zondag 12 mei 2019

NFW (05) Damwâld - Aldwâld

Afstand: 15 kilometer
Terrein: Onverharde paden, smalle fietspaden en rustige verharde wegen. 
Weer: Wederom heerlijk wandelweer; licht bewolkt en met 20 graden erg aangenaam. 

Natuurlijk drinken we eerst koffie op It Roer nummer zeven.

We hebben met vriend Willem Kroodsma (onder intimi WAK genoemd) in Aldwâld afgesproken dat we de finishauto op zijn erf aan de Allemawei komen parkeren. Zo gezegd zo gedaan. De C-max wordt op het grote parkeerterrein achter de boerderij geposteerd. Veiliger kan het karretje niet staan dan hier, of hij moet door de beton in de mestkelder kukelen. Het is niet ver naar de start, maar toch enigszins moeilijk aan te rijden. In Damwâld wordt Brouwer’s vihicule langs de Haadwei geparkeerd.

Wat er tijdens de tocht gebeurde
De start gaat achterlangs de Sionskerk. We moeten meteen een weiland door, alwaar een paar pony’s met hun veulentjes staan te pronken. De eerste foto’s van vandaag zijn snel gemaakt. 


We stappen het “Halepaad” op. De “Hale” is een zandrug ten zuiden van de stad Dokkum. De zandrug ligt tussen de kleigrond aan de noordkant en het veengebied aan de zuid- en westkant. De dorpen Damwâld, Broeksterwâld, De Valom, Driesum en Wâlterswâld liggen op deze zandrug. Glaciale- (werking van gletsjers en ijskappen) en eolische (door wind) processen hebben in het Laat-Pleistoceen (van 2.580.000 miljoen tot 11.700 jaar geleden)en Holoceen (van 11.700 jaar geleden tot nu) het landschap gevormd. De relicten van deze processen zijn nu nog in het landschap aanwezig. Het gebied ligt gemiddeld 1,5 meter boven NAP. Er komen veel dobben voor die vooral uit pingoruïnes zijn ontstaan. 
Een juweeltje
Hagebosk en piipkrûd
Van het ontstaan van deze omgeving merk je niks. Wat we wel zien is dat de natuur in opperste bloei verkeert. Overal bloeien pinkster- en paardenbloemen en laten de boomwallen zich van hun mooiste kant zien. De meidoorn (in het Frysk hagebeam of hagebosk) en fluitenkruid (piipkrûd of hûnestank) staan overal te pronken. Het wandelen is vandaag een feest.
De natuur is op zijn mooist
Aan de rand van een weiland vol met paardenbloemen en rondom ons veel bloeiende bomen en planten staat een bankje waar we onze koffie nuttigen. Als we nog maar net op pad zijn valt het de mede-wandelaars op dat Hein zijn rugzak lekt!! Wat is er aan de hand…? Snel gooit de jongste wandelaar van het gezelschap de tas van zijn schouders. De dop van de grote waterfles (in de volksmond “de tank” genoemd) is losgeraakt en heeft ervoor gezorgd dat de inhoud nu dubbel-blank staat. Snel giet Hein zijn tas leeg. Door dit snelle handelen blijft de schade gelukkig beperkt en kunnen we na dit toch wel vermakelijke incident verder.
Echt verbazingwekkend hoeveel water er nog in zo'n rugtas gaat
Ontmoeting
Willem had vanochtend, toen we de auto bij hem parkeerden, al aangegeven dat hij misschien ook even een wandelingetje zou gaan maken. En zie daar; daar komt hij al aangelopen. Hij heeft “de sokken erin”. Hij merkt op dat hij onderweg naar huis is en dat  hij straks, als wij arriveren, voor koffie zal zorgen. Toppie Willem.
Via een wandelbrug steken we de “Nije Feart” over. Deze vaart maakt deel uit van de vaarweg tussen de Burgumer Mar en Dokkumer Nieuwe Zijlen en is begin vorige eeuw gegraven om het Fryske boezemwater op het Lauwersmeer (vroeger Lauwerszee) te lozen. 

Grutto’s en kieviten
In de nabijheid van Westergeest wandelen we door een kunstmatig natgehouden weidelandschap. Kieviten en grutto’s vliegen ons bijna in de haren als we hun nesten met eieren of kroost op te korte afstand passeren. Zo hoort Nederland te zijn, stellen we met zijn allen vast; kieviten en grutto’s…
In het Friese landschap horen natuurlijk niet alleen gruto's en kieviten
In Westergeest blijven we even bij de kerk staan kijken. Zoals alle dorpen op de noordelijkste zandrug van Fryslân is ook Westergeest een gedateerd dorp; waarschijnlijk in de middeleeuwen ontstaan. In 1333 werd het dorp vermeld als “Ghaest”. In 1467 wordt het voor het eerst Westergast genoemd. De plaatsnaam duidt oorspronkelijk op het Oudfriese woord “gast” (geest), wat hoger gelegen zandgrond is dat ontgonnen was. De latere toevoeging “wester” werd blijkbaar toegevoegd om het te onderscheiden van het “Wijgeest”, dat ten oosten van het dorp lag.  

We wandelen door het dorp en komen langs de camping “Oan’e Swemmer”. We stellen met zijn allen vast dat dit toch wel een “tokkie-camping” moet zijn. De stacaravans staan “deun” op elkaar en overal is aanbouw gepleegd. Op de vraag aan Tineke of dit niet een leuke camping voor haar is roept ze het uit: NEE!!
De Boskreed
In een weiland, vlak voor Aldwâld drinken we onze thee. Misschien niet meteen de leukste plek om thee te drinken, maar het houdt geen pas als we straks met onze heet-waterflessen bij de auto arriveren. Bovendien, Willem heeft de bar open.

Via de Boskreed en de Feartsichtwei komen we op de Allemawei, alwaar Willem domicilie heeft. De Allemawei is genoemd naar de Allema State, welke nog steeds bestaat. Deze “zaalstins” is waarschijnlijk eind 15eeeuw gebouwd door Redmar heer Allema. Een voornaam buurtje, zullen we maar zeggen. 

Ronde tafel
Aan een ronde tafel, eigenlijk een grote houten rol voor kabels of slangen nemen we even plaats. De dames ontdekken de kledingcollectie in de “skuorre”. Misschien doen ze de volgende keer wel een bestelling.
Zijn dit de moderne "ridders van de ronde tafel"

Vind je het leuk om onze foto’s van het Noardlike Fryske Wâldenpaad te bekijken? Klik dan op deze LINK

Vertrek Grou: 10:15 uur
Start wandeltocht: 11:30 uur
Finish wandeltocht: 16:15 uur