte zijn.
Op hetzelfde muurtje alwaar Hotze zojuist zijn auto
tegenaan heeft geparkeerd drinken we, als vanouds, Tineke haar lekkere koffie
en eten we er een door Foekje gebakken punt citroencake bij. Het is lekker warm
op het pleintje. De zon schijnt volop.
De eerste schreden worden gezet. We wandelen langs de rivier de Ems. |
Zooooo hoog steeg het water toen..... |
Als je maar snel genoeg draait wordt je broek vanzelf nat |
De start in Rheine
Nadat sommige bagage is overgeladen laten we de rode Focus
achter en rijden we naar de stad Rheine, waar we de auto in een soort van
achterafstraatje parkeren.
De eerste meters lopen we langs het snel stromende riviertje
de Ems. Dan verlaten we het water en maken een “de-tour” door het centrum. We
maken een “slag om de kerk” en lopen dan een kleine marktplaats op waar vandaag
echt markt is. Bij een kraam liggen eieren in verschillende maten. Die grote
daar, wat zullen de kippen van het leggen van die dingen zere konten krijgen.
Gelukkig; het blijken ganzeneieren te zijn.
Een kleine markt in hartje Rheine |
Foekje en Tineke loeren in vele etalages, maar de mannen
stappen door. Het werkwoord winkelen mag dan met een “W” beginnen, maar dat
doet wandelen ook.
De GPS-en leiden ons terug naar het water van de rivier en
zodra we op het wandelpad langs de Ems lopen, zien we, op een lantaarnpaal geplakt, de eerst
“H”. Deze “H” zullen we de komende kleine 160K volgen. En al snel komen we er
achter dat er veel “H’s” zijn; de route wordt goed aangegeven. Da’s mooi!
Bij een clubgebouw van een plaatselijke roeiclub nemen
Tineke en Foekje de gelegenheid te baat om het toilet te gebruiken. Er moet
natuurlijk wel eerst even worden gevraagd, maar ‘offensichtlich’ is dat geen
bezwaar.
Langs het spoor steken we de rivier over |
Via een wandelpad langs het spoor steken we de rivier over.
Het is warm. Na nog wat bebouwing schieten we dan eindelijk het bos in, maar
als we denken dat we de stad al uit zijn wandelen we weer een buitenwijk van
Rheine in. Vlak voor het plaatsnaambord “Rheine” staat een overdekte
picknicktafel. Die is voor ons. Een ree, die iets verderop staat te grazen,
houdt schijnbaar niet van onze aanwezigheid en draaft het bos in. De
thermosfles komt op tafel: koffietijd. Maar ook de zakjes met broodjes komen
voor het licht. Wandelen geeft gezonde trek, zullen we maar zeggen.
Als Foekje haar rugzak afdoet, wordt zichtbaar hoe de
tas het rugpand van het fleecejasje heeft geteisterd. Tineke stelt voor om er,
bij thuiskomst, een stukje stof overheen te naaien zodat het niet tot op de
draad zal slijten.
Heerlijk wandelweer
Na een poosje stappen we op en wandelen we andermaal Rheine
binnen. Het is nu maar voor korte duur. Na een paar honderd meter verlaten we
de verharde weg en de huizen en slaan links af het bos in. Rheine zijn we nu
wel kwijt, hopen we. De witte letters “H” op een zwarte ondergrond leiden ons
verder de route op. We wandelen op verschillende soorten paden. Zo nu en dan
zijn het onverharde ‘Landschaftswegen” die plotseling weer overgaan in smalle
kronkelige bospaden.
Het is heerlijk wandelweer. Het zonnetje staat hoog
aan het firmament om zo nu en dan door een klein vriendelijk wolkje te worden
afgedekt. De temperatuur ligt waarschijnlijk rond de 15 klein nulletje C; een
prima wandeltemperatuur.
Mooie smalle bospaden. Van de grote hoeveelheid regen van de afgelopen dagen is niets te merken |
De letter "H" zullen we nog vaak volgen |
Het landschap is afwisselend. We wandelen door bossen, maar
dan plotseling staan we weer midden in agrarisch gebied. Het is nog vroeg in
het jaar. De koeien staan nog op stal en de bouwlanden liggen er nog onbewerkt
bij. Slechts op een enkele plek doet koolzaad zijn uiterste best om zich te
ontwikkelen; een vage gele kleurzweem hangt boven de velden. De bomen worden
langzaamaan groen van kleur. Foekje merkt op dat de natuur ontluikt. Het woord
“ontluiken” wordt in de Nederlandse taal bijna niet meer gebezigd. “Gebezigd”
ook niet trouwens.
