vrijdag 28 augustus 2015

Jistrum - Dokkum (17 kilometer)

We rijden weer op het vertrouwde tijdstip It Roer uit. De startauto wordt vandaag in Dokkum geparkeerd, reden dat we via een andere route rijden. We chaufferen over Leeuwarden en Gytsjerk. We rijden daarom ook niet over het industrieterrein richting Warten, maar schieten meteen de A32 op. Hotze die de auto van de buren van nummer 7 bestuurt ziet dit over het hoofd en steekt de rotonde rechtover, richting Warten. Fout. Voor Jan zit er niets anders op dan bij de afslag naar Sneek even van de weg af te gaan en op de Brouwers te wachten. Maar de manoeuvre van Hotze om weer op het goede pad te geraken is razendsnel geweest. De rode Focus volgt de zwarte al vrij snel en beide Fords doen daarom een kleine de-tour op de afslag Sneek.
Dokkum is lastig aan te rijden; zeker op een vrijdag. Gelukkig is de grootste drukte rond de stad voorbij, maar het blijft wel een stad.

Centrale As
In Dokkum parkeren we de zwarte Ford op de plek waar vandaag de finish is gelegd. Samen rijden we in de andere auto naar Jistrum. Ook Jistrum is wat moeilijk te bereiken. In verband met de aanleg van de Centrale As, moeten we hier en daar wat extra kilometers maken, maar uiteindelijk komen we dan bij de start aan.
Waren het vorige week de zooltjes die vergeten waren, vandaag hebben de Brouwers hun wonderschone IJslandmokjes in Grou achtergelaten. Niet bewust. “Ik moat ek oaral om tinke”, zegt Tineke met een enigszins verongelijkte / beschuldigende ondertoon. De beide Brouwers van het mannelijke geslacht knikken instemmend. Gelukkig kunnen de afsluitdoppen van de thermo's als koppen dienst doen.
We mogen dan de mokjes zijn vergeten, maar de koffie smaakt voortreffelijk
Terwijl we ons achter de auto tegoed doen aan de lekkere koffie van buurvrouw lopen er 2 wandelaarsters voorbij. Zouden die ook het Friese Woudenpad lopen? Aan het boekje te zien, dat één van de dames in haar handen houdt, is dat inderdaad het geval. Langzaam komen de mevrouwen voorbij. O, die halen we vandaag wel weer in.

Blaffende honden bijten niet
Op het erf van een schapenboerderij, waarbij wij vlakbij de auto hebben geparkeerd, staan twee honden op het erf te blaffen. Ze schijnen er zin in te hebben want ze blaffen aan één stuk door. Pas als Hotze eens flink in zijn handen klapt, stopt het onophoudelijke geblaf en lopen beide beesten naar de boerderij terug. 
"Wêr is mem?" "Wat tinkst, yn'e toarnbeien fansels"
Bij de auto vandaan lopen we meteen op een zandpad. Rechts van de weg is een kampje land waarop een aantal grappige Alpaca’s lopen. Het blijven schattige dieren. We groeten de vrolijk aandoende dieren en zetten af.

