zaterdag 5 september 2015

Dokkum - Dokkumer Nieuwe Zijlen (14 kilometer)

Om kwart voor acht gaat op het adres It Roer nummer 9 de wekker. Buurman Jan grijpt de naast zijn bed liggende iPad en kijkt meteen op ‘Buienradar’. Omdat het gisteren vreselijk slecht weer was en de voorspellingen voor vandaag ook niet bijster goed zijn, moet vooraf worden bekeken of opstaan op dit, voor een weekend vroege, tijdstip überhaupt noodzakelijk is. Het valt op dat er twee buienlijnen zijn, waarvan er zo pas eentje is gepasseerd. De andere buien worden tussen tien en elf uur verwacht.
Een regenachtig begin van de wandeltocht
Op datzelfde tijdstip vindt er tussen de nummers 7 en 9 al druk dataverkeer plaats. Er wordt driftig heen en weer ge-appt. Het laatste appje in de reeks komt van buurvrouw Tineke: “Zet het koffiezetapparaat maar aan”.

Hondenroute
Net na negen uur rijden de Fordjes van de oprit aan It Roer. Onderweg naar de finishplaats van vandaag regent het bij vlagen behoorlijk hard. Als de werkelijkheid straks, als we starten, maar anders is. Het laatste deel van de etappe van vandaag gaat door weilanden die, door de overvloedige regen van de afgelopen dagen, wel eens drassig zouden kunnen zijn. Het is er verboden voor honden. In het routeboek wordt met een “hondenroute” een verhard alternatief geboden. Misschien moeten we wel voor die route kiezen. Dan houden we in ieder geval droge voeten.

Omdat we niet weten welke route het gaat worden parkeren we de finishauto op een plek die voor beide wandelvarianten accessibel is. We kiezen ervoor om op het parkeerterrein koffie te drinken omdat we dan in Dokkum, in de woonwijk waar we straks starten, niet ‘te kijk’ zitten. Als we bij de auto staan en Tineke haar heerlijke koffie drinken en daarbij haar zelfgebakken boterkoek eten, plenst het water plotseling uit de lucht. Snel schuilen we onder een trailer van een vrachtwagen die aan de rand van het terrein geparkeerd staat. We hebben al heel wat koffie gedronken, maar op deze manier en op een dergelijke plek, nog nooit.

In Dokkum parkeren we de startauto precies op dezelfde plek als vorige week de finishauto stond. De omwonenden zullen denken: dezelfde auto, andere kleur. Op het moment dat de achterklep voor het laatst wordt dichtgegooid valt er een zachte miezelregen uit een grijze lucht. De waterafstotende hoesjes worden om de rugtassen geklemd.
Bonifatius; althans een beeld van hem
754 Bonifatius bij Dokkum vermoord
We wandelen een parkje in met een kleine vijver. De iele waterdruppels vormen, als ze het water van de vijver raken, minuscule rimpelingen op een verder spiegelglad wateroppervlak. Het regent niet hard genoeg om te moeten schuilen, dus drentelen we door. Een op een parkeerterrein geparkeerde snackwagen biedt ‘verse patat’ aan. Gelukkig dat het vers is.
We wandelen om een groot gebouw heen waarvan het merendeel van de wandelaars niet weet wat het is, maar aan de voorkant aanbeland, wordt alles duidelijk. Het is de Bonifatius Kapel. Het is een van gele kloostermoppen opgetrokken bouwwerk naar ontwerp van architect Hendrik Willem Valk. De bouw is gestart op 5 juni 1935 (Bonifatiusdag) en twee maanden later kon de kerk al worden ingewijd. De kerk is gewijd aan de heilige Bonifatius die in het jaar 754 bij Dokkum werd vermoord.
De ingang van de Bonifatius Kapel
Tegenover de kapel ligt de Bonifatiusbron. Over het ontstaan van deze zoetwaterbron doen meerdere legendes de ronde. Zo zou het paard van Bonifatius hier met een been op de grond hebben gestamd waardoor water uit een wel naar boven kwam. Hoe het ook zij, de bron is eeuwen lang heel belangrijk geweest voor de watervoorziening in Dokkum. Zo maakten de bierbrouwerijen dankbaar gebruik van het schone water uit de bron.
Van oudsher werd aan de bron geneeskundige werking toegeschreven. Zo haalde de Bonifatiusbron in 1990 nog de Nederlandse Pers toen een kind, dat in het water van de bron was gedompeld, van een zware kinkhoest genas.
In 1993 is de bron door een buizensysteem binnen de omheining van het aangrenzende Bonifatiuspark gebracht.