Medewandelaars
Zo nu en dan passeren we een mede wandelaar of
wandelaarster. Maar op een gegeven moment komt er een grote groep wat oudere
wandelaars de hoek om zeilen. Gelet op de oude koppetjes maken we op dat het
een ‘ouden van dagen’-wandelgezelschap is. Maar omdat we in tegengestelde
richting lopen passeren we elkaar in een flink tempo en is de rust in een poep
en een scheet weer teruggekeerd.
Op de meest gekke plaatsen op de route lopen we langs kruisen,
Mariabeeldjes of ander soort gedenktekens. Van een aantal ervan worden door
Tineke en Jan foto’s gemaakt, maar als je er een paar gehad hebt, verdwijnt het
enthousiasme om er weer een foto van te maken al snel.
Op een kruising van wegen nemen we heel kort pauze bij
en op een bankje. We zijn zojuist over de Heiner-Heide gewandeld en gaan zo
dadelijk de Heiner Strasse oversteken. Hein heeft ons op de bordjes langs de
kant gewezen. Er is nu een lid van het wandelgezelschap dat behoorlijk naast
zijn schoenen loopt, maar het vertikt om met het bordje op foto te gaan.
Tja, je zult maar "Hein" heten..... |
Bij het bankje wordt er op chocolade en plakjes droge worst
getrakteerd. We snoepen er graag van. Het uitzicht over de licht glooiende
landerijen voor ons is bijzonder mooi. Tineke neemt haar fototoestel en wandelt
naar een hegje om daar overheen kijkend een paar kiekjes van de omgeving te maken.
Als ze naar de picknicktafel terug wil lopen blijft het koordje van haar fototoestel
achter een takje hangen en wordt ze, als ze wegloopt, meteen teruggetrokken.
Het is een sierlijk schouwspel haar zo gracieus te zien bewegen. Er wordt
hartelijk gelachen. We stappen weer verder.
Na een veldje met geel koolzaad lopen we weer richting een
bos. De stammen van de witte berken vormen een harmonieus geheel met de gele
bloemen en de blauwe lucht. Hein, Tineke en Jan struinen door het koolzaad om
een mooie plek voor een foto uit te zoeken. Hotze en Foekje blijven enigszins
verbaasd op het pad achter. Na een paar minuten hervatten we de wandeltocht en
lopen dan toch het bos in.
Ein Pferd mit einem
Auge
Als we op een lang recht pad wandelen horen we dat er van
achteren een paard met berijder nadert. De amazone roept ons wat toe, maar we
horen niet goed wat ze zegt. Normaal gesproken wordt je gewoon door de
combinatie ingehaald, maar nu dus niet. We maken ruimte voor ruiter en paard en
Jan vraagt: “Hat das Pferd Angst für uns?” Dat is het niet. Het paard heeft
maar 1 oog (ein Auge) en is daardoor wat schrikkerig. Begripvol doen we nog een
stapje terug.
We kijken uit naar een bankje om onze thee te drinken. Het
is zoals het altijd is; als je even wilt zitten zijn er geen bankjes. Na een
paar kilometer arriveren we bij twee banken die perspectivisch iets schuin naar
elkaar toe staan. Tijd voor thee.
We mogen dan al 10K onderweg zijn, maar de stemming zit er
nog goed in. Iedereen heeft genoeg praatjes. Als Foekje iets grappigs zegt, moet Tineke hier zo om
lachen dat de thee uit haar kopje over de rand golft. Ze weet met moeite te
voorkomen dat ze door de gloeiend hete vloeistof wordt overgoten. Een serieuze
zaak zou men zeggen, maar er wordt hartelijk om gelachen, en nu moet ook Hein
opletten voor een kleine overstroming.
Verderop komen we langs een boerderij waar de kippetjes over
het zandpad lopen. We hopen een eitje te vinden, maar de hennetjes hebben hun
legsel waarschijnlijk vanochtend al in een schuur op het erf van de boer
achtergelaten. Hebben wij even pech!
Misschien vanwege het prachtige weer en het feit dat we het
plaatsje Bevergern naderen wordt het iets drukker met wandelaars en fietsers. Tineke
meent vanuit de verte een koets met bespanning te zien naderen, maar als we
verder lopen ontdekt ze dat het een muurschildering is.
Langs een riviertje lopen we het kleine dorpje in.