Bramen, bramen en bramen
Nou ja, van afzetten is misschien niet zoveel sprake. Al meteen worden bramenstruiken ontdekt waaraan veel grote bramen zitten. Hier moet worden geplukt. Tineke heeft een yoghurt-emmertje mee, maar dat is in no-time vol. Dan maar in een plastic zak. Er komt een grote paarse plastic draagtas voor het licht. Net zo eentje als van de JUMBO maar dan, zoals gezegd, in een andere kleur. De bramen zijn groot en zoet en al snel licht er een flinke bodem bramen in de tas.
Ook langs de verharde weg groeien bramenstruiken waar behoorlijk veel vruchten aan zitten. En dat terwijl de meeste bramen nog rijp moeten worden.
Mooie vergezichten. Links in de verte de elektriciteitscentrale aan het Burgumermeer
Witte geiten; witter dan deze vind je niet
We verlaten het klinkerweggetje weer en komen op een wandelpad dat parallel aan de weg Leeuwarden - Buitenpost loopt. Dit is een paadje dat zelfs Jan,  in deze streken opgegroeid, niet kent. Hoewel het de intentie is om door te lopen kunnen we niet voorkomen dat we als het ware naar de bramenstruiken worden toegetrokken om de uitnodigend hangende bramen in de tas te doen. Er is een kracht die ons bij elke rijpe braam van het (rechte) pad doet afdwalen.
Hein: "Ik wilde altijd als eens langs het water op een bankje zitten"
Een tas in het riet
We besluiten, net als de vorige keer, om het bramenplukken te stoppen en ons op het parcours van vandaag te concentreren. Maar wat doen we met die tas met bramen? Het is ondoenlijk om die twee kilo er als extra bagage bij te hebben. Bovendien zouden de bramen in elkaar worden gedrukt en dan hoeven ze niet meer gekookt te worden om er jam van te maken. Dan is het onderweg al een gelei geworden. Het besluit wordt subiet genomen: bij de brug van Zwartkruis legt Jan de tas in het hoge riet; die halen we op de terugweg wel weer op.
Een dapper wandelduo....
Doordat er onderweg bramen worden geplukt moet je wel eens op een ander wachten
Als we de brug van Zwartkruis overgaan en op de ventweg lopen langs de N355 oftewel “Rykswei” merken we hoe druk het op de weg is. Daar heb je op de zandpaden en binnendoor weggetjes geen last van. Gelukkig kunnen we de ventweg na een paar honderd meter alweer verlaten. We steken de drukke weg over en lopen de Oostersingel in; weg van de drukte en het rumoer. Ook langs de Oostersingel staan lekkere bramen, hoewel ze eerder vandaag lekkerder waren. Wat we nu plukken is voor directe consumptie met donkerrode lippen en tongen als gevolg.
Langs de drukke N355
Dwarsboom
Foekje en Hein lopen honderd meter voorop. Bij een omgewaaide boom blijven ze staan. De boom verspert het pad maar niet dusdanig dat er geen auto langs kan. Bandensporen tonen dat aan. Op het moment dat Tineke, Hotze en Jan bij de boom aankomen lopen Hein en Foekje weer door. De beide oudsten van het wandelgezelschap proberen de boom aan de kant te duwen, maar dat lukt niet. De herinneringen gaan terug naar de wandeltocht van vorig jaar toen we in de buurt van Roermond ook een boom van de weg hebben proberen te duwen. Aanvankelijk leek dat geslaagd, maar toen we 50 meter verder waren hoorden we een knal en lag de boom op precies dezelfde plaats als waar hij voor onze bemoeienis lag.
Vanaf de Oostersingel is het uitzicht prachtig. De lucht komt bijzonder dreigend over
Vlak voordat we de spoorweg (Leeuwarden-Groningen v.v.) oversteken zien we de wandelaars van vanochtend in de berm zitten. Er is een manspersoon bij hen aangesloten en gedrieën genieten ze in een heerlijk zonnetje. We groeten ze en er wordt wat heen en weer gemompeld. Wij lopen door. Er is een vijver met zwarte zwanen die onze aandacht opeist. De sierlijke vogels toeteren dat het een lust is en zwaaien dermate met de lange nekken in de rondte dat de koppen er wel af kunnen vliegen.
Zwarte zwanen toeteren als de beste
Goddeloaze Singel
Over het spoor komen we op de “Goddeloaze Singel”. De benaming ‘goddeloos’ wordt voor het eerst vermeld in de 19e eeuw en is ontleend aan het ‘goddeloze tolhuis’, dat ten noorden van de singel ligt. De singel maakt deel uit van het eeuwenoude kloosterpad uit 1453. In de middeleeuwen werd dit pad door monniken als handelsroute gebruikt.
Over de Goddeloaze Singel zijn heel wat spookverhalen verteld. Zeker is dat het vroeger een onveilig pad was waar je grote kans liep om te worden overvallen. De schrijver Theun de Vries heeft hierover geschreven in zijn boek ‘de vertellingen van Wilt Tjaarda’
Een eenzame wandelaar
Bij het bruggetje over het pad nemen we even tijd voor een kop koffie en een broodje. Het bruggetje dat hier vroeger in het pad lag kreeg de bijnaam ‘It Skiliche Pypke’ (Het Schele bruggetje) We hadden gehoopt op een picknickbankje, maar het is zo als zo vaak; als je wilt rusten zijn de bankjes op. Foekje haar regenponcho wordt uitgespreid en dient als zitplaats voor Hein en de dames. Hotze en Jan nemen plaats op de balk die de singel voor gemotoriseerd verkeer moet behoeden. Het waait behoorlijk hard, maar een boom houdt ons wat in de luwte. De zon zorgt, als altijd, voor een behaaglijke warmte.
Koffiedrinken op de poncho
"Gean do ris út myn kofje"
Hendrik Mients
