zondag 21 oktober 2018

GFP (21) Bellingwolde - Diele

Afstand: 16 kilometer
Terrein: Wederom veelal over onverharde paden en wegen. 
Weer: Heerlijk wandelweer. Een aangenaam windje in de rug en temperaturen rond 16 graden. 

Het is vroeg dag. Jan zet koffie en Foekje laat Famke uit die bij terugkeer haar brokken krijgt. Ze heeft de hele nacht geen kik gegeven. Wat een prachthond is het!
De Brouwers breken hun kampementen op en rennen naar beneden voor het ontbijt.

Het ontbreekt ons nergens aan. Hotze vult de gaatjes in zijn maag met kleine chocoladepuddinkjes, opgediend in roemers. We sjouwen de spullen in de auto’s en ook Famke haar bench wordt weer in de auto vastgezet. Check-out! 

Na het heerlijke ontbijt bij Hotel Landhaus Riedel rijden we in een kwartiertje naar de finishplaats van vandaag. De Ford C-max wordt aan de Eemsdijk, onderaan een talud, geparkeerd. Vanochtend hebben we geen koffie bij de auto omdat er tijdens het ontbijt al voldoende van het bruine vocht is opgeslurpt. Weer een kwartier later parkeert Hotze op het, alweer bijna verlaten, parkeerterrein in Bellingwolde. 
Een van de vele grote boerderijen langs de route
Bellingwolde is in de Middeleeuwen ontstaan als een hoogveenontginning vanaf de rivier de Westerwoldsche Aa. Maar door het oprukkende water van de Dollard ging veel land verloren en werd de dorpskern verplaatst naar een naast het veen gelegen hoge zandrug. Het dorpslint scheidde de Dollardklei van het achterliggende veen. Sinds de negentiende eeuw rekende men Bellingwolde ook wel tot het Oldambt vanwege de grote kleiboerderijen en de scherpe tegenstellingen tussen herenboeren en arbeiders. De vruchtbare kleigronden vormden de basis van de groei van de welvaart van de boerenstand. Van de vroegere welvaart getuigen een aantal grote, veelal vervallen, herenboerderijen. 
De spanningen tussen de herenboeren en arbeiders leidde onder andere in 1892 tot een oproer, welke door politietroepen werd onderdrukt. Het is dan ook niet verwonderlijk te noemen dat in dit gebied rond 1900 het “vrije socialisme” de kop op stak. Na de Tweede Wereldoorlog kregen de Communistische Partij en de hiermee verbonden “Eenheidsvakcentrale” veel aanhang in de oude bolwerken van het vrije socialisme. De koude oorlog zorgde er echter voor dat de aanvankelijke sympathie voor het communisme en de Sovjet-Unie snel verdampte.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
Het begin van de route wordt geflankeerd door veel statige boerderijen en landhuizen.  Het is duidelijk dat de boeren hun rijkdom hier vroeger graag wilden laten doen blijken. Van een van de grote boerderijen die te koop staat aangeboden zoekt Hein via Funda op wat de verkoopprijs is. € 795.000, maar het is duidelijk een opknapper. 
Als deze "opknapper" achteraf maar niet een afknapper blijkt te zijn
We wandelen achter de Protestantse “Magnus Kerk” langs. Deze kerk is vermoedelijk in de veertiende eeuw gesticht. Het oorspronkelijke gebouw is door het water van de Dollard verwoest. Aanvankelijk was het een katholieke kerk, geweid aan de heilige Magnus (Magnus van Trani is medepatroon van de Kerk der Friezen in Rome) maar in 1593 overgegaan in protestantse handen. De kerk heeft een vrijstaande toren waarvan de onderbouw dateert uit 1720 en de bovenbouw uit 1909. 

We wandelen het dorp uit. De rondgang langs de vele boerderijen heeft inmiddels het nodige fotomateriaal opgeleverd. Aan het einde van een bos moeten we over een smalle betonnen dam over een sloot naar de andere kant. We vervolgen onze weg langs de sloot om na een flinke periode weer op de verharde weg uit te komen. 

We steken het W.L. Tijdenskanaal over en slaan linksaf. Langs de weg staan een paar mooie paddenstoelen die er om smeken om op de gevoelige plaat te worden vereeuwigd. Hein en Hotze lopen door en zijn plotseling van de radar verdwenen. Ze zijn linksaf geslagen….
Dit is dus een paddenstoel............
Langs een pad met aan een zijde een bosschage kan er door deze of gene nog snel even een plasje worden gepleegd. Zo dadelijk, als we in Duitsland zijn, mag dat niet meer J.

De grens
Op een gegeven moment slaan we, vanaf een smalle verharde weg, een pieterpeuterig paadje in. Famke gaat aan de troepen vooruit. We zouden hier de grens over moeten steken, maar er zijn geen uiterlijke kenmerken van de overgang van Nederland naar Duitsland. Behalve de beide gps-wandelaars Tineke en Jan, heeft niemand in de gaten dat we in ons buurland wandelen. En als Hotze na een kilometer vraagt wanneer we in Duitsland aankomen kan hem worden verteld dat we dat al eventjes aan het doen zijn. Hotze is meteen flauw; waarom geven ze dat niet even aan, dan hadden we er even bij stil kunnen staan. We vinden met zijn allen dat hij gelijk heeft. 
Even tijd voor een "bakkie troost"
Gelukkig staat er iets verderop een bankje; daar kunnen we wel even een bakje koffie drinken om de grensovergang, zij het iets verlaat, te vieren. Het is een “laag-bij-de-grond-bankje”, maar het is een bankje. We drinken koffie, eten broodjes en Foekje trakteert, om het bereiken van de Duitse grens alsnog een feestelijk cachet te geven, op kokosmakronen. 