Maar oh man, wat een prachtige binnenkomst. Oude vakwerkhuizen markeren de
smalle straatjes. Onze fototoestellen klikken. Jan maakt een foto van een mooi
huis met een evenzo mooie tuin. Maar als hij voor een tweede foto aan wil
leggen komt er een meneer de voordeur uit en gaat pontificaal voor de deur
staan en kijkt met een strenge blik Jan zijn kant op. Die meneer vindt het
waarschijnlijk niet leuk dat van zijn prachtige pand prentjes worden gemaakt.
Jan kiest eieren voor zijn geld en keert terug naar de wandelgroep.
Op de kerktoren van Bevergern staat het jaartal 1686 vermeld |
"Altstadt", daar moeten we zijn |
In Bevergern staan mooie oude vakwerkhuizen |
Op het plein staat de rode Ford in een heerlijk zonnetje.
Dat ‘ie staat te schijnen is een groot woord, want de auto is behoorlijk vies.
“Tja”, zegt Tineke: “die tegenliggers ook hé!”
In het midden van het plein staat een gemetselde rondte dat
op een grote oude waterput lijkt. Aan de binnenkant zijn bankjes te gemaakt. We
besluiten even in de waterput plaats te nemen. Zittend in de zon is het er
heerlijk warm. Hotze en Jan stellen dat we zullen opstappen als er een wolk
voor de zon komt. Het duurt een hele poos voordat er traag een wolk het
zonlicht verbreekt. En dus stappen we op.
Informatieve belijning
De belijning op het plein, daar hebben we op een
informatiebord iets over gelezen. Op dit plein heeft vroeger een slot, zeg maar
een kasteel, gestaan. De contouren van het gebouw met zijn vier ronde torens,
zijn duidelijk aangegeven. De belijning op het plein markeert de vertrekken van
het kasteel. Hotze zijn auto staat zodoende half in de keuken en half in de
wachtruimte.
In Rheine staat de zwarte auto nog langs de straat. Omdat we
voor de nacht een hotel in Bad Bentheim hebben geboekt, rijden we dus die kant
op. In Bad Bentheim komen we voorbij aan het imposante kasteel boven op de
heuvel. We rijden door het stadje tot onderaan de heuvel waar het hotel staat
en waar nog net twee parkeerplekjes vrij zijn.
We checken in gaan meteen naar onze kamers. Op voorstel van
Jan en Hotze reserveren we het avondeten in hetzelfde hotel. Na de verfrissende
douche komen we samen in de lounge. Hotze vertelt dat ze een hele grote
badkamer hebben met een hele kleine douchehoek. Daarom heeft hij een paar keer
met zijn “armtakken” tegen het plexiglas van de nauwe ruimte geslagen.
We bestellen een, zoals Tineke dat zo mooi formuleert:
donkere witbier. Het duurt niet lang of er zijn er een paar onder ons die rode
koontjes krijgen. Komt dat door de zon en het mooie weer of speelt de halve
liter witbier hierin een rol? Nee hoor, het komt door het weer…! Ja ja.
Schnitzeltijd
Tegen een uur of acht kunnen we aan tafel. Het dienstertje
vraagt of we nog wat willen drinken. Ach, doet u ons nog maar zo’n grote bier.
De schnitzels zijn perfect van smaak, maar de porties zijn voor de
wandelhongerige Friezen iets te klein. Hotze uit zijn ongenoegen over de kleine
porties en moppert. Jan bestelt er nog een portie “Bratkartoffelen” bij. Het
bier werkt. Wat zeg je Foekje? Bratpantoffelen?
Uit zijn ooghoeken ziet Jan hoe Hein zijn glas bier naar
zich toetrekt. “Wil je daar wel eens afblijven Hein, jij hebt jouw eigen glas.”
Alvorens naar onze kamers te gaan, drinken we in de lounge
nog een kop koffie of thee. Hotze treft het; zijn koffie is lauw. We willen
elkaars kamers wel eens zien. De kamer van Hotze en Tineke en die van Hein
hebben balkons. De kamer van Jan en Foekje heeft dan wel geen balkon, maar het
uitzicht vanuit hun vertrek is fenomenaal. Het formaat van de ‘Badezimmer’ is
per kamer nogal verschillend. Die van Jan en Foekje is een ‘postzegel’. Ook
ontbreekt een föhn, Foekje leent daarom die van Tineke omdat ze de volgende dag
haar haar wil wassen.
We wensen elkaar goede nacht en trekken de hotelkamerdeuren achter ons dicht. Het is tien uur.