Over ‘ It Skiliche Pypke’ zijn verschillende sages bekend. Een van de meest bekende is die van “Het spook bij het Skilige Pypke’. Het verhaal speelt bij een brug in de weg Veenwouden - Zwaagwesteinde. Bij deze brug vond eens een belangrijke heer de dood en sindsdien spookt het op die plek. Een arbeider wordt midden op de brug gegrepen en in de sloot gesmeten. Daarop vragen de Veenwoudsters hun duivelsbanner Hendrik Mients de verschijning bij de Skilige Piip te verjagen.
Mients riep zes collega’s bij elkaar en ’s avonds vertrokken ze op een boerenwagen met twee paarden naar het bruggetje. Hendrik Mients voelde het direct: de geestverschijning was aanwezig. Mient riep: “Hee âlde, spring op’e wein”. De duivelsbanners zagen iemand op de wagen plaatsnemen. Maar toen ze wilden vertrekken kwam de wagen geen meter vooruit, hoe hard de paarden ook trokken. Pas toen de kerkklok van Veenwouden twee uur sloeg, schoot alles in vliegende vaart vooruit. Dwars door sloten en struikgewas heen vloog het hele spul richting de diepe Boompoel bij Roodkerk. De enige die in de gaten had wat stond te gebeuren was Hendrik Mients. Hij liet zich net op tijd van de wagen vallen. De anderen verdwenen voor eeuwig in de poel en met hen was de geest van het Skylige Pypke verbannen.
De Goddeloaze Singel is een lang recht pad
Mooie zomers plaatjes
Een 'stilleven' bij het Goddeloaze Tolhûs
De Goddeloaze Singel is een lang recht pad. Het is prachtig licht weer (maar voor het maken van foto's iets te hard) en de natuur aan weerszijden ervan is erg mooi. Al moet je bij die waardering de bulten modder en zand en het gloednieuwe viaduct van de Centrale As in de verte, even niet mee laten tellen in je oordeel. De sloot die parallel aan het pad loopt heeft mooi helder water en een veelzijdige vegetatie. Al met al een fotogeniek geheel dus. Het duurt daarom even eer we bij het ‘Goddeloaze Tolhus’ aankomen en de brug over de Valomster vaart oversteken.  Vanaf daar stikt het van de leuke bankje. Maar tja, daar hoeven we nu geen gebruik meer van te maken.
Schapen die de schaduw zoeken; net ten zuiden van Broeksterwoude
Buurvrouw Tineke op het Vermaningspad
Een restantje mini kokosmakronen
Via de bebouwing van Broeksterwoude komen we bij het Vermaningspad. Uitbundige bramenstruiken verleiden de snoepende wandelaar om hier en daar halt te houden en de smakelijke vruchten te plukken. We hebben de gang er vandaag niet echt goed in.  Vlak voor Damwoude zien we een picknickbank staan met ‘onze naam erop’. We drinken er onze thee en nemen nog wat van de mini-kokosmakronen die Foekje gisteren eigenhandig heeft gebakken. Er zit zelfs echte ouwel onderop. Aan weerszijden van de bank groeit hoog mais. Het is er windstil en de zon, die op dat moment weer uitbundig schijnt, zorgt ervoor dat er hier en daar voorzichtig een kledingstuk wordt uitgetrokken.
De oude cichoreidrogerij doet dienst als bezoekerscentrum
Naast de ingang van het bezoekerscentrum staat deze leuke kruiwagen
Een 'wâldhûske. Honderd jaar geleden was men blij dat men in zo'n huisje mocht wonen
Museum De Sûkerij
Door Damwoude heen komen we op de Trekweg. De brede sloot aan de rechterkant van de weg is er de oorzaak van dat de weg deze naam heeft. Vroeger werden schepen door deze opvaart getrokken. Voor varen onder zeil was geen ruimte.
Net buiten het dorp bevindt zich het museum ‘De Sûkerij’. Het leven en wonen in de Noardlike Fryske Wâlden rond het jaar 1900 staat in dit cultuurhistorisch centrum centraal. Een oude cichoreidrogerij fungeert op het terrein als bezoekerscentrum en daaromheen is een aantal oude wâldhúskes opnieuw opgebouwd.  De wâldhúskes zijn in deze streek karakteristieke historische woonvormen die bijna geheel zijn verdwenen. Ze vinden hun oorsprong in de plaggenhut en de latere spitkeet. Cichorei behoort tot een plantengeslacht waartoe ook witlof en andijvie behoren. In vroeger tijden werd de geroosterde wortel voor een koffieachtige drank gebruikt. De grond in dit deel van Fryslân was voor de teelt van cichorei zeer geschikt.
Hoewel het initiatief voor dit museum ons aanspreekt valt de invulling een beetje tegen. Na een kort bezoekje besluiten we verder te wandelen. ‘De tiid hâldt gjin skoft’ en naar Dokkum is het nog een paar kilometer.
De laatste hindernis voor Dokkum is genomen. Nu alleen nog even oppassen voor de fietsers
Tring ring
Na een lange rechte weg lopen we dan eindelijk Dokkum binnen. Dit deel van het parcours wordt gevormd door een breed fietspad waarop we zo nu en dan ruimte moeten maken. Hotze heeft op het wandelteam enkele tientallen meters voorsprong genomen. Op datzelfde moment komen twee, wat oudere, fietsers vanuit een zijpaadje het fietspad op. De vrouw probeert Hotze via een paar krachtige halen aan haar fietsbel, te waarschuwen dat ze eraan komt. Dit schouwspel speelt zich tussen het peloton en de eenzame koploper af. Tineke springt verschrikt in de berm. Zij meent dat er vanachter wordt gebeld. En weer is er hilariteit alom.

De auto staat nog op de plek waar we hem vanochtend achter hebben gelaten. Snel stappen we in en zetten koers richting Jistrum. Onderweg pikken we de zak met bramen op die we vanochtend in het hoge riet hebben achtergelaten.
In Jistrum wordt de bagage omgepakt en rijden de buren van 7 terug naar Grou. Jan en Foekje gaan naar Buitenpost, zij willen vanavond meedoen aan de korfbaltraining.