Na dit korte intermezzo wandelen we verder. Het parcours loopt kilometerslang langs een kaarsrechte sloot. Bij het gehucht “Wymeer” is pas weer een bocht in de route. Hier staan een paar paddenstoelen die gekiekt moeten worden en ook de paarden in de wei worden op digitaal negatief vastgelegd. Langs de kant van het pad staat een bord met waarschijnlijk een belangrijke waarschuwing, maar omdat het geheel totaal onleesbaar is wandelen we door. 

Op een gegeven moment slaan we linksaf en stappen een bospaadje op. De berk is hier een veel voorkomende boom en laat dat nou net de boom te zijn waarvan de blaadjes stevig verkleuren. Het paadje kronkelt door de kleurige omgeving. Nadeel van berken is dat ze heel ondiep wortelen, zodat het pad soms is vergeven van boomwortels. Uitkijken dus!
Levensverz. Mij R.V.S., opgericht 1838
BOEM!!! 
Er klinkt een doffe dreun gevolgd door een pijnlijk gekreun. Foekje is over een boomwortel gestruikeld en voorovergevallen met haar hoofd op een andere boomwortel. Ze blijft roerloos liggen. Langzaam komt ze overeind. Haar gezicht heeft een lelijke kwetsuur opgelopen. Een schaafwond, maar erger nog, ook een dikke wang. Er is duidelijk sprake van een ontsteking bij het rechter jukbeen. Met de rode zakdoek van Jan zijn rugzak en wat water probeert ze de wond wat te koelen. Dat lukt redelijk. Na een tijdje staat ze op en wandelen we langzaam verder. 
We moeten na dit plotselinge ongeval weer proberen ons ritme terug te vinden.

Ondanks het “akkefietje” moeten we vaststellen dat het een prachtige route is vandaag. We zijn nog maar heel weinig wandelaars of andere weggebruikers tegengekomen. Heerlijk rustig dus. 
Rare capriolen in het bos
We passeren een aantal velden met geel koolzaad. “Zo laat nog in het seizoen?”. Het verbaast ons. En ook al staat het zaad wat dun, het is een prachtig gezicht. Het pad slingert nog wat door. Op dit moment bevinden we ons in het “Naturschützgebiet Brualer Moor”, een hoogveengebied dat in de jaren 30 van de vorige week op grote schaal is ontgonnen.

Brualer Schloot
Op het talud van een bruggetje over een kanaaltje nemen we nog even tijd voor een kopje thee. Bij nader inzien is dit hetzelfde “slootje” waarlangs we vele kilometers hebben gewandeld. Het slootje heet “Brualer Schloot” enis een afwateringskanaal in het gebied tussen de Landkreis Emsland en Landkreis LeerDe sloot loopt langs de Duits/Nederlandse grens in noordelijke richting tot in de omgeving van Bellingwolde en buigt dan in oostelijke richting naar de Eems. In de omgeving van Bellingwolde wordt de Brualer Schloot ook wel het Pruus Daipke genoemd.  Via de Brualer Schloot kon de turf worden afgevoerd en het gebied ontwaterd worden.
De sloot werd in de jaren dertig van de vorige eeuw gegraven ten behoeve van de ontginning van het uitgestrekte veengebied het Brualer Moor. Bij de aanleg van de Brualer Schloot werden gevangenen van het concentratiekamp Rhede-Brual als dwangarbeiders (politieke gevangenen) ingezet. Vandaar dat het afwateringskanaal ook wel het KZ-Kanal genoemd werd. 
Koolzaad, nog zo laat in het jaar
En verder gaat het langs de sloot. We passeren een aspergeveld waarop de aspergeplanten metershoog opgeschoten zijn. Plotseling slaan we rechtsaf een prachtig karrenpad in. 

De laatste kilometers van de tocht gaan over een verharde kaarsrechte weg. Omdat er geen verkeer is besluit Jan om Famke nog even vrij te laten zodat ze nog even kan rennen. Famke bedenkt zich niet en rent meteen het veld in, recht op een weiland met vee af. Maar nog voordat ze daar is keert ze in highspeed op haar schreden terug en kan Jan haar weer aan de “ketting” leggen. De C-max staat daar waar we hem vanochtend hebben achtergelaten. Dat is maar goed ook trouwens.

Oudeschans
Nadat Famke voer en drinken heeft gehad stappen we in en rijden spoorslags naar de startauto terug. We zijn weer terug op “native soil”. De spulletjes worden overgepakt en we aanvaarden de terugreis naar Fryslân. Maar voordat we de terugspurt definitief inzetten gaan we nog even langs de oude vesting “Oudeschans”. We wandelen over een deel van de oude vestingwal en door het centrum van het kleine dorpje. Gelukkig is de VVV nog open en kunnen we er gebruik maken van de toilettaire voorzieningen. Oudeschans is als vesting minder indrukwekkend dan Bourtange, maar omdat je toch in de buurt bent is een bezoek zeker te rechtvaardigen.
Oude Schans

Heb je zin om alle foto’s te bekijken? Klik dan op deze LINK

Vertrek Grou: 08:00 uur
Start wandeltocht: 10:00uur
Finish wandeltocht: 16:00 uur