Net na negen uur rijden we het dorp Grou uit op weg naar de
finishplaats van de wandeling van vandaag. Omdat het Friese Woudenpad nooit ver
van huis is is de afstand ernaartoe maar een ‘hoannetrêd’. Omdat de startplaats
straks midden in het gehucht De Hoeve is, drinken we onze koffie op het
parkeerterrein van de finishplaats met open zicht op de waterrijke omgeving.
In De Hoeve zetten we de startauto op bijna dezelfde
parkeerplek waar we vorige week de finishauto hadden staan. Diegenen die nog
geen wandelschoenen aan hebben zorgen er onmiddellijk voor dat ze het onmisbare
schoeisel om de steeds ouder wordende voeten krijgen. Opgemerkt moet worden dat
de jongste voeten van de formatie wandeburen vandaag niet aanwezig zijn.
Zakelijke verplichtingen eisen dat deze voeten vandaag ergens anders hun meters
maken.
Meteen na het dorpje gaan we off-road en is er voor de dames
gelegenheid om te toiletteren; twee kopjes koffie op de vroege ochtend is
misschien ook wel wat te veel van het goede! Bij een boerderij beginnen tientallen
schapen, als ze ons ontwaren, te blaten. Jammer genoeg zijn het allemaal ooien
zonder lammetjes. En daar hadden we ons nou zo op verheugd.
Off-road paadje |
De Linde is een
riviertje dat in de buurt van Tronde (Elsloo) ontspringt en destijds bij Kuinre
uitmondde in de Zuiderzee. Vanwege de lage ligging trad de rivier in natte
perioden vaak buiten zijn oevers, tot ongenoegen van de grondeigenaren. Toen de
middenstand van Noordwolde klaagde dat vrachtschepen het dorp niet meer konden
bereiken, werd besloten de Linde te kanaliseren. Dit gebeurde in de jaren 1922
tot 1927. De Linde werd ‘verlost’ van haar vele kronkelingen. Gelukkig zijn er
nog veel van deze oude meanders in het reservaat terug te vinden.
Plotseling slaat het pad weer linksaf. We verlaten de Linde.
Het eerste deel van deze deviatie is nat en modderig en op sommige plekken
voorzien van plankieren die ons er voor behoeden dat we al te veel drek aan de
schoenen krijgen. Dat zou met name voor Tineke en Foekje, die beiden nieuwe
wandelschoenen dragen, wel heel er jammer zijn.
Gelukkig wordt het pad gaandeweg droger. We lopen om een
gebied met petgaten heen die door de jaren heen begroeid zijn geraakt met bomen
en struiken. Jan oppert dat het slecht gesteld is met de natuur; we zien alleen
maar treurwilgen, pijnbomen en kreupelhout.
Een eng brugje; leuningen ontbreken |
Dat het afgelopen nacht nog gevroren heeft, bewijzen de
ijskristallen op de nog in de schaduw staande planten. Hier en daar zijn witte
plekken op de grond te bespeuren.
Na de anomalie komen we weer bij de Linde uit en zetten we
onze route via het fietspad langs het riviertje voort. Het is er rustig.
Slechts eenmaal moeten we ruimte maken voor een passerende fietser. We
veronderstellen dat het hier in de zomer aanmerkelijk drukker moet zijn, maar
gelukkig is het vandaag iets kouder wat de gemiddeld bejaarde fietser niet uitnodigt
om de e-bike uit de schuur te rijden.
Op een uit-de-winds picknickbankje drinken we koffie en eten
we van onze proviand. Voor de beide
dames wordt het meegebrachte plaid uitgerold. De heren nemen plaats op het
stalen zitgedeelte. Dat is even wennen; het is koud aan de kont.
Net voor de altijd drukke A32 ligt langs het pad een
geweldig dikke steen. We filosoferen erover hoe men deze steen, die
waarschijnlijk in de laatste grote ijstijd in het ijs vanuit Scandinavië hier
naartoe is gedreven, op precies deze plek heeft weten te krijgen. Het gevaarte moet enkele tonnen wegen en qua
formaat past hij niet in een kruiwagen.