Admiraliteitsdagen
De lucht is als as zo grauw en het begint stevig te regenen. Onder een dikke oude eik schuilen we. Het duurt maar even of een paar fietsers voegt zich bij ons. Zij zijn onderweg naar de festiviteiten in de stad. Het is dit weekend ‘ de Admiraliteitsdagen’.
Na de bui wandelen we de Wâldpoarte over. Dit was vroeger de zuidelijke toegang tot de stad. Het is er een drukte van belang; fietsers en wandelaars trekken de stad in. De binnenstad is voor gemotoriseerd verkeer afgesloten. Langs de oever van de Zuidergracht liggen veel boten aangemeerd.
De dames van ons gezelschap maken van de nood een deugd en maken gebruik van de sanitaire voorziening langs het water, die voornamelijk ten behoeve van de varende toerist is geïnitieerd. Hé, dat lucht op!
Vanaf de stadswal heb je een mooie kijk op de straten van Dokkum
We wandelen over de oude omwalling van de stad en komen langs de uit 1849 daterende korenmolen “De Hoop” die nu als dierenwinkel is ingericht. Verderop op het water vaart een oude stoomsleepboot die ruim baan weet te scheppen door een paar keer behoorlijk op z’n fluit te blazen. Het lawaai schept respect, dat is een ding wat duidelijk is.
Een van de vele bruggetjes in de stad
Via de wortelhaven lopen we de stad in, komen bij het Klein Diep en slaan rechtsaf de Vleesmarkt op. Over het water heen is een podium gebouwd. Dat is mooi voor de bezoekers van de Admiraliteitsdagen, maar minder mooi voor de fotograferende wandelaar. Het kost moeite om het grote blauwe gevaarte NIET op de foto te krijgen.
Belangstellenden bij het statenjacht "Friso". - In moai boatsje Hotze!
In het Klein Diep bij de Zijl ligt het statenjacht van Fryslân; de “Friso”.
Een statenjacht is een vervoermiddel voor leden van de Staten-Generaal. In Fryslân wordt in 1632 voor het eerst gebruik gemaakt van een statenjacht. Er zijn in onze provincie 6 statenjachten in gebruik geweest, waarbij er in 1672 bij Zwartsluis een jacht “Verbrands ende in de Grondt geschoten….”. De commissaris van de Koningin in Fryslân Binnert van Harinxma thoe Slooten gaf in 1893 opdracht om een nieuw statenjacht (een commissarisboeier) te bouwen. Dit werd de “Friso”. Deze boeier is na enige omzwervingen, in 1953 aangeschaft om dienst te doen als statenjacht.

"De Zijl"
We zijn bij “De Zijl”. Zijl is oud Nederlands voor sluis. Het plein “De Zijl” in Dokkum bevindt zich dan ook boven de oude sluis in Dokkum. Deze sluis is in de 16e aangelegd maar in de 18e eeuw werden de zeesluizen verplaatst naar Dokkumer Nieuwe Zijlen en verloor het zijn betekenis.
Langs het water gaat het verder. Het Grootdiep ligt vol met oude boten en schepen. Er is veel te bekijken, reden dat de wandeltocht vandaag niet opschiet. Op de Hardridersgracht geeft een man in een wetsuit een demonstratie. Hij staat op een door een waterstraal aangedreven surfbord. De kracht van de waterstraal is zo groot dat hij soms tot wel meer dan 4 meter boven het water wordt uitgetild. We blijven even staan kijken naar deze evenwichtskunstenaar. Hij liever dan wij.
Veel boten en bootjes in het Dokkumer Grootdiep
En ook hier staat een belangstellende op de kant

Een groenteschuit en een oude 'opdrukker' liggen voor de brug te wachten tot ze verder kunnen varen
Als we de oostelijke toegangsbrug “de Halvemaanspoort” oversteken en de IJsherberg voorbij lopen verlaten we de drukte van de stad. De geschiedenis van de IJsherberg begint halverwege de 18de eeuw. Dokkum was niet meer dan een vestingstadje binnen de Bolwerken. De IJsherberg als boerderij-herberg was een onderkomen voor vermoeide reizigers. De paarden werden verwisseld in de “trochreed” en er werd gedronken en gegeten in de gelagkamer. In de winter leidde een stropad vanaf de Zuider Ee de schaatsers naar een warm heenkomen in de herberg. Zo is De IJsherberg aan haar naam gekomen.
In het water voor de IJsherberch vind een waterspektakel plaats
Als we de bebouwing en begroeiing van de stad achter ons laten, komen we op de open vlakte van het noord Friese land. Nu ineens wordt het merkbaar hoe hard het waait. De schaarse bomen en struiken in dit weidse landschap zwiepen heen en weer. Gelukkig hebben we de wind schuin achter ons. We wandelen op de Tichelwei, een oude zeedijk die, toen Dokkum nog een open zeeverbinding had, de omliggende landerijen tegen extreem hoge waterstanden moest beschermen.
En dan hebben we de drukte van de stad verlaten
Jaachpad
Achter ons dreigt een bui. We schieten het "Jaagpad" in dat vanaf hier tot aan Dokkumer Nieuwe Zijlen toe loopt. Dit pad is in 1647 voor de trekvaart aangelegd. Achter wat bosschages staat een picknickbankje. We zijn het er met zijn allen over eens dat dit bankje goed zou kunnen dienen om er onze koffie te drinken, een broodje te eten en de op handen zijnde bui af te schuilen. Zo gezegd zo gedaan. In onze poncho’s gezeten drinken we de hete koffie en eten we de zelf gesmeerde broodjes. Het regent een heel klein beetje maar het waait des te meer. De struiken houden ons uit de wind.


Laat het nu maar regenen
Na dit korte intermezzo stappen we weer op. Het jaagpad, dat normaliter geasfalteerd is, is vanwege het feit dat men het asfalt heeft verwijderd, in een zandpad omgetoverd. De overvloedige regenval van de laatste dagen heeft het zacht gemaakt zodat we er op sommige plaatsen diep in wegzakken. Gelukkig is de harde ondergrond al weer snel in zicht. We stampen het zand en modder van onze schoenen.
Foekje: "Daar gaan mijn mooie rode schoenen"
Zoals het hoort; de tamboer-maître loopt in het midden
It Stienfek
Bij de oude steenfabriek 'It Stienfek' verlaten we voor kort de oever van het Grootdiep. We moeten er als het ware even omheen lopen. Wat vroeg bekend stond als een mooie nette steenfabriek is vandaag de dag verworden tot één grote chaos. Het met hoge hekken omzoomde terrein ligt vol met onderdelen van auto’s en machines en grote bulten troep die niet identificeerbaar, kwalificeerbaar, laat staan kwantificeerbaar zijn.
Het is "in dikke bende" op het terrein van de voormalige steenfabriek .....
..... en aan deze steiger zou je nog geen boot aan willen meren
Laat het een dikke bende zijn, het nodigt wel altijd uit om er foto’s van de maken. Met enige tijdsvertraging komen we weer op het jaagpad en vervolgen onze weg langs het Dokkumer Grootdiep.
Deze twee wandelaars vormen de kopgroep
Een leuk zitje. Hoewel wel koud aan de kont
Hotze en Hein lopen vooruit. Als het pad een bocht naar links maakt verdwijnen ze achter een dichte bomenrij uit het zicht. Als Tineke, Jan en Foekje hetzelfde bochtje maken zien ze dat de beide voorlopers plaats hebben genomen op een salon set die langs het pad is geplaatst. Maar het zijn niet zomaar een bank, een paar stoelen en een salontafel. Ze zijn gemaakt van metaal en steen; enigszins koud aan de bips, maar zeer fraai ontworpen. Natuurlijk willen we er allemaal even op zitten. Helaas kan Tineke een drang om met schoenen op tafel te zitten niet onderdrukken en moet Jan haar tot de orde roepen.
Fuotten fan tafel Tineke
Praten over koeien en kalfjes
Met een lichtelijk verkleumde kont stappen we op en slaan meteen linksaf het weiland in. Als we door het klaphek gaan en het weiland in wandelen nemen we definitief afscheid van het Grootdiep en zetten koers richting het dorp met de naam die vaak in kruiswoordpuzzels wordt gevraagd: Ee.
Zoals gebruikelijk is met harde wind, zijn de zeemeeuwen van de kust vandaan en verblijven in het binnenland. Grote vluchten meeuwen en andere vogelsoorten zweven door de lucht. In een weiland staat een variëteit aan dieren. Het is niet vaak dat je schapen, geiten, koeien en paarden in één veld ziet grazen. Een weilandje verder liggen twee nog maar net geboren kalfjes. Beide moeders staan er naast en waken over hun nageslacht. Wat is de natuur mooi.
Zou er wat te zien zijn?
Moeder waakt bij haar kind
In Ee gaat de route dwars over de terp. De huizen staan rondom de kerk, slechts een smal pad scheidt de erven van het kerkhof. Een roodharige poessie waggelt over het pad en vraagt Foekje haar aandacht. De fototoestellen klikken dat het een lieve lust is. We banen ons een weg door grote wolken met vliegjes die in de luwte van de kerk en de huizen schuilen voor de harde wind. Het mag dan nu wel hard waaien, maar de zon schijnt en de temperatuur is best te doen. Eigenlijk is het heel aardig wandelweer en hebben we het geluk dat we de wind in de rug hebben.
Garfield 
FF kijken waneer de laatste bus uit EE vertrekt
Winkel van Sinkel
Aan de rand van het dorp, bij een pand wat vroeger waarschijnlijk dienst heeft gedaan als winkel, loeren we even door de etalageruiten naar binnen. In de kleine ruimte staan allemaal dingen van vroeger geëtaleerd: een oude radio, zeep- en koffiedozen, een wringer en nog veel meer. “Kijk, zo eentje hadden we thuis vroeger ook”, klinkt een paar keer.
"Ja sjoch, sa ien hienen wy thús ek...."
Net voor het buurtschapje Tibma treffen we, iets uit de wind, een picknickbankje aan. Tijd voor een pauze dus. Thee en koekjes komen op tafel. Het zicht vanaf deze plek is enorm. Links en rechts reikt het landschap tot voorbij het oog kan waarnemen. Tibma, of voor de Friezen onder de lezers: de Tibben, ligt op een terp uit de 5e tot 7e eeuw. De kleine nederzetting wordt in de achtste eeuw genoemd als “Tippencheim” en is dan bezit van het klooster Fulda uit de huidige Duitse deelstaat Hessen.
Bij Tibma scheiden zich de wegen; wij gaan linksaf
Vanuit Tibma liep een aantal bestrate voet- of kerkepaden naar het dorp Ee. Deze paden werden gebruikt om in het dorp boodschappen te doen of er ter kerke te gaan. Hoge zeeën deden deze paden onderstromen waardoor er een laagje slib werd afgezet. Bij laagwater moesten de paden dan weer worden schoongeveegd. Waarschijnlijk is de weg, die we zojuist hebben bewandeld, een geasfalteerd restant ervan. Aan geschiedenis is wederom geen gebrek. Maar al hoe indrukwekkend de geschiedenis ook mag zijn, onze finishauto staat op 3 kilometer van hier dus stappen we maar weer op. We wandelen langs het buurschap en Jan wijst aan waar vroeger Hans Wiegel een zomerhuisje had.

Nijlânsreed nei Nijlân
Net ten oosten van Tibma slaan we, vlak voor de “âld terp” rechtsaf een onverhard pad in. Dit is de Nijlânsreed die, zoals de naam reeds doet vermoeden, eindigt in het buurtschapje Nijlân. Het van oudsher kerkepad ligt er moeilijk begaanbaar bij. Het gras is hoog en de ondergrond onvlak. We lopen om de boerderij van Hans Kroodsma heen (een broer van Willem) en zetten onze weg over het door het landschap heen slingerende pad voort.
Hoog gras en onvlakke ondergrond 
Voor de goede speurder zijn 2 reeën te ontwaren 
En ook op het laatste deel van de Nijlânsreed staat het gras bijna aan de knieën toe
De doorgaande weg naar Lauwersoog steken we recht over en vervolgen de Nijlânsreed. Het buurtschapje Nijlân ligt tegen de oude Lauwerszeedijk en de daarachter liggende Engwierumer polder aan. Op de oude dijk grazen paarden. Vanuit de verte lijkt het of als een van de paarden de vacht van een giraffe heeft. Slechts de lange nek ontbreekt er aan. Maar als we dichterbij komen zien we dat de paarden paardendekjes dragen met verschillende prints. Natuurlijk ontkomen we er niet aan om van deze bijna gedaanteverwisseling een foto te maken.
Een giraffe met een korte nek
Langs de dijk lopen we in zuidelijke richting naar de auto, die op 300 meter van Nijlân op het grote parkeerterrein staat. Bij de auto kijken we elkaar aan; de harde wind en de zon hebben ons blosjes gegeven. De tassen worden in de auto gegooid en vlot rijden we naar Dokkum terug, waar de rode focus op ons staat te wachten.

We kunnen terugkijken op weer een prachtige wandeldag die iets regenachtig begon maar met een stevige rugwind eindigde.

Klick voor alle foto’s van de wandeling (tot nu toe)  op: Wandelburen