Als we de onderdoorgang van de vierbaansweg voorbij zijn
komt ons een auto met de alarmlichten aan tegemoet. Op het dak prijkt een rond
koepeltje. Het is een auto van Google die aan het street-viewen is. Het is
daarom erg presumptief dat over een tijdje op Google Earth Street
View op dit traject vier wandelaars te zien zijn waarvan de hoofden vakkundig bedoezeld.
We laten het beboste deel van de route achter ons. Voor ons
strekt de vlakte zich oneindig uit. We vervolgen onze route langs de Linde en
in de weilanden ernaast grazen grote groepen ganzen die, als we naderen, luid
gakkerend opvliegen.
Het is al een tijdje geleden dat een bord op het toegangshek
ons erop heeft gewezen dat schapen het dijkje begrazen. Het duurt echter zeker
een paar kilometer eer we deze, zeker niet aantrekkelijke, viervoeters treffen.
Hierbij moet worden gezegd dat de hiervoor gemaakte opmerking over de aantrekkelijkheid
van schapen, deze niet door Foekje wordt gedeeld. Als ze ons zien beginnen ze
voor ons uit te lopen. Dit kon nog wel even gaan duren, maar op een gedeelte
waar het dijkje iets breder is laten de schapen ons passeren. Tineke en Jan
maken snel een paar foto’s en dan verlaten we de kudde en zijn we herder af. Het paadje ligt vol met schapenkeutels wat Tineke doet opmerken dat we maar langzaam verder moeten keutelen.
Tineke heeft de schaapjes op het droge. |
De bomen die rondom het erf van het huis staan geven iets
luwte. En in die luwte staat een bankje. En wij…. wij hebben zin in een korte
theepauze. Is dit toevallig? Het bankje is helaas bezet. Jan loopt er als
eerste op af en zet zijn voet tussen de spreekwoordelijke deur met als gevolg
dat we het bankje na een minuut voor ons zelf hebben. Het is hier aangenaam
verpozen en Tineke offreert de wandelgroep een smakelijk zelfbaksel.
Ons rest nog vier kilometer tot aan de finish. Het riviertje
de Linde verbreedt zich en vormt een
klein meertje waaraan een strandje is. In de zomer zal dit best een hele
aantrekkelijke plek zijn om te zonnen, maar we laten het er nu maar bij. In de
wind is het fris en het water is voelbaar ijskoud. Het meertje wordt omzoomd
door een brede rietkraag. Even verderop is een steiger. De ietwat krakkemikkig
ogende plankier wordt dicht bevolkt door allerlei vogelsoorten. Het is er een
drukte van belang.
Het meertje midden in de rivier de Linde |
Na zestien en een halve kilometer arriveren we bij de
finishplaats. En terwijl Hotze, Jan en Tineke bij het eerste bruggetje, van d’r
schoonheid, blijven staan genieten loopt Foekje richting de sluis vooruit, op
zoek naar nostalgie. Dit is de plek waar zij vroeger samen met haar ouders vaak
op zondagen kwam om te genieten van de bootjes en van alles wat er in de sluis
fout ging.
De sluis verbindt aan de ene zijde de Helomavaart met aan de
andere zijde de Boven- en Beneden Linde. Het blijkt vergane glorie te zijn als we
later lezen dat de Driewegsluis tegenwoordig niet meer wordt bediend. Maar door
onderhoud aan de ‘nieuwe’ er naastgelegen Mr. H.P. Linthorst Homansluis kan men
gelukkig tijdelijk weer door de driewegsluis varen. De Helomavaart en Boven
Linde zijn tegenwoordig met een verbindingskanaal ten oosten van de sluis met
elkaar verbonden, waardoor het waterpeil bij die twee uitgangen gelijk is en
het voor die richting niet meer noodzakelijk is om te schutten.
We wandelen naar de auto die op het parkeerterrein bij de
haven staat. Foekje springt vol enthousiasme nog even op een grote ronde
schommel om er met moeite er weer uit te klimmen. Tineke moet haar helpen.
Geamarettoeerde slagroom
We gooien de tassen achterin de auto en besluiten om nog een
kopje koffie te gaan drinken in het Driewegsluis-paviljoen. In het zonnetje
achter de ruit is het heerlijk warm en de koffie -met geamarettoeerd slagroom-
smaakt ons bijzonder goed. We praten erover dat Nederland mooi is. De natuur is
op sommige plaatsen adembenemend. Net als in dit gedeelte van Fryslân; zo
dichtbij.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten